Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
2 juni 2008 HO&S/CBV/10965
Onderwerp Bijlage(n)
Voortgang Deltaplan Bèta Techniek Beleidskader Bèta/techniek 2008
Het coalitieakkoord benadrukt het belang van een innovatieve, concurrerende economie. Daar moeten
we aan blijven werken. Essentieel hiervoor is een goed opgeleide en toegeruste beroepsbevolking. Om
dit te realiseren is in december 2003 het actieplan Deltaplan Bèta Techniek in uitvoering genomen, een
plan waarin een integrale aanpak van de tekorten aan bèta's en technici wordt voorgesteld. Dit
actieplan wordt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitgevoerd door het Platform Bèta Techniek (PBT). Doel van het
Deltaplan Bèta Techniek is om 15% meer instroom in bètatechniek opleidingen te realiseren in 2007 en
15% meer uitstroom in bètatechniek opleidingen in 2010.
Het PBT stelt jaarlijks in samenwerking met de ministeries Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en
Economische Zaken een meerjarig beleidskader op. Hierin informeert het Platform over de voortgang
van het Deltaplan Bèta Techniek en wordt een doorkijk naar het jaar erna gegeven. Met deze brief
wordt u het vierde beleidskader aangeboden: "Prioriteiten voor 2008: actualisering van het meerjarig
beleidskader 2007-2008". Bijgaand beleidskader voor 2008 bouwt voort op het beleidskader 2007-2008
"Kennis, kunde en kwaliteit: investeren in professionals" dat vorig jaar (Tweede Kamer vergaderjaar
2006-2007, 30 800 nr. 111) aan u is aangeboden. Het beleidskader "Kennis, kunde en kwaliteit"
bestrijkt een periode van twee jaar. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en
Economische Zaken hebben besloten om door te gaan om de reeds ingeslagen weg: met de
ontwikkeling en verspreiding van kennis, kunde en kwaliteit. Daarom is ervoor gekozen om in 2008
geen nieuw meerjarig beleidskader op te stellen, maar een actualisering aan te bieden.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/6
Hieronder gaan wij kort in op de prioriteiten voor 2008 en de stand van zaken ten aanzien van de
doelstellingen.
Prioriteiten voor 2008
Voor 2008 is 51,5 mln. voor het Deltaplan Bèta Techniek beschikbaar. In 2005 is een kasschuif vanuit
2008 van 8,5 mln. gerealiseerd voor een versnelde uitvoering van het programma WO-Sprint.
Daarnaast zijn er nog extra middelen beschikbaar voor de uitvoering van fes-projecten (zoals het Sirius
programma) in 2008 en de Investeringsagenda bèta en techniek hoger onderwijs). In totaal wordt
daarmee een bedrag van 110 mln. voor bèta en techniek en excellentie door het PBT uitgezet.
Er is ten opzichte van 2007 een aantal accentwijzigingen doorgevoerd. Deze hebben betrekking op het
mbo, meisjes in bèta techniek en het segment van de arbeidsmarkt:
1. MBO: In 2008 zal er extra worden geïnvesteerd in het mbo vanwege de tekorten op de
arbeidsmarkt. Het PBT streeft in 2008 naar een uitbreiding van het aantal instellingen dat meedoet
in het Ambitie Programma met 10, waarbij voor de dan 25 deelnemende instellingen excellentie zal
worden gestimuleerd. Ook wordt gestart met (V)MBO-innovatief. Het PBT zet met (V)MBO-
innovatief in op versterking in termen van slagkracht en sturing op het gezamenlijk met
instellingen aanpakken van activiteiten en thema's die van belang zijn voor zowel de realisatie van
de 15% groei ambitie van de individuele instellingen als voor de hechte aansluiting en afstemming
van (toeleidend) onderwijs en bedrijfsleven. Hiermee sluit het PBT aan op de analyses en
oplossingsrichtingen van de Taskforce Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt (TOA).
2. Meisjes: In onze aanbiedingsbrief van vorig jaar hebben wij u aangegeven meer nadruk te leggen
op meisjes en vrouwen in bèta techniek onderwijs. Om meer meisjes en vrouwen in bèta techniek
te bereiken werkt het Platform bij de uitvoering van haar programma's samen met de
expertiseorganisatie Stichting VHTO (Landelijke Expertise Bureau Meisjes/Vrouwen). De inzet richt
zich onder meer op (1) het ontwikkelen van targets en ambities voor deelname van meisjes in
bètatechniek op alle scholen in vmbo, havo, vwo, mbo, hbo en wo en (2) het leveren van analyse-
instrumenten waarmee scholen hun beleid kunnen verbeteren.
Daarnaast is in de beleidsreactie op het Sardesrapport (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008,
30420, nr. 116) aangegeven dat ter versterking hiervan vanuit de directie Emancipatie extra
prioriteit gegeven wordt aan keuzes van meisjes voor techniek. Het ministerie van OCW trekt tot
en met 2011 3 miljoen extra uit om meer meisjes te interesseren voor een studie of opleiding in
techniek en ict: hiervan is 1 miljoen bestemd voor 100 havo en vwo-scholen, en 2 miljoen om
de instroom van meisjes uit het vmbo naar de ROC's te bevorderen. Tijdens het AO van 23 april jl.
heeft de Staatssecretaris van Voortgezet en Beroepsonderwijs toegezegd u te informeren over het
beleid rond meisjes en bèta/techniek. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de toezegging van de
staatssecretaris.
3. Arbeidsmarktaanpak: Een andere accentwijziging doet zich voor op het gebied van het ACT-
programma. De arbeidsmarktaanpak is in 2007 gemonitord en is wat betreft drie van de vijf
brancheprogramma's niet geslaagd. Mede op grond daarvan is in 2008 besloten geen nieuwe
brancheprogramma's af te sluiten, maar de inzet van het Platform te koppelen aan de oprichting
van de in het coalitieakkoord genoemde TOA. Het kabinet faciliteert de start van de TOA. De TOA
heeft tot doel om oplossingen te zoeken voor het tekort aan technici en technologen. De TOA kiest
blad 3/6
voor een regionale aanpak en start in vier regio's: Twente, Eindhoven, Rotterdam en Zuid-Limburg.
Bij gebleken succes kunnen de regio's verder worden uitgebreid. Doel is de samenwerking tussen
partijen op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt te versterken zodat versnippering wordt
tegengegaan en regie wordt gegeven. Dit gebeurt door op regionaal niveau concrete afspraken te
maken met betreffende partijen (onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, cwi, uwv's, etc). De regio's
geven zelf aan welke prioriteiten ze leggen en aan welke vorm van ondersteuning ze behoefte
hebben. De vraag vanuit het bedrijfsleven is hierbij leidend. Het Platform Bèta Techniek zal regie &
audit taken vervullen. U wordt in de zomer nader geïnformeerd over de inhoudelijke plannen en
targets.
Doelstellingen Deltaplan Bèta Techniek
Voor 2007 hadden wij de doelstelling om 15% meer instroom in bètatechniek opleidingen te realiseren.
Zoals uit onderstaande grafiek blijkt is deze doelstelling voor de opleidingen in de harde bèta techniek
opleidingen niet gehaald: over de volle breedte van bètatechniek in het hoger onderwijs is een groei te
zien van 6% in de instroom in 2007 ten opzichte van 2000.
% gestegen instroom t.o.v. 2000
natuur en techniek
35,0%
30,0%
25,0% WO: totaal
20,0%
15,0% HBO: totaal
10,0%
5,0% Totaal instroom HBO+
0,0% WO
-5,0% 1 2 3 4 5 6 7
-10,0%
jaar (1 = 2001)
blad 4/6
% gestegen instroom t.o.v. 2000
snijvlakopleidingen (> 50% bèta/techniek)
70,0%
60,0% WO: totaal
50,0%
40,0% HBO: totaal
30,0%
20,0% Totaal instroom: HBO +
WO
10,0%
0,0%
1 2 3 4 5 6 7
jaar (1 = 2001)
% gestegen uitstroom t.o.v. 2000
natuur en techniek
40,0%
30,0% WO: totaal
20,0% HBO: totaal
10,0%
Totaal uitstroom HBO +
WO
0,0%
1 2 3 4 5 6 7
-10,0%
jaar (1 = 2001)
blad 5/6
% gestegen uitstroom t.o.v. 2000 snijvlakopleidingen (> 50%
bèta/techniek)
60,0%
50,0%
40,0% WO: totaal
30,0%
20,0% HBO: totaal
10,0%
0,0% Totaal uitstroom HBO +
-10,0% 1 2 3 4 5 6 7 WO
-20,0%
-30,0%
jaar (1 = 2001)
Uit de grafieken blijkt dat in het wo nog steeds een duidelijke groei in de instroom zichtbaar is, maar
dat het totaal resultaat negatief beïnvloed wordt door het hbo. In het hbo is ten opzichte van 2000 in de
in- en uitstroom nog steeds een daling zichtbaar. Alhoewel een aantal hbo-instellingen wel positieve
resultaten heeft behaald, slaagt een aantal grote instellingen er niet in om succes te boeken, waardoor
het totaal beeld negatief wordt beïnvloed. Instellingen die hun ambitie niet hebben bereikt, zullen dit
jaar voor 50% gekort worden in de financiële bijdrage van het Platform. De instellingen die wel hun
ambitie hebben bereikt het betreft een groep van zo'n elf instellingen - kunnen daarvoor beloond
worden door een extra (financiële) bijdrage. Positief is dat de instroomcijfers natuur en techniek in het
hbo in 2007 voor het eerst in jaren een groei laten zien. De totale groei (hbo en wo) van zowel de harde
bètavakken als de snijvlakopleidingen laten een groei t.o.v. 2000 zien van bijna 10%.
De totale instroom in de snijvlakopleidingen, opleidingen die voor meer dan 50% bestaan uit natuur en
techniek vakken, is met 40% toegenomen.
De totale uitstroom hoger onderwijs in de harde bètavakken natuur en techniek is in 2007 met 7%
toegenomen ten opzichte van 2000. Ook voor de uitstroom geldt dat deze voornamelijk te danken is aan
de vergrote uitstroom in het wo. In het hbo is er sprake van een daling ten opzichte van 2000 (-4%).
Voor de uitstroomcijfers in de snijvlakopleidingen geldt hetzelfde als voor de instroom. Ook hier scoort
het hbo minder goed dan het wo.
Aan het PBT is gevraagd om een analyse te maken van de oorzaken voor het achterblijven van het
halen van de doelstellingen in het hbo en aan te geven welke stappen ondernomen kunnen worden om
de doelstelling in 2010 te behalen. In het bestuurlijk overleg is de HBO-raad aangesproken op het
achterblijven van resultaten in het hbo.
blad 6/6
Conclusie
Het wo heeft de tussendoelstelling ruimschoots behaald. Daar zien we zowel voor de instroom als voor
de uitstroom een toename van meer dan 15%. Opvallend is dat de instroom in het hbo in 2007 voor het
eerst weer steeg.
In 2007 heeft het PBT belangrijke stappen gezet in het opzetten van de kennisinfrastructuur voor
bètatechniek. In 2008 bouwen we daarop voort. Eind 2008 moet er voor alle programma's van het PBT
zijn:
· Een uitgewerkt bètakompas voor instellingen met in de praktijk bewezen succesfactoren
· Een `bronnenboek' met relevante ins en outs van deelnemende instellingen
· Een bètabenchmark die inzicht biedt in hoe die organisaties zich tot elkaar verhouden
Zoals wij u vorig jaar reeds hebben meegedeeld, wordt het Platform Bèta Techniek in het najaar
geëvalueerd. Centraal staat de bijdrage van het Platform Bèta Techniek aan de uitvoering van het
Deltaplan en de daarin vervatte kwantitatieve doelstelling. Tenslotte zal in november 2008 de tweede
editie plaatsvinden van de tweejaarlijkse Science & Technology Summit. Deze markeert het einde van
de fase `Kennis, kunde, kwaliteit' en het begin van de fase `Verduurzaming en verankering'.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De minister van Economische Zaken
dr. Ronald H.A. Plasterk Maria J.A. van der Hoeven