Vrije Universiteit Amsterdam
Oratie Henk Elffers: Een straffe aanpak
'Frequentere opsporing en berechting noodzakelijk'
Een ruime meerderheid van de Nederlanders vindt dat de strafrechter vaak te licht straft. Deze roep moet echter anders geïnterpreteerd worden: men wil dat overtredingen en misdaden vaker bestraft worden. Dat zegt Henk Elffers in zijn oratie bij zijn benoeming tot hoogleraar empirische bestudering van de strafrechtpleging aan de Vrije Universiteit Amsterdam op 30 mei.
Andere aspecten van het strafproces dan de uitgedeelde straffen vinden juist wel veel steun bij het Nederlandse publiek, zoals rechterlijke onafhankelijkheid, onpartijdigheid en rechtvaardigheid. De roep om strengere straffen kan worden geïnterpreteerd als een uiting van zorg en ontevredenheid van de respondenten over het niveau van de criminaliteit. Dat moet worden aangepakt en voor veel Nederlanders lijkt het een uitgemaakte zaak dat streng straffen daarbij de beste of enige remedie is.
Voor veruit de meeste strafrechtelijke regels en veruit de meerderheid van de potentiële daders geldt dat de zwaarte van de straf niet belangrijk is. Van belang is dàt overtredingen strafbaar zijn gesteld, minder met welke straf. Voor de kleine maar bijzonder hinderlijke groep mensen die geen boodschap hebben aan de door de grote meerderheid van de burgers onderschreven strafrechtelijke normen zou een verhoging van de strafmaat wel effect kunnen hebben. Het probleem is echter dat veel van hun overtredingen en misdrijven helemaal niet bestraft worden: zij komen er mee weg, de pakkans is te laag. Voor deze groep geldt daarom vooral dat er niet zozeer zwaarder gestraft moet worden, maar vaker. Slechts dan mag men hopen dat de leden van deze groep minder vaak in herhaling vervallen. Strengere straffen bieden dus niet dè oplossing.
Het zwaartepunt van de publieke kritiek verschuift met deze constatering van de strafrechter naar de opsporing. Er is dan ook geen noodzaak tot grote hervorming van het strafproces (minimumstraffen, lekeninbreng, juryrechtspraak). De gebleken onvrede wijst vooral op de noodzaak van een frequentere opsporing en berechting.