Universiteit van Amsterdam

De eerste aangrijpende beschrijvingen van grote-stadsproblematiek

Amsterdamlezing


dinsdag 28 mei, 20.00 uur

Onder de titel Mokum houdt Nelleke Noordervliet de vierde Amsterdamlezing van dit seizoen. Mokum is de naam die de Joodse immigranten aan Amsterdam gaven. Bijna vier eeuwen lang heeft een tot aan de oorlog substantiële groep Joden het karakter van Amsterdam mede bepaald. Ze woonden in het ghetto, een buurt rond de Houtgracht, nu het Waterlooplein. Rond 1900 werd het leven in het ghetto indringend beschreven door een aantal Joodse schrijvers zoals Heijermans en Querido. Er was geen sprake van een idylle, maar voor het eerst van een door het socialisme geïnspireerde aangrijpende beschrijving van grote-stadsproblematiek. De oorlog maakte een einde aan het ghetto. Amsterdam schreef een nieuw verhaal over het oude. In de literatuur wordt de geschiedenis bewaard, aldus Noordervliet.

Over de spreker
Nelleke Noordervliet debuteerde in 1987 met Tine of De dalen waar het leven woont, een gefingeerde autobiografie van Multatuli's eerste vrouw. Daarna schreef ze romans, novellen, essays en boeken over geschiedenis. Haar werk viel regelmatig in de prijzen. Ze was gastschrijver in Leiden, Groningen, Delft, Berlijn en Parijs. Noordervliet schrijft columns in het Historisch Nieuwsblad en is op de radio te beluisteren bij Desmet Live van de humanistische omroep en OVT van de VPRO.

Amsterdamlezingen 2008
De Universiteit van Amsterdam biedt jaarlijks een reeks lezingen aan over de stad Amsterdam. Het thema van dit seizoen is De verbeelde stad. Onder leiding van bijzonder hoogleraar Grootstedelijke problematiek Paul Scheffer gaan zes schrijvers op dit thema in.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam. Toegang vrij. Reserveren is raadzaam, zie: www.uva.nl/adamreeks.

Het verwerven van praktijkkennis door chirurg en kinderarts


Promotie Geneeskunde


woensdag 28 mei, 12.00 uur
Hoe kunnen aio's in het dagelijks werk ondersteund worden in het verwerven van medische praktijkkennis? Deze vraag staat centraal in het proefschrift van Tineke Stegeman. Zij onderzocht literatuur en deed empirisch onderzoek. Bij dat laatste richtte zij zich op twee begrippen, 'voorbeeld' en 'feedback', in de opleiding tot chirurg (heelkunde) en kinderarts (kindergeneeskunde). Heelkunde representeert daarbij het handelend deel van het medisch-specialistische spectrum, kindergeneeskunde het beschouwende deel. Het verwerven van praktijkkennis wordt makkelijker als opleiders vóórdoen en vóórdenken illustreren met tekst en uitleg. Dit geldt min of meer ook voor de feedbackfunctie; sturend commentaar in de dialoogvorm vergemakkelijkt kennisverwerving. Mw. J.H. Stegeman: Gezel bij moderne meesters. Een onderzoek naar het verwerven van praktijkkennis in de opleidingen tot chirurg en kinderarts. Promotor is dhr. prof. dr. N.S. Klazinga.


Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Ontstekingsremmende effecten van High density lipoproteïne bevestigd


Promotie Geneeskunde


woensdag 28 mei, 14.00 uur
Verhoging van het High density lipoproteïne (HDL) lijkt een effectieve manier om het risico op hart- en vaatziekten te beïnvloeden. De huidige HDL-verhogende middelen zijn niet effectief genoeg, maar er komen nieuwe, veelbelovende medicijnen aan, zo blijkt onder andere uit dierproeven. Niet alleen de verhoging van HDL kan van belang zijn, maar ook het verbeteren van de werking (functionaliteit). Rakesh Birjmohun pleit ervoor op twee paarden te wedden: verhoging én verbetering van functionaliteit. Antioxidatieve eigenschappen van HDL blijken geen voorspellende waarde te hebben voor het risico op hart- en vaatziekten, screening op HDL-gehalte wel. Birjmohun bevestigt de anti-inflammatoire (ontstekingsremmende) effecten van HDL. Dit betekent dat HDL-verhoging door het remmen van ontstekingsactiviteit wellicht ook bij acute aandoeningen zoals het hartinfarct een gunstig effect kan hebben. Dhr. R.S. Birjmohun: HDL on the crossroads of inflammation, coagulation and atherosclerosis. Promotor is dhr. prof. dr. J.J.P. Kastelein
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Moleculaire simulatie van eiwitvouwing geeft inzicht in complexe celprocessen


Promotie Scheikunde


donderdag 29 mei, 10.00 uur
Eiwitten zijn een van de belangrijkste onderdelen van een levende cel. Elk eiwit heeft behalve een unieke volgorde van aminozuren ook een karakteristieke driedimensionale structuur. Deze structuur stelt eiwitten in staat om hun biologische functie in de cel te vervullen. Zonder onderzoek aan eiwitstructuren en het mechanisme van vouwen en ontvouwen van deze structuren is het niet mogelijk om complexe cellulaire processen te begrijpen. Inzicht in deze mechanismen en de thermodynamica van eiwitvouwing zou in principe het ontwerpen van eiwitten met gewenste functies mogelijk maken. Eiwitten vouwen zich heel snel, sommige in een miljoenste van een seconde. Vanuit fysisch oogpunt is het vouwen van een eiwit echter een zeldzame gebeurtenis (rare event), omdat de kinetiek van moleculen zoals eiwitten bekeken moet worden op de relevante tijdschaal, namelijk de tijdschaal van atoomvibraties. Vouwing kost een enorm aantal atoomvibraties waardoor moleculaire simulaties van dit proces erg moeilijk te realiseren zijn. Jarek Juraszek richt zich in zijn onderzoek op de simulatie van eiwitvouwing op moleculair niveau. Hij bespreekt algoritmen voor het verbeteren van de efficiëntie van rare event sampling. Met deze methoden is het mogelijk het 'vouwingsmechanisme' op atomistische schaal te voorspellen, reactieconstanten uit te rekenen en de corresponderende transitietoestanden te bepalen. Met simulaties kunnen ook de oorzaken voor 'verkeerd vouwen' door eiwitten bestudeerd worden, een proces dat in levende organismen ernstige ziekten kan veroorzaken. Dhr. J. Juraszek: Proteins in Action. Simulations of conformational changes in small proteins. Promotor is dhr. prof. dr. P.G. Bolhuis.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Experimentele 'fitnesslandschappen' voorspellen evolutie van bacterieel regeleiwit


Promotie Natuurkunde


donderdag 29 mei, 12.00 uur
Het fitnesslandschap is een begrip dat gebruikt wordt om de evolutie te beschrijven. Een fitnesslandschap laat zien bij welke combinatie van mutaties een organisme het beste aangepast is aan zijn omgeving. Het fitnesslandschap is een enigszins abstract begrip, maar kan vergeleken worden met een berglandschap met pieken en dalen. De pieken stellen combinaties van mutaties voor die maken dat een organisme goed is aangepast aan zijn omgeving. De dalen geven de combinaties weer waarmee organismen slecht overleven. Het experimenteel bepalen van fitnesslandschappen (bestaande uit mogelijke evolutionaire tussenvormen) is een nieuwe methode die het mogelijk maakt de voortgang van de evolutie op een gedetailleerd niveau te volgen, en in sommige gevallen te voorspellen. Frank Poelwijk onderzocht welke factoren ervoor zorgen dat een bacterieel regeleiwit zich evolutionair kan aanpassen aan een nieuwe omgeving. Hiermee was het voor het eerst mogelijk om de evolutie van een regeleiwit stap voor stap te volgen in het laboratorium. Poelwijk verwacht dat de beschreven methodiek niet alleen fundamentele kennis over evolutionaire processen oplevert, maar ook kan bijdragen aan bijvoorbeeld de strijd tegen multi-resistente bacteriestammen. Dhr. F.J. Poelwijk: Fitness landscapes of gene regulation in variable environments. Promotor is dhr. prof. dr. D. Frenkel.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Minder medicijnen voor diabetici bij gespecialiseerd verpleegkundige in huisartspraktijk


Promotie Geneeskunde


donderdag 29 mei, 14.00 uur
De aanwezigheid van een gespecialiseerd verpleegkundige in de huisartspraktijk vermindert het aantal medicijnvoorschriften voor diabetespatiënten. Dat blijkt uit het onderzoek van Jeroen Struijs. Hij bestudeerde de invloed van preventie en multidisciplinaire ketenzorg op de toekomstige ziekte- en zorglast als gevolg van chronische aandoeningen. Ruim veertig procent van de diabetespatiënten heeft daarnaast andere ziektes, iets waar de ketenzorg volgens Struijs op in moet spelen. Het opzetten van stroke services waar patiënten na een beroerte worden behandeld, is belangrijk voor het beheersen van de kosten (nu zo'n 4,3 procent van de totale zorgkosten). Dhr. J.N. Struijs: The future health (care) burden of chronic diseases in the Netherlands. Promotor is mw. prof. dr. G.A.M. van den Bos.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

'Nieuwe Romeinsen' speelden belangrijke rol in openbaar leven van Romeinse keizertijd


Oratie Geschiedenis


donderdag 29 mei, 14.30 uur
Mw. E.A. Hemelrijk, hoogleraar Oude geschiedenis: Nieuwe Romeinsen.

Ons beeld van Romeinse vrouwen is sterk bepaald door de literaire bronnen - waaronder de geschiedschrijving - die zich vooral richten op vrouwen in Rome, stelt Emily Hemelrijk in haar oratie. Keizerinnen en vrouwen die door publieke schandalen de aandacht trokken, nemen in deze bronnen een onevenredig grote plaats in. Om een beter inzicht te krijgen in de geschiedenis van Romeinse vrouwen én in die van de stedelijke samenleving van de Romeinse keizertijd is het van groot belang niet alleen te kijken naar de vrouwen in Rome. Ook de vrouwen uit de talrijke grotere en kleinere steden van het Romeinse rijk die hun sporen hebben nagelaten in inscripties, moeten in beschouwing worden genomen. De rol die deze 'nieuwe Romeinsen' speelden in het openbare leven van hun steden als priesteressen, weldoensters en patronessen van hun stad of van collegia (verenigingen) vormt een aanvulling en correctie op ons beeld van Romeinse vrouwen, beargumenteert Hemelrijk.


Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Hyperglycemie en hyperinsulinemie versterken neiging tot bloedstolling


Promotie Geneeskunde


vrijdag 30 mei, 10.00 uur
Een verhoogde bloedsuikerspiegel (hyperglycemie) en een verhoogd insulinegehalte in het bloed (hyperinsulinemie) kunnen onafhankelijk van elkaar de neiging tot bloedstolling versterken. Dit blijkt uit het onderzoek dat Michiel Stegenga uitvoerde bij gezonde vrijwilligers. Het risico is groter tijdens een ernstige ziekte of als het afweersysteem al geactiveerd is. Uit het ziekteverloop van patiënten met en zonder diabetes die met bloedvergiftiging op de Intensive Care waren opgenomen concludeert Stegenga dat een acute verhoging van glucose en insuline de kans op een slechtere afloop vergroot, meer dan chronische hyperglycemie (zoals bij diabetespatiënten). Dhr. M.E. Stegenga: The Influence of Hyperglycemia and Hyperinsulinemia on Innate Immune and Coagulant Responses. Promotoren zijn dhr. prof. dr. T. van der Poll en dhr. prof. dr. H.P. Sauerwein.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Meer pijnklachten bij endoscopische behandeling van chronische alvleesklierontsteking


Promotie Geneeskunde


vrijdag 30 mei, 12.00 uur
Een endoscopische behandeling bij chronische ontsteking van de alvleesklier pakt minder gunstig uit dan een chirurgische ingreep waarbij de buik wordt opengesneden. De gerandomiseerde studie die Djuna Cahen uitvoerde om de twee behandelingen te vergelijken, werd voortijdig gestaakt toen bleek dat de patiënten na endoscopie veel meer pijnklachten hadden. Endoscopie heeft de naam minder belastend te zijn dan een open operatie. Omdat het onderzoek werd uitgevoerd bij patiënten in een vergevorderd stadium van de ziekte, sluit Cahen niet uit dat endoscopie in sommige gevallen wél een alternatief is voor de chirurgische ingreep. Mw. D.L. Cahen: Endoscopic Treatment for Chronic Pancreatitis. Promotoren zijn dhr. prof. dr. P. Fockens en dhr. prof. dr. D.J. Gouma.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Atoomchip maakt exacte thermodynamica kwantumgas meetbaar


Promotie Natuurkunde


vrijdag 30 mei, 14.00 uur
Aaldert van Amerongen slaagde er met collega's van de UvA, Stichting FOM en de University of Queensland (Australië) in de temperatuur en dichtheid te meten van een kwantumgas dat slechts in één richting kan bewegen. De gemeten waarden komen verbazend goed overeen met exacte berekeningen volgens een methode die Nobelprijswinnaar C.N. Yang en zijn broer C.P. Yang al in 1969 ontwikkelden. Van Amerongen prepareerde het gas met behulp van een microchip. Deze 'atoomchip' maakt het mogelijk om gasatomen samen te persen langs een lijn zodat een zeer langgerekte wolk ontstaat. De naaldvormige gaswolk, honderd keer dunner dan een haar, werd gekoeld tot een temperatuur van zo'n 100 miljardste graad boven het absolute nulpunt. Bij deze extreem lage temperatuur kan het gas zich nog maar in één richting bewegen en gedraagt het zich dus eendimensionaal. Op deze manier hebben Van Amerongen en zijn collega's voor het eerst, bijna veertig jaar na de introductie van de theorie, een meting gerealiseerd aan een 'Yang-Yang-gas' van atomen. In de driedimensionale kwantumwereld is het te complex gebleken het thermisch gedrag van meer dan twee atomen exact (zonder benaderingen) te berekenen. Met de theorie van Yang en Yang is dit wel mogelijk voor een gas van heel veel atomen mits het gas is opgesloten in één dimensie. Van Amerongen laat nu voor het eerst zien dat de exact berekende thermodynamica van de gaswolk overeenkomt met laboratoriummetingen. Dhr. A.H. van Amerongen: One-dimensional Bose gas on an atom chip. Promotor is dhr. prof. dr. J.T.M. Walraven.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Een economische en historische analyse van slavernij in het oude Rome


Oratie Economie


vrijdag 30 mei, 14.30 uur
Dhr. G. Dari-Mattiacci, hoogleraar Law & Economics: Slavernij en vrijheid. Giuseppe Dari-Mattiacci houdt zich in zijn onderzoek bezig met de economische analyse van het recht. De economische analyse van het recht is een methodologie die wordt gebruikt om de invloed van het recht op het menselijk gedrag te begrijpen. Dari-Mattiacci verrijkt de traditionele methode met historische analyses. Op deze manier kan het recht in een evolutionair perspectief geplaatst worden, wat nieuwe onderzoeksvragen oplevert. Dit geeft inzicht in hoe veranderingen in sociaal-economische factoren het recht beïnvloeden en vice versa. In zijn oratie geeft Dari-Mattiaci een historische analyse van slavernij en vrijheid in het Oude Rome. Daar gebruikten meesters vaak kostbare beloningen om hun slaven aan het werk te houden in plaats van de goedkopere manier, straffen. Het gebruik van beloningen kan gekoppeld worden aan taken waarbij de inzet moeilijk te evalueren valt. Een beloningssysteem leidt op zijn beurt tot een betere levensstandaard, het verkrijgen van vrijheid, en sociaal-economische vooruitgang. Deze bevindingen verklaren de verschillen in kwaliteit van leven en uitzicht op vrijheid van de slaven, vrijwillige slavernij en de keus tussen slaven, en betaalde arbeid in het oude Rome. De beloning is alleen effectief als de meester kredietwaardig genoeg is om de slaaf daadwerkelijk te belonen en hem niet later alsnog onteigent. Wettelijke regels die slaven beschermden en het gedrag van meesters aan banden legden, kunnen worden gezien als een manier om dat probleem aan te kaarten. Ter afsluiting plaatst Dari-Mattiacci de hypotheses over dit beloningssysteem in een breder perspectief. De meester-slaafverhouding laat een aantal analogieën zien met de verhouding tussen een dictator en zijn onderdanen en een kolonisator en de gekoloniseerden. In deze situaties kan het beschreven beloningssysteem gebruikt worden om het gebruik van fysieke versus intellectuele arbeid of natuurlijke bronnen versus kennis te bestuderen.


Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Hoogleraarsbenoemingen

Dhr. dr. B.W. Mol (1965) is benoemd tot hoogleraar Klinisch evaluatieonderzoek in de verloskunde, gynaecologie en fertiliteit aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA).

Ben Willem Mol houdt zich bezig met het organiseren van multicentrisch evaluatieonderzoek in de verloskunde, gynaecologie en fertiliteit. In een landelijk onderzoeksconsortium werken momenteel meer dan vijftig ziekenhuizen, waaronder alle academische centra, samen bij de uitvoering van ruim tien multicentrische gerandomiseerde trials. Het onderzoek richt zich voornamelijk op de alledaagse praktijk. Zo werd onlangs ontdekt dat vijftien minuten bedrust na een inseminatieprocedure de zwangerschapskansen van paren bij wie de reden van de onvruchtbaarheid niet duidelijk is, met 10% verhoogt. Ook werd duidelijk dat het geven van een medicijn om de baarmoeder soepel te maken de slaagkans bij een draaipoging voor stuitligging niet verhoogt.

Naast het grootschalig evaluatieonderzoek houdt Mol zich bezig met onderzoek naar het verbeteren van diagnostische processen. In 2003 kreeg hij binnen het Vidi-programma van ZonMW een beurs voor de evaluatie van individuele beslisregels in de verloskunde/gynaecologie. Daarnaast spant hij zich in voor de implementatie van de principes van evidence based medicine in zijn vakgebied. In zijn functie als hoogleraar beschouwt Mol het als zijn belangrijkste taak om het klinisch evaluatieonderzoek in de obstetrie, gynaecologie en fertiliteit te stimuleren en te innoveren. Zijn professioneel adagium is 'Een dag niet gerandomiseerd is een dag niet geleefd'.

Mol studeerde Geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1993 tot 1997 werkte hij op de afdeling Klinische Epidemiologie en Biostatistiek van het AMC. In 1999 promoveerde hij cum laude aan de Faculteit der Geneeskunde van de UvA op het proefschrift Evaluating the effectiveness of diagnostic tests: tubal subfertility and ectopic pregnancy. Tussen 1997 en 2003 werd hij opgeleid tot gynaecoloog in het MMC te Veldhoven, het UMC te Utrecht en het Tweestedenziekenhuis te Tilburg. Mol is sinds 2002 als senior onderzoeker verbonden aan de afdeling Verloskunde/Gynaecologie van het AMC. Van 2003 tot 2007 was hij werkzaam als gynaecoloog-perinatoloog aan het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven. Mol zit in de redactieraad van de tijdschriften Evidence Based Obstetrics and Gynaecology en Tijdschrift voor Fertiliteits Onderzoek. Ook is hij voorzitter van de commissie Richtlijnen en lid van de commissie Wetenschap van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).

Noot voor de pers:
Dit is een overzicht van promoties, oraties, afscheidscolleges en andere activiteiten aan de Universiteit van Amsterdam. Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail: persvoorlichting@uva.nl. Met vragen over plechtigheden Geneeskunde kunt u contact opnemen met AMC Voorlichting, tel. 020 - 566 2929. Onder aan deze agenda vindt u de rubriek hoogleraarsbenoemingen.