Woonbond
02-06-2008
Huurrecept CPB is waardeloos
Het financieel Dagblad publiceerde zaterdag 31 mei een opiniestuk van
Woonbonddirecteur Ronald Paping. Deze beargumenteert dat het beter is
tot een gelijke fiscale behandeling van huurders en kopers te komen,
zodat mensen vrij kunnen kiezen voor een huur- of koopwoning.
Aanleiding voor het stuk was het pleidooi van het CPB om de huren te
verdubbelen, met als doel de doorstroming te bevorderen. Paping
schrijft het volgende:
Op basis van een eenvoudig model van de woningmarkt berekent het
Centraal Planbureau dat er jaarlijks 14,5 miljard subsidie naar de
huurders gaat, waardoor de huren slechts de helft bedragen van
marktconforme huren. Gevolg: huurders blijven veel te lang zitten en
er wordt niet doorgestroomd. Dus wil het CPB de subsidies in de
huursector volledig afschaffen waardoor de huren verdubbelen.
Onbegrijpelijk dat een gerenommeerd instituut als het CPB de
woningmarkt reduceert tot een vismarkt. Een woning is een onmisbaar
goed en verhuizen kan alleen met hoge kosten, zowel in geld als
immaterieel. De woningmarkt is daarnaast een voorraadmarkt: het aanbod
past zich vertraagd en vaak moeizaam aan de vraag aan.
De CPB-onderzoekers concluderen dat de huur 5,4% van de vrije
marktwaarde van een woning moet zijn. Ze reppen niet over het feit dat
corporaties en particuliere verhuurders met respectievelijk 6 en 10%
al zeer aardige rendementen realiseren. Ze vergeten dat de vrije
huurwoningenmarkt momenteel sterk te lijden heeft van concurrentie
door de verstoorde koopwoningenmarkt die leidt tot een opwaartse druk
op de marktwaarde. En zij houden onvoldoende rekening met het indirect
rendement als gevolg van waardestijgingen van de woningen.
Subsidies in de huursector schrappen heeft desastreuze gevolgen voor
de markt en voor de maatschappij. Voor de lagere inkomens stijgt de
huurquote dan naar maar liefst 71,6%
De onderzoekers houden ook geen rekening met de gevolgen voor huurders
die qua inkomen net boven de huurtoeslaggrens zitten. Optimistisch
worden zij middeninkomens genoemd, maar het gaat om huishoudens met
een inkomen tussen de 27.000 en 33.000. Zij zijn aangewezen op een
betaalbare huurwoning en kunnen geen aanspraak maken op huurtoeslag.
Het gaat hier om circa een miljoen huishoudens.
Ernstig is ook dat de verwachte heilzame effecten op wachtlijsten,
scheefwonen en doorstroming door het CPB niet worden onderzocht, maar
verondersteld. Volgens het vorig jaar uitgebrachte advies van de
VROM-raad komt scheefwonen een te lage huur in relatie tot het inkomen
maar zeer beperkt voor. Enige scheefheid is overigens gewenst om
segregatie in wijken te voorkomen. Het recept van de CPB-onderzoekers
leidt dus tot armoede en grote maatschappelijke problemen.
Beter is tot een gelijke fiscale behandeling van huurders en kopers te
komen, zodat mensen vrij kunnen kiezen voor een huur- of koopwoning.
Door de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek en een
eigendomsneutrale woontoeslag voor lagere inkomens vermindert de druk
op de markt en kunnen de kunstmatig hoge prijzen van woningen dalen.
Meer en betaalbaar bouwen door kostenbeheersing leidt tot kortere
wachtlijsten en minder opwaartse druk op huren.