Noorse nationale schat verdween naar Deventer
Peperdure maritiem-archeologische expedities zijn er ondernomen in de fjord van Trondheim om de schat van de 16e-eeuwse aartsbisschop Olav terug te vinden. Zonde van het geld, vindt historicus
Volgens de overlevering is de Nidaros-kathedraal in Trondheim op zijn graf gebouwd. In deze kathedraal werden de Noorse koningen gekroond tot de gedwongen aansluiting bij Denemarken daar in 1536-37 een eind aan maakte. In 1905 werd Noorwegen onafhankelijk. Sindsdien worden de koningen weer in Trondheim gekroond.
Sicking, inmiddels een veelge-vraagd lezingengever en bijna een bekende Nederlander in Noor-wegen, vertelde vorige week over zijn zoektocht naar de schat tijdens Bessensap, de jaarlijkse ontmoe-tingsdag van wetenschappers en journalisten.
Zomernachtopera
Iedereen in Noorwegen weet wie aartsbisschop Olav Engelbrektsson was: de machtigste politieke figuur van de vroege zestiende eeuw, en de laatste voorvechter van de Noorse onafhankelijkheid en het Noorse katholicisme. Ieder jaar wordt ter nagedachtenis aan hem op een eilandje in de fjord van Trondheim een zomernachtopera opgevoerd.
Kerkschatten
Eigenlijk was hij een soort mislukte Noorse Willem van Oranje', zegt historicus Louis Sicking. Met me-deneming van de kerkschatten en de aartsbisschoppelijke archieven vluchtte Olav in 1537 met verschil-lende schepen uit Trondheim weg. Noorwegen was namelijk het jaar ervoor in één klap Luthers gewor-den, toen Christiaan III koning van zowel Denemarken als Noorwegen werd.
Bodem van de fjord
Olav zelf kwam veilig aan in de Nederlanden, en overleed in 1538. Maar het lot van de schat werd tot voor kort beschouwd als een mysterie.
Sicking: 'Een zestiende-eeuws Noorse historicus schrijft dat het schip waarop de schat zich bevond is gezonken, en op de zeebodem ligt aan de monding van de Trondheimfjord. Hoewel dit verhaal later naar het rijk der fabelen is verwezen, zijn er tussen 1963 en 1997 vier peperdure maritiem-historische expedities geweest om de gezonken schat te vinden. Allemaal zonder resultaat.'
Rekeningen
Sicking, zelf niet gespecialiseerd in de Noorse geschiedenis, raakte bij dit Noorse nationale drama betrokken toen hij in het Algemeen Rijksarchief in Brussel rekeningen vond van de schepen waarmee de aartsbisschop naar de Nederlanden vluchtte. 'Vanaf dat moment wilde ik weten wat er met die schatten was gebeurd.'
Ketil Hugaas als Olav Engelbrektsson in de opera die ieder jaar wordt opgevoerd op het eilandje Steinvikholm in de Trondheimfjord. De opera eindigt met het vertrek van de aartsbisschop naar de Nederlanden, terwijl een koor van 80 zangers de hulp aanroept van keizer Karel V, de machtigste katholieke vorst in Europa.
Deventer
Belangrijke informatie vond hij in Deventer, in de zestiende eeuw als Hanzestad het belangrijkste Nederlandse handelscentrum voor Noorwegen. Daar lag een inven-taris van de schatten, opgesteld nadat aartsbisschop Olav ze had meegegeven aan een Deventer zaakgelastigde, na zijn aankomst in Enkhuizen. Ze waren met het schip van Olav zelf meegegaan en veilig in de Nederlanden aangeko-men.
Bijl van St. Olaf
De inventaris vermeldde twee tonnen en een kist. In de kist zat vooral kostbare liturgische kleding, en de belangrijkste relieken van Noorwegen: de bijl van de elfde-eeuwse St. Olaf en diens drinkbeker en kam. In de tonnen zaten zeer kostbare kerkgoederen van goud en zilver, zoals kelken en borden voor de wijn en het brood van Christus. Bovendien bevatten ze twee kronen.
Symbolische waarde
Sicking: 'Het is niet zeker, maar het kan gaan om middeleeuwse koningskronen van Noorwegen. In ieder geval vertegenwoordigden de schatten een aanzienlijke economische waarde, en een onschatbare symbolische waarde.'
Omgesmolten
Met behulp van een uitgebreide correspondentie met de stad Deventer valt te reconstrueren wat er vervolgens met de schatten is gebeurd. Ze waren dan wel niet gezonken, maar dat ze ooit nog tevoorschijn komen is des te onwaarschijnlijker. Sicking: 'Na een enorm getouwtrek zijn de schatten door toedoen van Karel V in handen gekomen van Frederik van de Palts, die getrouwd was met de Deense erfdochter. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij het edelmetaal, inclusief de kronen, omgesmolten voor de financiering van zijn troepen.'
Archieven
De aartsbisschoppelijke archieven, de belangrijkste bronnen voor de middeleeuwse Noorse geschiedenis, zijn wel teruggevonden, in 1826 in München, vertelt Sicking. De opvolgers van Fredrik van de Palts werden namelijk koningen van Beieren. Ze zijn verdeeld tussen Noorwegen, Denemarken en Zweden.
Gekaapt
De zoektocht van Sicking is echter nog niet ten einde: 'In 1543 gingen aan het Nederlandse hof in Brussel geruchten over een Deens schip vol Noors zilver dat door Nederlanders zou zijn gekaapt en naar Enkhuizen zou zijn gevoerd. De Deense koning schreef hierover een klachtbrief naar regentes Maria van Hongarije. Ze antwoordde dat ze van niets wist. Maar dat is niet waar. Dat blijkt uit een brief van haar die ik onlangs terugvond in het Algemeen Rijksarchief in Brussel, en waarin ze het Hof van Holland opdracht gaf de zaak te onderzoeken, en een rapport op te stellen. Ik ga nu in Den Haag op zoek naar dat rapport.'
(3 juni 2008/HP)
Universiteit Leiden