Dikkie Dikkie Aernout, Dikkie Dikkie Flo
Achttien jaar geleden ontdekte de Leidse literatuurhistoricus prof.dr.Wim van Anrooij een nieuwe serie portretten van de Hollandse graven. Een paar jaar later identificeerde hij ze als de oudste. Sinds kort weet hij ook wie ze tekende: heraut Hendrik van Heessel.
'Dikkie Dikkie Aarnout, Dikkie Dikkie Flo, Dikkie Flo, Dikkie Flo, Dikkie Flo, Dikkie Ada, Willem Flo, Willem Flo, Jan' enzovoorts. Ziehier het bekende ezelsbruggetje met behulp waarvan generaties Nederlandse schoolkinderen de opeenvolgende graven van het Hollandse huis uit het hoofd leerden. Dikkie stond voor Dirk en Flo voor Floris. Hoe Dikkie, Flo, Ada en Willem eruitzagen, bleef bij het opdreunen veelal in het midden. Maar wie zich een beeld had willen vormen van hoe de Hollandse graven eruitzagen, had dat gemakkelijk kunnen doen door een bezoek te brengen aan het Haarlemse stadhuis. Daar hangen al ruim vier eeuwen negentien imposante paneelschilderingen van de Hollandse graven, rond 1490 gemaakt in een Haarlems klooster.
Oudere reeks gravenportretten ontdekt
Onlangs maakte literatuurhistoricus professor Wim van Anrooij (Nederlandse Taal en Cultuur) bekend dat er nóg een vijftiende-eeuwse reeks
De 24 portretten zijn pentekeningen van de graven van Holland, van Dirk I (tiende eeuw) tot en met Jacoba van Beieren (afgetreden in 1428). De tekeningen zijn gemaakt in de zomer van 1456 aan het Haagse Binnenhof. In de Hofkapel bevond zich sinds circa 1370 een reeks houten gravenbeelden, die kennelijk als inspiratiebron voor de tekeningen hebben gediend. De houten beelden stonden opgesteld voor de scheidingswand tussen koor en schip van de kapel.
Toevallige vondst
Van Anrooijs ontdekking dateert van achttien jaar geleden, toen hij een bezoek bracht aan de Antwerpse Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, die toen nog Antwerpse Stadsbibliotheek heette. Hij was daar eind jaren tachtig om iets uit te zoeken voor zijn promotieonderzoek naar het Wapenboek van heraut Gelre. Hij had een aanvraagbriefje ingevuld en benutte de wachttijd met het doornemen van de handschriftencatalogus van de bibliotheek. Van Anrooij: 'Bij die gelegenheid bleef mijn oog hangen aan de beschrijving van handschrift B.89420, waarin de naam van Hendrik van Heessel genoemd werd. Die naam kende ik.'
'Wachtlijst'
Waarom wachtte Van Anrooij zo lang met het bekendmaken van de bijzondere vondst? Van Anrooij: 'Het overkomt me regelmatig dat ik in het kader van mijn onderzoek als medioneerlandicus iets vind waar ik eigenlijk helemaal niet naar op zoek ben. Vanuit je parate kennis doorzie je de wetenschappelijke potentie van iets wat je 'toevallig' onder ogen krijgt. Wat doe je vervolgens met zo'n observatie? Die belandt op een 'wachtlijst' met mogelijke onderwerpen voor nader onderzoek. Het onderwerp gaat de concurrentie aan met tientallen andere items op de lijst, in afwachting van een geschikt moment om het verder uit te zoeken. Ik wilde mijn vondst niet openbaar maken zonder er ook echt iets over te kunnen zeggen. Ik wilde eerst weten hoe oud de portretten precies waren, wie ze gemaakt had en waarom ze in dit handschrift stonden. Voordrachten in Straubing, Parijs en Lille vormden recentelijk de aanleiding om me bezig te houden met dit interessante materiaal.'
Nieuwe Gelderse auteur
Nadere bestudering van het handgeschreven boek bracht Van Anrooij tot de conclusie dat het eigenhandig was samengesteld door Hendrik van Heessel (overl. 1470), een uit Gelderland afkomstige heraut. Hendrik was geboren in Heessel (nu: Heesselt) in de Tielerwaard. Daarmee wordt een nieuwe Gelderse auteur aan de Nederlandse literatuurgeschiedenis toegevoegd, waarbij het wel bijzonder is dat de enige tekst die we van hem kennen in het Duits is gesteld. Heel vreemd is dat trouwens niet: herauten stonden in de Middeleeuwen bekend om hun uitgebreide talenkennis. Die kwam hen goed van pas tijdens allerlei diplomatieke missies.
Werkdocument
Het handschrift bevat teksten in het Latijn, Duits en Middelnederlands. Het is geen prachthandschrift dat als opdrachtexemplaar voor een mecenas is gemaakt, maar een echt werkdocument dat het persoonlijk eigendom was van de samensteller. Het boek vergezelde heraut Hendrik van Heessel in de opeenvolgende dienstverbanden die hij had. Hij kwam in het begin van de jaren dertig van de vijftiende eeuw in dienst van keizer Sigismund, diende achtereenvolgens diverse latere keizers, en ging uiteindelijk over in dienst van Philips de Goede. Hij moet ongeveer een kwarteeuw aan het handschrift hebben gewerkt. Binnenkort is het integraal raadpleegbaar op de website van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience te Antwerpen.
Prachtige afstudeer- en promotieonderwerpen
Handschrift B.89420 bevat een schat aan interessant, onuitgegeven materiaal: poëzie, kronieken, geestelijke literatuur, traktaten, statuten van ridderordes, wapenseries en veel interessant iconografisch materiaal. Van Anrooij: 'Het is typisch zo'n 'aangroeiboek', waarin een heraut alles verzamelde wat hij voor de beoefening van zijn ambt belangrijk achtte. Dit soort bronnen zijn niet de gemakkelijkste studieobjecten, maar bij nader onderzoek geven ze vaak heel gedetailleerde informatie prijs. Een handschrift als dit levert prachtige afstudeer- en promotieonderwerpen op. Een van mijn studenten, Simone Wolff, werkt op dit moment aan een afstudeerscriptie over een adelstraktaat in het handschrift. Een student Geschiedenis, Ernst-Jan Munnik, verdiepte zich in de Middelnederlandse kroniek die verband houdt met de getekende gravenportretten.'
(3 juni 2008/DH)
Universiteit Leiden