UMC Utrecht
Kans op psychose bij jongeren
Mirjam Sprong onderzocht twee groepen jongeren van 12 tot 18 jaar met
een verhoogd risico op het ontwikkelen van een eerste psychose.
Ten eerste 80 jongeren met symptomen die erop wijzen dat ze zich
mogelijk in de vroegste fase van een eerste psychose bevinden en ten
tweede 32 jongeren met een aan-autisme-verwante stoornis, namelijk
Multiple Complex Developmental Disorder (MCDD). Het belangrijkste doel
was om deze groepen te vergelijken op mogelijke neurocognitieve en
gedragsmatige kwetsbaarheidsindicatoren voor psychose, om op die
manier bij te dragen aan de kennis over de mogelijke oorzaken van
psychoses.
De twee groepen verschilden in hun ontwikkelingsvoorgeschiedenis.
Jongeren met MCDD kwamen vaker al op zeer jonge leeftijd in contact
met de geestelijke gezondheidszorg en volgden vaak een vorm van
Speciaal Basisonderwijs. Beide hoog-risico groepen rapporteerden
hoog-risico symptomen, schizotypische persoonlijkheidstrekken en
sociale problemen. Beide hoog-risico groepen lieten echter op de
meeste neurocognitieve taken nauwelijks problemen zien. Wel
presteerden beide groepen minder goed op taken die psychomotorische
snelheid, aandacht/werkgeheugen en de productie van verbale output
meten.
Dit betekent dat beperkingen op deze neurocognitieve domeinen mogelijk
kwetsbaarheidindicatoren zijn voor psychose. Vervolgonderzoek is nodig
om te bepalen of de risicosymptomen en sociale en neurocognitieve
beperkingen voorspellend zijn voor de transitie naar psychose.
Mirjam Sprong promoveert op 3 juni aan de Universiteit Utrecht.
dinsdag 3 juni 2008