SGP


28 - 05 - 08 | Media hebben wijsheid niet in pacht

Ook van de media kan en mag een zekere wijsheid worden verwacht. Dat betekent dat niet alles kan wat mag.
Dat stelt de SGP in het debat over mediawijsheid. Het kabinet stuurde over dit onderwerp een brief naar de Tweede Kamer. De SGP-fractie in de Tweede Kamer heeft hierover vorig jaar een notitie geschreven. Van der Vlies voerde tegenover de ministers Plasterk en Rouvoet een pleidooi om met name ouders veel meer te gaan betrekken bij het media-expertisecentrum. Dat centrum zou een klachtenpannel moeten zijn voor ouders die zich storen aan tv- en radio programma's en andere media-uitingen.

________________________________________

AO Mediawijsheid
Van der Vlies
28 mei 2008

Voorzitter. Vandaag staat wijsheid op de politieke agenda. Een uniek moment, want wijsheid komt hier niet vaak langs. Er zijn weliswaar politieke partijen waar veel Minervanen verkeren, maar dat brengt niet vanzelf wijsheid met zich mee. In de klassieke oudheid en in de christelijke traditie is wijsheid een kernwaarde. Ook de huidige tijd vraagt om wijsheid, zeker bij het gebruik van media. Mediawijsheid is de overkoepelende aanduiding van het beleid dat burgers een goede houding wil bijbrengen in het complexe medialandschap. Die wijze houding is onontbeerlijk, maar schiet tekort wanneer niet tegelijk bepaalde ongewenste invloeden worden beperkt. Wijsheid is namelijk geen garantie dat er gewenning ontstaat aan immorele uitingen die uiteindelijk de morele kracht van de gemeenschap ondermijnen.

Het kabinet zet voornamelijk in op vorming van burgers. Dat is een belangrijke pijler. Die vorming zal echter vooral door burgers zelf moeten gebeuren; de overheid mag zich niet laten verleiden om deze verantwoordelijkheid over te nemen. Naast vorming is de overheid in het bijzonder geroepen om haar burgers te beschermen tegen ongewenste uitingen. Een filosoof als Plato wilde daarom bepaalde uitingen van dichters en schrijvers beperken. Want, zo zei hij, âwe moeten voorkomen dat onze jeugd laaghartig gedrag gewoon gaat vinden.â Beperking van alcoholreclame is daarom een goede stap van dit kabinet. Zeker via de publieke omroep heeft de overheid het recht om meer sturend op te treden, bijvoorbeeld om seksualisering tegen te gaan. Graag een reactie.

Maatregelen tegen ongewenste uitingen zijn volgens het kabinet onmogelijk vanwege de vrijheid van meningsuiting: âvoorop staat vanzelfsprekend de vrijheid van meningsuitingâ, zo wordt gesteld. Dat klinkt logisch, maar is juridisch ongegrond. In de Verenigde Staten geldt vanwege de constitutie bijvoorbeeld ook een verbod op de beperking van het vrije woord. Ondanks dit recht geniet uitzending van obscene of onfatsoenlijke programmaâs echter geen absolute bescherming. Zeker bij verenigingen als de publieke omroep moet een afweging gemaakt worden tussen vrijheid van meningsuiting en de belangen van burgers. Het systeem van coregulering is hiervoor de mooiste oplossing. De omroepen kunnen bewogen worden zichzelf te binden om bepaalde uitingen niet uit te zenden. Ook onze nationale ombudsman Brenninkmeijer pleit voor behoorlijkheidstoetsing, zelfs vanuit de politiek, omdat meningsuiting via de media vaak pure commercie is. Graag een reactie.

De SGP-fractie waardeert de proef die het kabinet lanceert voor een systeem van geschiktheid. In onze notitie Waarden, normen en media hebben wij voor deze aanpak gepleit; we danken de minister dat hij daar kennis van heeft genomen. Geschiktheid gaat vooral over het oordeel van gewone ouders over wat goed is voor hun kinderen. Die oordelen zijn vaak niet wetenschappelijk te onderbouwen, maar hebben voor kinderen grote waarde. De waardering voor de wetenschappelijke onderbouwing van mediaclassificatie in veel gevallen dan juist een belemmering. Zaken die door ouders in grote getale als onfatsoenlijk en ongewenst worden ervaren, zij niet altijd wetenschappelijk te onderbouwen. Hoe geeft de minister deze ouders een grotere stem? Wordt in de proef van het NICAM met geschiktheid overigens ook gewerkt met positieve prikkels voor programmaâs die voor jongeren aan te bevelen zijn?

De rol van ouders in het voorgestelde Mediawijsheid expertisecentrum vraagt naar de mening van de SGP-fractie meer waardering. Krijgen de ouders een wezenlijke stem bij de vormgeving van programmaâs en activiteiten? Bovendien dreigt het centrum nu enkel te verzanden in een netwerk van programmaâs voor bevordering van mediawijsheid. Het centrum zou echter juist ook een functie moeten krijgen als klachtenorganisatie voor ouders over de geschiktheid van programmaâs. Nu betreffen de klachten vooral de schadelijkheid en dat is nog erg beperkt. Wanneer dit kabinet toch ouders wil mobiliseren en samenbrengen, lijkt ons dit centrum het meest geschikte middel. Kan de minister toelichten waarom hij hier niets in ziet? De argumentatie dat effect niet bewezen is, lijkt ons hiervoor erg mager. Wil de minister ook reageren op de bewering van de Vereniging Openbaar Onderwijs dat ouders bij de inventarisatie eigenlijk nauwelijks zijn gehoord en dat rol van ouders bij het NICAM eigenlijk weinig voorstelt (driemaal twee uur per jaar)?
Gelukkig wordt het onderwijs niet opnieuw belast met maatschappelijke taken. Het kabinet kiest er niet voor om aanvullingen op of ingrepen in het bestaande aanbod te plegen. De SGP-fractie steunt deze lijn. Natuurlijk vindt mediawijsheid voor een deel binnen het onderwijs plaats, maar daarvoor bieden de bestaande vakken op allerlei plaatsen al aanknopingspunten. De inspectie ziet toe op de toepassing van de kerndoelen. Wat is het karakter van dat toezicht? Blijft druk of beïnvloeding achterwege, zodat scholen werkelijk in vrijheid hun onderwijs kunnen vormgeven?

De minister heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een beveiligingssysteem voor chatboxen, zoals ook in de door mij ingediende motie is verzocht. Dank voor de resultaten. Zou een elektronische identiteitskaart in breder verband een adequaat middel kunnen zijn voor de bescherming van jongeren op internet?

Media hebben wijsheid niet in pacht