Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

EMBARGO TOT 2 JUNI 2008, 11.10 UUR

'Nederlandse Nobelprijzen' voor vier Nederlandse toponderzoekers

NWO-Spinozapremie voor letterkunde, microbiologie, natuurkunde, geneeskunde

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft op 2 juni 2008 de vier onderzoekers bekendgemaakt die de NWO-Spinozapremie 2008 ontvangen. De premie is de hoogste Nederlandse onderscheiding in de wetenschap. Elke onderzoeker krijgt anderhalf miljoen euro, te besteden aan onderzoek naar keuze. De wetenschappers ontvangen de prestigieuze prijs voor hun voortreffelijk, baanbrekend en inspirerend onderzoek.

De winnaars van de NWO-Spinozapremie 2008 zijn:

Prof. dr. M.S. (Marjo) van der Knaap, kinderneurologe aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Van der Knaap diagnosticeerde verschillende nieuwe hersenafwijkingen met MRI, en ontrafelde deze ziekten tot aan de verantwoordelijke genen.

Prof. dr. J.Th. (Joep) Leerssen, letterkundige aan de Universiteit van Amsterdam. Leerssen leverde vernieuwende bijdragen aan de imagologie, Irish studies en de studie van cultuurnationalisme.

Prof. dr. Th.H.M. (Theo) Rasing, natuurkundige aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Rasing wist onder andere met snel schakelende lasers magneetjes te manipuleren.

Prof. dr. W.M. (Willem) de Vos, microbioloog aan de Wageningen Universiteit. De Vos deed baanbrekend onderzoek naar de bijdrage van micro-organismen aan ons voedsel en onze gezondheid.


*** Absolute top ***
De NWO-Spinozapremie, ook wel gezien als de 'Nederlandse Nobelprijs', wordt toegekend aan Nederlandse onderzoekers die tot de absolute top van de wetenschap behoren. De laureaten zijn internationaal vermaard en weten jonge onderzoekers te inspireren.

Het is de veertiende keer dat de Spinozapremies worden toegekend. De eerste keer was in 1995. De toekenningen komen tot stand op voordracht. Personen die mogen voordragen zijn de rectores magnifici van de universiteiten en de voorzitters van de afdelingen Letterkunde en Natuurkunde van de KNAW, het Nederlands Forum voor Techniek en Wetenschap, het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren, de Sociaal Wetenschappelijke Raad en de NWO-gebiedsbesturen.

De officiële uitreiking van het geld en het Spinozabeeldje door minister Ronald Plasterk zal zijn op woensdag 19 november 2008 in de Nieuwe Kerk in Den Haag.

###

BIJLAGE BIJ PERSBERICHT NWO-SPINOZAPREMIES 2008
Juryrapport voor prof. dr. M.S. (Marjo) van der Knaap Hoogleraar Kinderneurologie aan de Vrije Universiteit.

Professor Van der Knaap ontvangt de NWO-Spinozapremie 2008 voor haar onderzoek naar ernstige hersenafwijkingen bij kinderen. Zij diagnosticeerde verschillende nieuwe ziektebeelden met MRI, en ontrafelde deze ziekten tot aan de verantwoordelijke genen.

Marjo van der Knaap (9 mei 1958, Delft) studeerde in 1984 cum laude af in de geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 1991 volgde een cum laude promotie in de kinderneurologie aan de Universiteit Utrecht, in nauwe samenwerking met de neuroradiologie van de Vrije Universiteit in Amsterdam, waar ze sinds 1999 hoogleraar Kinderneurologie is. Ze grossiert in wetenschappelijke prijzen en subsidies. Zo ontving ze twee keer een TOP-subsidie van ZonMw, en nam onlangs de Sidney Carter Award van de American Academy of Neurology in ontvangst. Sinds 2006 is ze lid van de KNAW.

Van der Knaap onderzoekt afwijkingen aan de witte stof. In het midden van de hersenen zitten miljarden uitlopers van zenuwcellen, die de grijze hersenschors verbinden met de rest van het lichaam. Om deze draden elektrisch van elkaar te isoleren, worden ze omgeven door myeline. De zenuwvezels met myeline vormen samen de witte stof. Wittestofziekten treffen één op de duizend kinderen in de westerse wereld. Er zijn vele verschillende wittestofziekten. Kinderen met deze ziekten overlijden meestal al op jonge leeftijd na een periode met ernstige geestelijke en lichamelijke handicaps.

Al tijdens haar promotie-onderzoek ontdekte ze dat patiënten met dezelfde wittestofziekte vergelijkbare MRI-beelden van de hersenen lieten zien. Vervolgens ontwikkelde ze een computergestuurd patroonherkenningssysteem dat diagnose van reeds bekende ziekten versnelde en goedkoper maakte.

Hierna stortte zij zich op nog onbekende afwijkingen. Uit haar onderzoek was namelijk gebleken dat bij meer dan de helft van de kinderen geen bekende ziekte gevonden kon worden. Ze identificeerde vijf nieuwe ziekten, waarvan er een zelfs door vakgenoten de Van der Knaap ziekte wordt genoemd. Daarna verschoof ze haar focus naar de nog onbekende oorzaken van deze nieuwe ziekten. Zij wist met haar medewerkers meerdere genen te identificeren die verantwoordelijk bleken voor de door haar ontdekte ziekten, wat prenatale diagnostiek mogelijk maakte.

Haar uiteindelijke doel is het vinden van behandelingsmethoden voor kinderen met wittestof-aandoeningen. Met dit doel voor ogen doorbreekt ze de grenzen van haar vakgebied en volgt een ziekte van oorzaak tot daadwerkelijke oplossing. Hiervoor weet zij zeer strategisch netwerken op te bouwen. In haar eigen onderzoek integreert ze radiologie, neurologie en genetica. Bovendien combineert ze dit onderzoek met onderwijs èn een klinische praktijk. Zo bestrijkt ze het hele spectrum van persoonlijk contact met de familie van de jonge patiënten tot het identificeren van nieuwe varianten van de ziekte.

Marjo van der Knaap is een internationaal erkende autoriteit. Zoals een van de referenten het omschreef: 'Van het Midden-Oosten tot China weet men haar te vinden'. Meer dan 600 keer per jaar ontvangt ze MRI-beelden van buitenlandse medici ter beoordeling. Het tekstboek dat zij - met één andere auteur - schreef over wittestofziekten is een internationaal gebruikt standaardwerk.

Ouders van patiënten roemen de meelevende, maar duidelijke manier waarop Van der Knaap de toekomstperspectieven van hun kinderen schetst. Haar didactische kwaliteiten zijn zeer groot. Ze is een inspiratie voor studenten, ook in andere landen. De Spinozacommissie verwacht nog grote ontdekkingen van haar, mede omdat de door haar gebruikte technieken zich steeds verder ontwikkelen.

Dit juryrapport diende als basis voor de laudatio die prof. dr. Didi Braat uitsprak bij de bekendmaking van de NWO-Spinozapremies 2008 op 2 juni 2008.

###

BIJLAGE BIJ PERSBERICHT NWO-SPINOZAPREMIES 2008
Juryrapport voor prof. dr. J.Th. (Joep) Leerssen
Hoogleraar Moderne Europese Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.

Professor Leerssen ontvangt de NWO-Spinozapremie 2008 voor zijn vernieuwende bijdragen aan de imagologie, Irish studies en het onderzoek naar cultuurnationalisme.

Joep Leerssen (12 juni 1955, Leiden) studeerde vergelijkende literatuurwetenschap en Engels aan de RWTH in Aken. Hij voltooide in 1980 een honours MA in Anglo-Irish Studies aan het University College te Dublin. Van 1982 tot 1984 was hij teaching assistant aan de University of Toronto, van 1984 tot 1986 wetenschappelijk medewerker in Aken, om vervolgens in 1986 cum laude te promoveren aan de Universiteit Utrecht. Sinds 1991 is hij hoogleraar Moderne Europese Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1996 tot 2006 was hij directeur van het Huizinga Instituut (Landelijke Onderzoekschool voor Cultuurgeschiedenis). In 2003 was hij gasthoogleraar aan Harvard University. Sinds 2008 is hij lid van de KNAW.

Leerssen heeft een indrukwekkende lijst publicaties op zijn naam over nationale stereotypen en over het verband tussen literatuur, historisch besef en nationalisme. Met de recente boeken National Thought in Europe: A Cultural History (2006) en Imagology (2007) heeft hij zijn reputatie blijvend gevestigd. Zijn geschriften vormden meermaals het startpunt voor vernieuwing in de beschreven vakgebieden. Hij beweegt zich in de voorhoede van de wetenschappelijke ontwikkelingen: zijn monografieën werden vaak eerst bekritiseerd, maar bleken niet lang daarna gezaghebbend te zijn in het veld.

Leerssen heeft op drie terreinen een belangrijke rol gespeeld. Voor het gebied van de Irish studies, dat de Ierse cultuurgeschiedenis bestudeert op basis van diverse cultuurtradities en talen, worden zijn boeken als grondleggers gezien. Verder heeft Leerssen twee richtingen binnen het negentiende-eeuwse cultuurnationalisme verenigd: de richting die de natie beschouwt als latent aanwezige metafysische entiteit en de richting die haar ziet als product van politieke manipulatie. Daarmee wist hij culturele uitingen te positioneren als centraal en sturend onderdeel van politiek nationalisme, niet slechts als nevenverschijnsel. Ten slotte heeft hij de imagologie, de studie van beeldvorming, nationaal besef en stereotypen, versterkt door de wereldwijd verspreide initiatieven op dit terrein te bundelen.

Zijn onderzoek naar beeldvorming en nationale stereotypen heeft bovendien geleid tot een nieuwe kijk op de geschiedenis van cultureel nationalisme. Momenteel werkt hij aan een groot project om met dit model de negentiende-eeuwse receptiegeschiedenis van de middeleeuwse literatuur in kaart te brengen voor de natievormende processen in Europa.

Leerssen is een van de stichters en vormgevers van het interdisciplinaire vakgebied Europese Studies, dat aan de UvA een succesvolle opleiding en productief onderzoeksprogramma heeft opgeleverd. Hij heeft voor dit vakgebied vanuit zijn eigen unieke profiel een belangwekkende interdisciplinaire methodiek ontwikkeld die politieke ideeëngeschiedenis en cultuurgeschiedenis combineert, en die literaire bronnen betrekt bij het onderzoek naar de geschiedenis van verbeeldingspatronen en ideologieën.

Leerssen is een vooraanstaand en erudiet geleerde met een zeer uitgebreide talen- en historische kennis. Zijn groot retorisch talent maakt hem niet alleen een gewild spreker, maar ook een inspirerend en meeslepend docent. Zijn lopende projecten en plannen geven de Spinozacommissie alle aanleiding om hoge verwachtingen te hebben van de stimulans die de Spinozapremie voor zijn werk zal meebrengen.

Dit juryrapport diende als basis voor de laudatio die prof. dr. ir. Fred Mulder uitsprak bij de bekendmaking van de NWO-Spinozapremies 2008 op 2 juni 2008.

###

BIJLAGE BIJ PERSBERICHT NWO-SPINOZAPREMIES 2008
Juryrapport voor prof. dr. Th.H.M. (Theo) Rasing
Hoogleraar Experimentele Natuurkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Professor Rasing ontvangt de NWO-Spinozapremie 2008 voor zijn doorbraken op het gebied van de magneto-optica, met name voor zijn werk om met licht magneetjes te manipuleren.

Theo Rasing (26 mei 1953, Didam) studeerde in 1976 cum laude af in de natuurkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, alwaar hij in 1982 ook promoveerde. Na verblijven in Slovenië en de Verenigde Staten, werd hij in 1997 benoemd tot hoogleraar in Nijmegen. Hij is oprichter en directeur van het Nijmegen Centre for Advanced Spectroscopy (NCAS), lid van de bestuursraad van NanoNed en oprichter van NanoLab Nijmegen dat zijn expertise nadrukkelijk beschikbaar stelt aan het bedrijfsleven. In 2007 kreeg hij de Physicaprijs van de Nederlandse Natuurkundige Vereniging. Zijn onderzoek leverde tot op heden meer dan 300 publicaties in gerenommeerde internationale tijdschriften op, waaronder Nature, Science en Physical Review Letters.

Theo Rasing is een toonaangevend pionier in het ontwikkelen van nieuwe technieken om met licht materialen op nanometerschaal te bestuderen en manipuleren. Hij verricht grensverleggend fundamenteel onderzoek met open oog voor mogelijke toepassing. Zo heeft hij twee patenten en meerdere publicaties samen met het bedrijfsleven. Door zijn uitstekende reputatie en organisatietalent is hij een gezaghebbend fysicus en lid van verschillende wetenschappelijke adviesraden. Ook is hij initiatiefnemer en coördinator van verschillende grote internationale samenwerkingsprogramma's.

Zijn meest recente en succesvolste onderzoek is dat naar manipulatie van magnetisme met licht. In een harde schijf van een computer wordt informatie opgeslagen doordat een electromagneet de richting verandert van kleine magnetische gebiedjes. Rasing ontwikkelde een methode om magnetische gebiedjes te veranderen met lasers die heel snel aan en uit gaan. Hiermee zou je uiteindelijk informatie tot honderdduizend keer sneller moeten kunnen schrijven dan nu mogelijk is.

Eerder stond de fysicus aan de wieg van een nieuwe methode om met lasers zichtbaar te maken hoe individuele moleculen zich over een oppervlak bewegen. Deze methode wordt nu overal gebruikt. Ook leverde zijn studie van zeer dunne magnetische lagen de ontdekking van nieuwe grote magneto-optische effecten op, die kunnen worden gebruikt voor de bestudering van magnetisme aan grensvlakken en nanostructuren.

Theo Rasing geeft vaak publiekslezingen en schroomt het debat met de samenleving over de voors en tegens van technologie niet. Hij heeft een grote onderzoeksgroep en weet daar veel financiële steun voor aan te trekken. Voor zijn onderzoekers is hij een inspirerende leider met veel zorg voor elk individu. Zijn actieve begeleiding van studenten bij de voorbereiding van artikelen of voordrachten leidde meerdere malen tot prijzen voor zijn promovendi. Zijn enthousiasme, brede wetenschapelijke kennis, internationale bekendheid, inspirerende persoonlijkheid en leiderschap geven de Spinozacommissie alle vertrouwen dat de Spinozapremie door Rasing zeer goed zal worden besteed.

Dit juryrapport diende als basis voor de laudatio die prof. dr. ir. Hans Mooij uitsprak bij de bekendmaking van de NWO-Spinozapremies 2008 op 2 juni 2008.

###

BIJLAGE BIJ PERSBERICHT NWO-SPINOZAPREMIES 2008
Juryrapport voor prof. dr. W.M. (Willem) de Vos
Hoogleraar Microbiologie aan de Wageningen Universiteit.

Professor de Vos ontvangt de NWO-Spinozapremie 2008 voor zijn baanbrekende onderzoek naar de bijdrage van micro-organismen zoals bacteriën aan ons voedsel en onze gezondheid.

Willem de Vos (30 oktober 1954, Apeldoorn) studeerde in 1978 cum laude af in de biologie/biochemie aan de Rijksuniversiteit Groningen, alwaar hij in 1983 cum laude promoveerde op een onderzoek dat deels werd uitgevoerd bij het Max-Planck Instituut voor Moleculaire Genetica in Berlijn. Na een postdoc verblijf in Engeland, startte hij een onderzoeksgroep bij het Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek (NIZO), waar hij in 1987 onderzoeksmanager werd. In datzelfde jaar benoemde de Wageningen Universiteit hem tot deeltijdhoogleraar Bacteriële Genetica, en in 1994 werd hij daar voltijdshoogleraar Microbiologie. Deze laatste positie combineerde hij met verschillende bestuurlijke functies bij de universiteit en wetenschappelijke instituten, zoals het Topinstituut Food & Nutrition. Vanaf 2007 is hij ook in deeltijd verbonden aan de Universiteit van Helsinki als Finland Distinguished Professor.

Willem de Vos bestudeert micro-organismen, zoals bacteriën, archaea en schimmels. Hij heeft onder andere ontdekt dat melkzuurbacteriën met elkaar communiceren door speciale peptiden, en dat ze door de productie van deze peptiden zelfs andere micro-organismen kunnen uitbannen. Tevens heeft hij methodes ontwikkeld om het metabolisme van melkzuurbacteriën doelgericht te beïnvloeden om zo de productie van smaakstoffen, vitamines en zoetstoffen te verbeteren. Zijn fundamentele ontdekkingen worden op grote schaal toegepast. Zo heeft zijn onderzoek bijvoorbeeld geleid tot de ontwikkeling van melkzuurbacteriën die de smaak en houdbaarheid van kaas verbeteren.

Hij gebruikte voor het eerst een multidisciplinaire benadering om de grote variatie aan bacteriën in het humane maag-darmkanaal te verkennen. Hij stelde met DNA-analyses onomstotelijk vast dat elk individu een unieke combinatie van soorten darmbacteriën bezit, die deels genetisch is bepaald. Dit legde de grondslag voor een onderzoeksgebied dat de relatie tussen de darmbacteriën en de gezondheid van de gastheer tracht te doorgronden. Zijn verwachting is dat de diagnostiek van darmbacteriën eraan kan bijdragen om specifieke ziektebeelden in kaart te brengen en daardoor beter te behandelen.

Zijn meest recente doorbaak is de revolutionaire uitvinding van de 'betere petrischaal'. Hij ontwikkelde microchips die bestaan uit miljoenen kleine kamertjes waarin tegelijk kleine hoeveelheden bacteriën, archaea, schimmels of zelfs humane cellen kunnen worden gekweekt en gekarakteriseerd. Hij toonde aan dat hiermee nieuwe en ook nog niet eerder gekweekte soorten kunnen worden geïsoleerd.

Willem de Vos is een zeer productieve wetenschapper. Hij is auteur of coauteur van meer dan 350 publicaties, rond de 50 hoofdstukken in boeken, houder van 25 patenten of patentaanvragen en heeft tot op heden bijna vijfenzeventig promovendi begeleid. Als de ontwikkelingen binnen zijn vakgebied hem niet snel genoeg gaan, trekt hij het veld vooruit. Bijvoorbeeld door internationale symposia te organiseren, nieuwe samenwerkingsverbanden op te zetten of start-up bedrijven te stimuleren.

Willem de Vos is een energieke, zeer gedreven en inspirerende onderzoeker, die bovendien een uitstekend wetenschapsmanager is. Naast zijn vele nevenfuncties in besturen en adviesraden, is hij altijd nauw betrokken bij het onderzoek. Zijn werklust, productie en inzet zijn zeer indrukwekkend, en de Spinozacommissie verwacht dan ook in de komende jaren nog veel nieuwe doorbraken van hem.

Dit juryrapport diende als basis voor de laudatio die prof. dr. Gerard Meijer uitsprak bij de bekendmaking van de NWO-Spinozapremies 2008 op 2 juni 2008.

08-19


---
Noot voor de redactie,

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek