Beantwoording vragen van het lid Wilders over internationale humanitaire
hulp aan de slachtoffers van de cycloon Nargis
02-06-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid lid Wilders over internationale
humanitaire hulp aan de slachtoffers van de cycloon Nargis. Deze
vragen werden ingezonden op 15 mei 2008 met kenmerk 2070820230.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en
de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen
van het lid Wilders (PVV) over internationale humanitaire hulp aan de
slachtoffers van de cycloon Nargis.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Een symbool van ronkende
humanitaire retoriek" in de Volkskrant van 14 mei 2008?1
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de schrijnende situatie in Birma, waar het
militaire regime zich hardnekkig blijft verzetten tegen de
internationale hulpverlening aan de slachtoffers van de cycloon
Nargis, waardoor talloze Birmese onderdanen niet de broodnodige hulp
krijgen die ze nodig hebben, onacceptabel is? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat door de humanitaire hulp aan haar onderdanen te
blokkeren, het Birmese regime niet voldoet aan haar `responsibility to
protect', de verantwoordelijkheid die elke staat heeft om zijn burgers
te beschermen en dat daarmee die verantwoordelijkheid over gaat op de
internationale gemeenschap? Zo neen, waarom niet?
Vraag 4
Bent u bereid om u in internationaal verband sterk te maken voor
ingrijpen van de internationale gemeenschap op grond van de
`responsibility to protect' doctrine? Zo ja, kunt u dan aangeven hoe u
dat gaat bewerkstelligen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse regering heeft de afgelopen periode diverse malen
aangegeven het onverantwoordelijk en onacceptabel te vinden dat een
regering haar eigen burgers bij zo'n grote ramp geen bescherming biedt
en zeer moeizaam meewerkt aan de toegang voor internationale
hulpverlening. Humanitaire hulp is per definitie neutraal,
onafhankelijk en onpartijdig en dient enkel en alleen voor het
verlenen van noodhulp aan de getroffenen. Het is dan ook van belang om
politiek en humanitaire hulp te scheiden als het gaat om een crisis
van deze omvang.
Van een totale blokkade van humanitaire hulp door het Birmese regime
is geen sprake. Onder grote en voortdurende druk van de internationale
gemeenschap zijn inmiddels ongeveer 150 internationale
luchttransporten met noodhulpgoederen in Birma gearriveerd en ook via
de weg en het water komen internationale hulpgoederen aan.
Het is juist dat vanwege de weinig coöperatieve houding van het regime
met betrekking tot humanitaire assistentie te weinig transporten het
land inkomen en de aangeleverde noodhulpgoederen de noodlijdende
mensen niet of met veel vertraging bereiken. In die zin voldoet de
Birmese overheid in onvoldoende mate aan haar morele verplichting om
voor haar burgers te zorgen.
Op 25 mei jl. heeft de VN en ASEAN een internationale donorconferentie
gehouden voor de cycloonslachtoffers. Deze bijeenkomst werd
voorgezeten door de Secretaris Generaal van de VN (SGVN) en de ASEAN
voorzitter, momenteel Singapore, en is onder andere bijgewoond door de
Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Voor Nederland,
en enkele gelijkgezinde VN-lidstaten, was het hoofddoel van de
conferentie het pleiten voor ongehinderde toegang voor buitenlandse
hulpverleners tot het rampgebied. Tevens heeft Nederland met zijn
presentie de niet aflatende inspanningen van de SGVN ten aanzien van
toegang ond ersteund en daarmee het belang onderstreept dat Nederland
hecht aan de gemaakte afspraken tussen de SGVN en generaal Than Shwe
met betrekking tot deze toegang. De komende dagen zal moeten blijken
of Birmese toezeggingen gestand worden gedaan.
Nederland heeft zowel bilateraal als in EU-en VN-verband gepleit voor
een resolutie van de Veiligheidsraad die de Birmese autoriteiten
oproept zonder enige belemmering hulp en hulpgoederen toe te laten.
Dat kan de Veiligheidsraad volgens Nederland doen, omdat de omvang van
de menselijke tragedie in Birma een bedreiging vormt voor vrede en
veiligheid. Op dit moment is de kans op aanvaarding van een resolutie
echter niet groot, omdat de Veiligheidsraad hierover intern verdeeld
is. Indien de humanitaire noodsituatie in Birma voortduurt of
verergert, zijn er volgens Nederland zeker gronden om te
beargumenteren dat de houding van de Birmese regering gekwalificeerd
kan worden als een misdrijf tegen de menselijkheid. In dat geval zou
ook een beroep kunnen worden gedaan op het beginsel Responsibility to
Protect (R2P). Momenteel lijkt deze discussie niet de tot standkoming
van een resolutie te bespoedigen, maar de optie van een beroep op R2P
wordt opengehouden en verder onderzocht.
1: de Volkskrant, 14 mei 2008, "Een symbool van ronkende humanitaire
retoriek" door Kees Homan
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken