PvdA Rotterdam


Minister Rouvoet, waar blijft de actie?

Ma 2 Jun 2008 - Peter van Heemst

Iedereen wil dat kinderen goed worden opgevoed, veilig opgroeien en een opleiding krijgen. Als een onderzoek laat zien dat er kindonvriendelijke wijken zijn, doet dat dus pijn.

Kinderen in tel, een rapport dat woonwijken beoordeelt op de kansen die kinderen krijgen, veroorzaakte in maart een golf van publiciteit. Vooral de 25 slechtst scorende wijken trokken de aandacht. Daarvan liggen er zeven in Den Haag, maar Rotterdam is met acht kindonvriendelijke wijken koploper. Op de eerste plaats van de top 25 prijkt de Rotterdamse wijk Schiemond.

Ik had verwacht dat minister Rouvoet van Jeugd en Gezin onmiddellijk in actie zou komen. Maar niets is minder waar. Tot nu toe zwijgt hij in alle talen. Ook in de Tweede Kamer volgde geen spoeddebat of een andere actie waaruit blijkt dat de Haagse politiek het rapport zeer verontrustend vindt. Gek! De Tweede Kamer maakt zich iedere week druk over heel wat knulliger kwesties.

Toch liggen er tal van politieke vragen die om een antwoord schreeuwen. Allereerst moet er een debat komen over de opzet van het onderzoek, met name over de bruikbaarheid én betrouwbaarheid van de indicatoren. In Schiemond staat om maar eens wat te noemen één van de beste basisscholen van Nederland. Maar wie denkt dat de kwaliteit van zon basisschool meetelt in de score, komt bedrogen uit. Rara, hoe kan dat?

Schiemond is een verkeersluwe en dus verkeersveilige wijk. Ook dat blijkt bij het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut geen gewicht in de schaal te leggen. Wel wordt gekeken naar het aantal gemelde mishandelde kinderen van 0 t/m 17 jaar en naar het percentage kinderen dat een indicatie voor hulp heeft gekregen van het Bureau Jeugdzorg.

Dat zijn inderdaad belangrijke gegevens. Maar het lijkt me relevanter om te meten of kinderen snel kunnen rekenen op hulp. Zo is het ongetwijfeld ook nuttig om te meten of een wijk veel tienermoeders telt. Maar wat nodig is, is heel wat anders: goede voorlichting over seksueel gedrag en stevige ondersteuning als een jonge vrouw een kind krijgt. Maar alweer dat wordt niet gemeten.

Kennelijk wordt er liever een halfbakken onderzoek gedaan dan een betrouwbaar. Minister Rouvoet zou geld moeten uittrekken om te bereiken dat er volgend jaar wel een deugdelijk en compleet beeld van de kansen van kinderen op tafel komt.

Mijn tweede punt is de wonderbaarlijke contradictie dat Schiemond niet onder de aanpak van de Vogelaarwijken valt. Voor een aantal andere wijken uit de top 25 gaat die verrassende constatering ook op.

Ook dat zou de Haagse politiek moeten verontrusten. Hoe bestaat het dat we van wijken met achterstanden Prachtwijken willen gaan maken zonder daarbij alle kindonvriendelijke wijken te betrekken? Ik weet het antwoord niet, maar de Tweede Kamer zou daar eens een indringend debat over moeten hebben.

Hoe kan het dat we bij de Prachtwijken de kansen van kinderen over het hoofd zien? Dan lijkt er toch wat grondig mis te zijn met de selectie van de Prachtwijken.

Dan de derde, en belangrijkste, vraag die minister én Kamer onder ogen zouden moeten zien. Wat gaat er de komende vier jaar gebeuren om de wijken uit de top 25 beter te laten scoren? Anders is de uitkomst voor volgend jaar voorspelbaar: dezelfde wijken als nu zullen weer de top 25 halen.

Er is een gezamenlijke inspanning nodig van de minister van Jeugd en Gezin, de betrokken provincies (Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland, Noord-Brabant) en de wethouders uit de negen steden waar die kinderonvriendelijke wijken liggen. Dat moet inhoudelijke afspraken opleveren over het sneller wegwerken van wachtlijsten als hulp of opvang is geboden bij mishandeling of psychische problemen, over betere voorlichting aan jonge meiden over seksualiteit en zwangerschap, over het intensiveren van zuigelingen- en kraamzorg en over voldoende capaciteit voor opvoedingsondersteuning en gezinscoaches.

Dat zou ook moeten leiden tot afspraken over een completer en dus betrouwbaarder beeld van de kansen die kinderen in buurten en wijken krijgen.

Het zou helemaal mooi zijn als door echte maatregelen alle kindonvriendelijke wijken Prachtwijken worden. Daar hebben kinderen recht op.

Rotterdam kan veel en doet veel om bijvoorbeeld een wijk als Schiemond kindvriendelijker te maken. Het rapport Kinderen in tel legde al bloot dat gemeenten dit niet alleen kunnen. Om kinderen kansen te geven is een inspanning nodig van Rijk, provincie en steden.

Een minister van Jeugd en Gezin die na zon boodschap niet in actie komt, is geen knip voor de neus waard.

En tja* voor de Tweede Kamer geldt eigenlijk hetzelfde.

Dit opiniestuk is verschenen in Trouw van vrijdag 30 mei 2008