'Het mooiste watersportcentrum voor studenten'
Uit bed, in de boot, dat was de belofte voor het nieuwe Studentenwatersportcentrum. Op vrijdag 6 juni wordt het officieel geopend. 89 studenten met liefde voor water wonen boven de botenhuizen. Ze kijken uit op de Dwarswetering, het Groene Hart en het eigenzinnig vormgegeven clubhuis van Asopos de Vliet.
Naar de
Het verenigingsgebouw van Asopos de Vliet en de studentenhuisvesting met op de begane grond de uit het woongedeelte stekende materiaal- en opslagruimtes, gezien vanaf de belendende woontoren
(de zogenoemde donjon).
Het moet nog groeien
Het enige dat bij het Studentenwatersportcentrum aan de Dwarswetering nog ontbreekt is groen. Het is er wel, maar het moet nog groeien. Dan is het misschien echt de mooiste watersportvoorziening voor studenten in Nederland, zoals Mauro Smit nu al vindt. Smit, inmiddels afgestudeerd bachelorstudent Archeologie en lid van Asopos, vertegenwoordigde als commissaris Nieuwbouw de verenigingen in het drie jaar durende ontwikkelings- en bouwproces.
Het watersportcentrum herbergt vier verenigingen: Levitas (kanoën) de Blauwe Schuit (zeilen), LSD (Leidse Studenten Duikvereniging) en, met bijna 350 leden verreweg de grootste, Asopos de Vliet (roeien). Roeivereniging Njord besloot na rijp beraad aan de Morsweg te blijven.
Koninklijk
De historie van de locatie gaat terug op 1968, als de gemeente Leiderdorp uitkomst biedt voor het nijpende ruimtegebrek van herenstudentenroeivereniging Asopos. Deze houdt domicilie in het kleine leegstaande steenfabriekje Canton op het terrein van de Koninklijke Grofsmederij op het Waardeiland. Asopos kan verhuizen naar Leiderdorps grondgebied, nabij de Driegatenbrug aan het eind van de Willem de Zwijgerlaan.
Prins Claus opende het nieuwe pand van Asopos in 1968.
Lakstraat
De studentenhuisvesting is ondergebracht in een langgerekt, iets gebogen gebouw van drie lagen. Op de begane grond, zo laat Smit zien, bevinden zich de boothuizen, de verenigingslokalen van de kleine verenigingen, de werkplaats van bootsman Cees van der Boon, de roeibak en twee ruimtes voor droogsporten: in een ervan staan ergometers, in de andere - met versterkte vloer - kan met gewichten worden gewerkt. De werkplaats is ruim opgezet. Een lange smalle ruimte is afgescheiden: de lakstraat.
Kroonjuweel
Smit is enorm trots op de roeibak. 'Dit is geen gestorte betonnen bak. Het geheel bestaat uit een stalen constructie waaraan de omloop is opgehangen. Die heb ik samen met de constructeur bedacht. De bak is natuurlijk wel opgevuld met beton. Smit noemt de roeibak het kroonjuweel van Asopos. 'Die wilden we ontzettend graag.' Het water in de 60 cm diepe bak ziet blauw als de Middellandse zee, hetgeen bij nadere beschouwing komt door de toegepaste blauwe verf. 'Chloor-rubber', verklaart Smit. 'Een ontzettend smerig chemisch goedje is dat. We zijn nog tijden bezig geweest het erop te smeren.'
Om kosten te besparen werden de verenigingsruimten vorig jaar zonder enig likje verf opgeleverd: de studenten dienden zelf blokkwast en fijnpenseel ter hand te nemen voor de finishing touch. Dat leverde soms een crisissituatie op wegens een gebrek aan werkkrachten. Smit: 'Het was ook zoveel werk, er leek geen eind aan te komen. Dan zakt de animo wel eens wat weg.'
De verenigingsruimte van Levitas, naast de materiaal- en opslagruimtes.
Royale gezinsflat
De lift koerst naar de tweede verdieping, waar Smit met drie andere studenten in een appartement woont. Dat wijkt niet veel af van een vrij royale gezinsflat waar een nijvere huisvrouw de scepter zwaait: de schoonmaak- en opruimdiscipline zit er goed in. De kamers variëren van plm. 15 tot 25 m2. 'In de meeste flats woon je met zijn drieën, wij met zijn vieren. Deze flat is namelijk wat groter omdat ie op een hoek ligt', verklaart Smit, die overigens ook studentbeheerder is van het complex. De kamers zijn allemaal aan één kant van het gebouw gesitueerd: ze kijken met royale ramen uit op het water, het poldergroen met koeien en het verenigingsgebouw van Asopos. Een weergaloos uitzicht.
Omgekeerde roeiboot
Het verenigingsgebouw, Victoria Regia heeft een metalen draagconstructie. Het ellipsvormige gebouw is gemodelleerd naar een omgekeerde roeiboot. Het kostte de constructeurs volgens Smit veel hoofdbrekens om dit idee consequent vast te houden; in het gebouw zijn dan ook overal stalen verbindingen zichtbaar en iets geknikte stalen balken. De buitenmuren vullen de constructie als het ware op; het zijn geen dragende elementen.
De buiten- en diverse binnenmuren staan uit het lood; het idee van een boot is ook op die manier doorgevoerd. Het glanzende dak is van aluminium; in de zomer moet het er bloedheet zijn. 'Vandaar dat we een klimaatregeling hebben', zegt Smit. 'Maar die moet nog goed ingeregeld worden.'
Zootje
Beneden is de barruimte, opgetuigd met veel elementen uit de lange historie van de vereniging. Zoals boten als dragers van de verlichting, en een vitrine met al het 'blik' dat de vereniging vergaarde. Een gouden tijd waren de jaren dertig, toen De Vliet zo ongeveer alles won wat er te winnen viel. Maar Smit kan gelukkig ook nog de nodige aanwinsten uit een meer recent verleden aanwijzen. Beneden zijn verder de kleedkamers en de douches die een vooroordeelbevestigende aanblik bieden: een zootje van achtergelaten van schoenen, kleren, tassen, en shampooflacons als neergeslagen tekenen van sportieve maar frisgewassen levens.
Mauro Smit, drie jaar bouwcommissaris bij Asopos de Vliet en vertegenwoordiger de studenten in het proces, in zijn royale kamer in de nieuwe studentenflat. Smit werd op 24 mei uit zijn functie ontheven en benoemd tot Lid van Verdienste: het werk zit erop.
500 liter-biervaten
De begane grond is verder voorzien van een professionele restaurantkeuken - hoewel een echte chef-kok zijn wenkbrauwen wel enigszins zal fronsen over de staat van reinheid ervan - waar enkele malen per week een maaltijd wordt bereid voor 80 tot 130 clubleden. Smit toont verder trots wat hij zonder ironie 'het hart van het gebouw' noemt: de voorraadkamer waar de drank staat opgeslagen en die voorzien is van twee 500 liter-biervaten; de leden mogen dan wel fanatiek zijn in hun sport, ze zijn dat evenzeer als de teugels gevierd mogen worden.
Zakelijke exercitie
Op de verdieping speelt zich het bestuurs- en commissieleven af. 'Er wordt wat afvergaderd hier', zegt Smit, als hij de deur van een fraaie vergaderruimte opent. Een grote, blinkende, houten tafel met daaromheen riante stoelen. En verder vrijwel niets. 'Voor deze ruimte heb ik enorm geijverd', zegt Smit, en je herkent zijn bedoeling: aan deze ruimte, die in een klein, snel groeiend bedrijf niet zou misstaan, zie je dat een vereniging besturen ook gewoon een zakelijke exercitie is. De verdieping herbergt verder een kleinere, meer studentikoze vergaderruimte en de bestuurskamer met een raam over de hele lengte dat uitzicht biedt op de bar. ('Hier kun je je een beetje de kapitein op de brug voelen')
DJ-balkon
Een opvallend element op de verdieping is het zogenoemde DJ-balkon, feitelijk een vide in de barruimte, waar de geluidsapparatuur staat. Hiervandaan kan de DJ zijn werk doen. Het is een element dat de nodige discussie opriep. 'Maar zo hoef je niet meer met de apparatuur te slepen en geen steiger meer te huren', stelt Smit, duidelijk makend aan welke kant hij stond in de discussie. Op de verdieping is een grote overloop - met snookertafel - die ook echt bedoeld is als overloopruimte tijdens feesten. 'Dan mogen we namelijk in verband met de geluidsoverlast niet naar buiten', aldus Smit. 'Het pand zelf is nagenoeg geluiddicht.'
Ontroering
Het aanpalende gebouw in het zeer sfeervolle wijkje is robuuste hoogbouw met acht woonlagen, geïnspireerd op een middeleeuws donjon, compleet met soort-van-slotgracht. Een kennis van Smit die de hoogste verdiepingen bewoont, is genegen zijn dakterras even open te stellen. Als je net doet of die enorme elektriciteitsmasten met hun zware kabels er niet staan, raak je bijna ontroerd van zoveel Hollands landschap aan de rand van Leiden. Beneden blinkt het zilveren dak van het clubhuis van Asopos. Het is 11.00 uur. Zoals elke dag wordt de verenigingsvlag gehesen.
Naar de
(3 juni 2008/CH)
Universiteit Leiden