abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA Den Haag
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
2 juni 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
SDGM&I/2008/543/64780
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de Vaste Commissie voor
Verkeer en Waterstaat over aanbestedingen van weg-en spoorinfrastructuur, gesteld bij
brief d.d. 15 februari 2008, kenmerk 08-VW-B-028.
1. De antwoorden op de lijst van vragen d.d. 23 januari 2008 inzake uw brief d.d. 13
november 2007 over een onderzoek naar hoe een door de EU beboet bitumenkartel
in Nederland heeft kunnen opereren zonder dat Rijkswaterstaat dit aapakte (31 200
XII, nr.16) zo spoedig mogelijk aan de Kamer te doen toekomen.
1. Deze vragen zijn d.d. 25-02-2008 schriftelijk door mij beantwoord
2. Aan te geven of de uitspraak van de heer Frens Pries, lector Nieuwe Cultuur en
Innovatie in de Bouw aan de Hogeschool Utrecht, dat de faal- of ruiskosten in de
bouw zo'n 25 procent van de totale kosten voor een bouwproject uitmaken ook van
toepassing is op de bouwprojecten waar u verantwoordelijk voor bent.
2. Omdat de Kamer informeert naar het standpunt van een derde, heb ik contact laten
opnemen met de heer Pries. De cijfers, zoals die door dr.ir. Pries bij zijn openbare les
Lector bij de Hogeschool Utrecht op 1 februari zijn gegeven, waren indicaties voor
deze kosten in de gehele supply chain, mede gebaseerd op inzichten van TNO. Dhr
Pries heeft naderhand aangegeven dat deze ruis- en faalkosten met name gelden voor
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95
Internet www.minvenw.nl
Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS
SDGM&I/2008/543/64780
de B&U en de woningbouw ; voor de GWW sector denkt hij dat ze lager zijn, met
name vanwege de minder gecompliceerde "supply chains".
Dat er faal en ruiskosten zijn, is volgens de heer Pries voor een deel onvermijdelijk :
deze kosten bestaan mede uit de aanbestedings- en calculatiekosten, en de kosten
van toezicht. De heer Pries betoogt echter dat een deel van de kosten vermijdbaar is.
Hij denkt dan bijvoorbeeld aan terugdringen ontwerp en advieskosten en
aanbiedingskosten, offertetrajecten in de gehele "supply chain" en een betere
procesbeheersing tussen de bij een project betrokken partijen. De gegeven cijfers
waren bedoeld ter ondersteuning van zijn openbare les, waarbij hij inging op de
noodzaak tot een cultuurverandering in de bouw.
Die noodzaak tot verandering onderschrijft Rijkswaterstaat, hetgeen tot uiting komt in
het Ondernemingsplan RWS en de inkoopstrategie (andere contracten, gunningen op
prijs en kwaliteit). Ook de bijdragen in de Regieraad en PSIbouw, die zich onder meer
concentreren op de ontwikkeling van professioneel opdrachtgeverschap, zijn het
vermelden waard. Ervaringen van de Highways Agency in Engeland, waar
Rijkswaterstaat mee samenwerkt, ook de beheersing van de gehele supply chains,
kunnen een bron van inspiratie zijn bij de vormgeving van het inkoopbeleid van RWS
in de Nederlandse setting.
3. Uiteen te zetten wat uw standpunt is ten aanzien van het feit dat Prorail eventuele
hogere kosten voor aanpassingen aan de spoor- en infrastructuur en bijbehorende
kunstwerken (door middel van een clausule in het contract) kan afwentelen op de
betrokken lagere overheden of aannemers en in het licht daarvan- ten aanzien van
het gebrek aan keuzevrijheid dat voor lagere overheden bestaat in de
opdrachtverlening voor aanpassingen van de spoorinfrastructuur en bijbehorende
kunstwerken, als gevolg van de monopoliepositie die Prorail als beheerder van de
spoorinfrastructuur inneemt. Daarbij tevens het verzoek aan te geven welke
mogelijkheden u ziet om de praktijk van uitsluiting of beperkingen door Prorail van
aansprakelijkheid van meerkosten, aan te pakken.
3. ProRail is op grond van de Spoorwegenwet aangewezen als de beheerder van
de hoofdspoorwegen in Nederland. Hierdoor zijn de zorg voor een veilig berijdbaar
spoorwegnet, het bieden van een level playing field voor de verschillende
klanten/vervoerders en het verdelen van capaciteit (met inbegrip van capaciteit voor
onderhoud en werkzaamheden) in één hand. Dit vormt de reden waarom een
overheid die iets wil met, aan of onder het spoor te maken krijgt met ProRail.
In de beheerconcessie (art. 10) staat dat de werkzaamheden voor derden geheel
gefinancierd dienen te worden door de betrokken derden. De door ProRail te
hanteren tarieven dekken derhalve ten minste de kosten. Uit wet- en regelgeving en
risico-aansprakelijkheid vloeien de eisen voort die ProRail stelt aan de infrastructuur.
Het kan natuurlijk niet zo zijn dat hier te hoge kosten worden opgevoerd.
---
SDGM&I/2008/543/64780
Vaak is, na de gevraagde aanpassing van de infrastructuur, een ander
onderhoudsniveau gewenst. Ook over die hogere onderhoudskosten worden
afspraken met de betreffende decentrale overheid gemaakt. Dat alles gaat echter niet
zo ver dat `alle' risico's op de decentrale overheid kunnen worden afgeschoven. Er
dient sprake te zijn een gezonde en logische risicoverdeling. ProRail mag zijn
monopoliepositie niet misbruiken, de NMa ziet hierop toe.
ProRail staat open voor initiatieven om het afwentelen van meerkosten verder te
beperken.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat