Universiteit van Tilburg 22 mei 2008
Minder depressiviteit in Nederland dan gedacht
Promotie psychiater Cees Rijnders aan Universiteit van Tilburg
Er zijn minder psychiatrisch zieken in Nederland dan wordt aangenomen
door beleidsmakers in de GGZ en daarbuiten. Dat komt doordat het
epidemiologisch onderzoek meestal niet is gebaseerd op een deskundig
oordeel over ziek of gezond zijn, maar op het oordeel van mensen zelf.
Dat concludeert de psychiater Cees Rijnders in het proefschrift waarop
hij op 2 juni promoveert aan de Universiteit van Tilburg.
Cees Rijnders onderzocht methoden van epidemiologisch onderzoek voor
psychiatrische ziekten. Hij vergeleek de resultaten van interviews die
voornamelijk gericht zijn op het oordeel van mensen zelf over hun
gezondheid, met klinische interviews waarin het oordeel van een
psychiatrisch deskundige het zwaarst weegt. Conclusie: de eerste
methode, die het meest gangbaar is, leidt tot hogere cijfers over het
aantal psychiatrisch zieken dan de tweede.
De huidige data geven vooral een vertekend beeld over het aantal
mensen met depressies en angsten: dat is in werkelijkheid bijna de
helft zo klein, aldus Rijnders. In totaal is het aantal mensen met
psychiatrische aandoeningen 25% lager dan wordt aangenomen. In
epidemiologisch onderzoek moet het klinisch oordeel volgens de
onderzoeker in het vervolg worden meegenomen.
Wel toename depressies
Rijnders baseert zijn bevindingen op epidemiologisch onderzoek in de
regio Nijmegen. Uit een vergelijking van de data uit 1997 met die uit
1983 bleek verder dat het aantal psychisch zieken in veertien jaar
tijd wel is gestegen met 50%. Deze toename wijt Rijnders vooral aan
vermindering van de sociale inbedding van mensen, afname van sociale
steun en complexere sociale rollen. De welvaart zoals die door mensen
wordt beleefd nam in deze periode duidelijk toe, maar leidde dus niet
tot minder ziektegevallen. Rijnders concludeert dat geld niet gelukkig
maakt. De psychiatrische problematiek, vooral in de vorm van depressie
en angst, leek overigens het meest toegenomen op plaatsen waar de
bewoners waren geëvacueerd vanwege de dreigende overstroming van de
Maas en de Waal in 1993 en 1995.
Cees Rijnders (1956, Tilburg) studeerde medicijnen aan de Erasmus
Universiteit in Rotterdam. Na zijn artsexamen werkte hij 2,5 jaar in
de neurologie en specialiseerde zich in Leiden in de psychiatrie.
Tussen 1987 en 1997 was hij hoofd van de 7x24-uursdienst van de drie
Haagse Riaggs. In 1997 startte hij zijn promotieonderzoek binnen het
Regioproject Nijmegen 2, het vervolgonderzoek van Regioproject
Nijmegen 1 uit 1983. Inmiddels werkt hij als plaatsvervangend opleider
psychiatrie, bij de GGz Breburg Groep (Tilburg en Breda). Verder is
hij verbonden aan de vakgroep Sociale Geneeskunde van de Radboud
Universiteit in Nijmegen, als psychiater onderzoeker. Hij voerde zijn
promotieonderzoek uit bij de afdeling Sociale Geneeskunde van het UMC
St Radboud Nijmegen in samenwerking met de Tilburgse Faculteit Sociale
Wetenschappen.