Beantwoording vragen van het lid Irrgang over VN-troepen die in Congo
handelen in wapens
02-06-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid Irrgang over VN-troepen die in Congo
handelen in wapens. Deze vragen werden ingezonden op 6 mei 2008 met
kenmerk 2070819520.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Antwoord van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de
heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van
het lid Irrgang (SP) over VN-troepen die in Congo handelen in wapens.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht "VN bewapenden rebellen" ?1
Antwoord
De regering heeft kennisgenomen van het bericht in de Volkskrant van
29 april 2008, alsook van het BBC-programma Panorama van 28 april 2008
over dit onderwerp en van de reactie van de zijde van de VN, zoals
onder meer verwoord in een brief van 15 april 2008 van Jean-Marie
Guéhenno, Ondersecretaris-generaal van de Verenigde Naties voor
vredesoperaties, aan de BBC (de BBC had de VN vooraf om een reactie op
de aantijgingen gevraagd).
Evenals de VN is de regering van mening dat beschuldigingen van
ernstig wangedrag door personeel van VN-vredesoperaties uiterst
serieus moeten worden genomen. Elk incident van wangedrag kan
schadelijk zijn voor het vertrouwen in en het draagvlak voor
VN-vredesoperaties, waaraan momenteel wereldwijd meer dan 110.000
militairen, politiefunctionarissen en burgers deelnemen.
De regering steunt het VN-beleid van zero tolerance jegens personeel
van VN-vredesmissies dat zich schuldig maakt aan ernstige
misdragingen. Vooral naar aanleiding van beschuldigingen van seksueel
misbruik door VN-personeel is de afgelopen jaren in VN-verband veel
gedaan om misstanden te voorkomen, en in voorkomende gevallen te
onderzoeken en aan te pakken. Wat Nederland betreft dient het
instrumentarium hiervoor de komende jaren verder te worden ontwikkeld.
Troepenleverende landen spelen hierbij een belangrijke rol, omdat zij
uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor het gedrag en de discipline
van hun personeel.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dan wel ontkennen dat de VN om politieke redenen hun
onderzoek in 2007 naar de beschuldigingen moest stopzetten? Kunt u dit
toelichten?
Antwoord
De regering beschikt niet over informatie waaruit zou blijken dat het
onderzoek van het bevoegde onafhankelijke VN-agentschap OIOS (Office
of Internal Oversight Services) om politieke redenen is stopgezet. Wel
is door de VN geconcludeerd dat vijf leden van het Pakistaanse
contingent van MONUC het onderzoek hebben belemmerd door niet mee te
werken met de onderzoekers.
De bevindingen van het onderzoek naar de betrokkenheid van leden van
het Pakistaanse respectievelijk het Indiase MONUC-contingent zijn door
de VN doorgeleid naar de diplomatieke vertegenwoordiging van deze
landen bij de VN in New York, met het verzoek aan hun regering om
passende maatregelen te nemen. De betrokkenen die zich hebben schuldig
gemaakt aan wangedrag zullen in ieder geval niet meer mogen deelnemen
aan vredesoperaties.
Vraag 3
Bent u van mening dat het wenselijk is dat deze zaak opnieuw wordt
onderzocht, bij voorkeur door een onafhankelijk orgaan, omdat met deze
aantijgingen de geloofwaardigheid van de VN in het geding komt? Zo
neen, waarom niet? Zo ja, gaat u hiervoor pleiten?
Antwoord
De regering heeft geen reden om aan de integriteit van het
onafhankelijke VN-onderzoek te twijfelen. Mochten er zich nieuwe
feiten aandienen in deze zaak, dan ligt het voor de hand dat het
onafhankelijke VN-onderzoeksagentschap OIOS zich hierover buigt.
Meer in het algemeen bepleit de regering, zoals gesteld in het
antwoord op vraag 1, de verdere ontwikkeling van het instrumentarium
om misstanden bij VN-vredesoperaties aan de kaak te stellen. OIOS
dient daarbij een belangrijke rol te spelen. Verder rust er
verantwoordelijkheid op de schouders van troepenleverende landen. Zij
hebben de taak bewezen wangedrag te laten resulteren in disciplinaire
of andere passende maatregelen, onder meer om ervoor te zorgen dat de
geloofwaardigheid van VN-vredesoperaties niet wordt aangetast.
1: De Volkskrant, 29 april 2008.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken