Ingezonden persbericht

Jaarbericht Halt-sector 2007

Profiel

Halt levert een bijdrage aan de preventie en bestrijding van veelvoorkomende jeugdcriminaliteit bij
jongeren tot 18 jaar. Gemiddeld de helft van de jongeren die de politie per jaar aanhoudt, gaat naar een
Halt-bureau voor een Halt-afdoening (12-18 jaar) of een Stop-reactie (12-min). De preventie-activiteiten van
de Halt-bureaus bestaan met name uit advisering, voorlichting en de ontwikkeling en uitvoering van lokale
preventieprojecten. Halt Nederland is de landelijke organisatie van de Halt-sector en ondersteunt het werk
van de Halt-bureaus, in samenspraak met relevante (keten)partners.

Dit jaarbericht is een uitgave van Halt Nederland
© 2008
Teksten en cijfers Halt Nederland
Ontwerp Lumenetwerk, Rotterdam
Drukwerk Koninklijke Broese & Peereboom, Breda
Fotografie Hans Moolenaar (tenzij anders vermeld)
De jongeren op de foto's zijn modellen.

Jaarbericht 2007

Inhoud
Voorwoord 5
Discussie over de
Halt-waardige feiten 6
Interne samenwerking in de
Halt-sector versterkt 11
Imago-onderzoek 11
25 jaar Halt en symposium 11
Alcoholprojecten 12
Ouders van tegendraadse jeugd 16
Aanwijzingsregeling Halt 19
Kostprijsonderzoek 19
Peermediation 20
Expertgroep preventie 22
Certificering 22
Schoolverzuim 24
De ontwikkeling van de
versterkte Halt-afdoening 28
Jaarcijfers 31

4

Voorwoord

In het afgelopen jaar bestond Halt 25 jaar. Dat was natuurlijk aanleiding voor feest. Maar tevens markeerde dit jubileum
verandering en vernieuwing. Als resultaat van een geslaagde reorganisatie staat er begin 2007 een stevige sector met 18 grotere
Halt-bureaus. Zij beginnen met de versterking en vernieuwing van de Halt-aanpak en zo komt in 2007 de doorontwikkeling van de
Halt-afdoening goed op stoom. Dit zal niet alleen resulteren in een opnieuw beschreven en onderbouwde aanpak, die naar
verwachting effectiever is, maar levert tevens nieuwe elementen en accenten op. Over deze vernieuwende aspecten rapporteert
dit jaarbericht in interviews met direct betrokkenen.
Zo is er in de Halt-aanpak altijd aandacht geweest voor het betrekken van ouders, maar een interventie direct gericht op
ouders is nieuw. Dit jaarbericht brengt dit vernieuwende element voor het voetlicht. Ook de versterkte aandacht voor school-
verzuim en nieuwe manieren voor conflictbemiddeling op scholen komen aan de orde. Een ander aspect dat bij Halt meer
aandacht krijgt, is de overlast die jongeren veroorzaken onder invloed van (veel) alcohol. Met name van de kant van gemeenten
wordt hierbij een beroep op Halt gedaan.
Naast aandacht voor de inhoudelijke ontwikkelingen in de Halt-sector, biedt het jaarbericht tevens de cijfermatige informatie
over de uitgevoerde Halt-afdoeningen en Stop-reacties in 2007. Bijna de helft van alle door de politie aangehouden jongeren
komt bij Halt, die daarmee een belangrijke voorpost is bij de bestrijding van jeugdcriminaliteit.
Al met al speelden in 2007 versterking, verbreding en vernieuwing een belangrijke rol in de Halt-sector. Dit alles is in lijn met
de prioriteiten van het huidige kabinet rond het terugdringen van jeugdcriminaliteit. Het voorkomen van criminaliteit en het bieden
van een tweede kans na een begane fout, zijn in het belang van een gezonde ontwikkeling van onze jongeren. Daarom zijn dit
mooie doelstellingen en ambities voor de 320 Halt-medewerkers in het land.
Peter den Oudsten
voorzitter bestuur Halt Nederland

---

Discussie over de

`we moeten goed kijken of wij de
juiste jongeren naar Halt verwijzen'
6

De maatschappelijke ontwikkelingen en de recente onderzoeken naar de Halt-afdoening hebben in

2007 de discussie over de zogenaamde Halt-waardige feiten (een overzicht vindt u achter in dit

jaarbericht) verder aangezwengeld. Steeds vaker wordt Halt ingeschakeld bij speciale projecten en
wordt vervolgens voor nieuwe delicten of overtredingen naar Halt verwezen, zoals bij spijbelen en
overlast door alcoholgebruik. In de discussie of er voor lichte feiten naar Halt verwezen moet worden,
speelt ook vuurwerk een belangrijke rol.
Diana Vonk van Halt Zuid-Holland Zuid en Linda Dubbelman, jeugdofficier in Rotterdam en voorzitter
van het Landelijk platform jeugdofficieren van het Openbaar Ministerie, verwoorden de belangrijkste
thema's die in de discussie in 2007 aan de orde kwamen. In 2008 zal deze moeten uitmonden in een
nieuwe lijst Halt-waardige feiten en wellicht ook in aanpassingen in de recidiveregeling.
Halt-waardige feiten
Linda Dubbelman Overtredingen
jeugdofficier en voorzitter van het Landelijk platform `Als je lichte feiten naar Halt stuurt, moet je bedenken of
jeugdofficieren van het Openbaar Ministerie dat betekent dat de recidiveregeling en het aantal toege-
stane verwijzingen naar Halt aangepast moeten worden.
Discussie Voor overtredingen kun je meestal volstaan met een boete,
`Halt, de politie en het OM moeten discussiëren over maar als je de ouders erbij wilt betrekken, kan Halt een
de thema's rond de lijst Halt-waardige feiten; over welke goed antwoord bieden. Voor alcoholmisbruik geldt dit
delicten, de vorm van de straf en de recidiveregeling, om bijvoorbeeld, omdat dit het begin kan zijn van andere
zo tot een gemeenschappelijk kader te komen. delicten en je met vroeg ingrijpen erger kunt voorkomen.
Ik vind dat je moet kijken naar de gevolgen van de Dus misschien moet bij sommige overtredingen de
delicten. Als we daarvan uitgaan, kunnen we bepalen hoe mogelijkheid tot verwijzing naar Halt wel open gehouden
zwaar we de strafbare feiten laten wegen en hoe we dan worden. En dan moeten we vervolgens goed kijken naar
vervolgens moeten straffen. Verder vind ik het belangrijk dat de recidiveregeling.
er één duidelijke aanwijzing komt, zodat de verschillende Hetzelfde geldt voor first offenders. Uit het onderzoek
arrondissementen op één lijn komen en er een eenduidig van Beke is gebleken dat Halt met name zinvol is voor first
beleid komt voor wat betreft het toelaten van zwaardere en offenders en daar ben ik het wel mee eens. Bij de mis-
lichtere delicten.' drijven is het duidelijk dat het alleen om first offenders moet
gaan, maar bij overtredingen als spijbelen en vuurwerk-
delicten ligt dit anders, want deze komen voort uit ander-
soortig gedrag. We moeten dus goed kijken naar wat
thuishoort bij Halt en op basis daarvan naar de recidive-
regeling.'
---

Vuurwerk Spijbelen

`De delicten rond het gebruik van vuurwerk zijn geen `Zoals we het nu zien, zou licht spijbelen met weinig
overtredingen, maar misdrijven en daarvoor blijft Halt een achterliggende problematiek naar Halt kunnen, maar Halt
passend antwoord: samen het vuurwerk opruimen, de moet hiervoor dan wel een aparte spijbelafdoening
regels duidelijk maken en de schadevergoeding regelen. ontwikkelen. Het aantal verwijzingen voor spijbelen zal
Je kunt deze zaken beter via Halt laten lopen, zolang de toenemen, want er is steeds meer aandacht voor.
vuurwerkregelgeving blijft zoals zij is. Wel moeten we We moeten dan de grens aangeven tussen matig en licht
bedenken wat dat betekent voor de recidiveregeling, want spijbelen en besluiten wat er naar Halt kan.
delicten als het vroegtijdig afsteken van vuurwerk hebben Bij spijbelen is wel vaak sprake van achterliggende
weinig te maken met echt crimineel gedrag. Ook is het van problematiek. Er moeten dus goede afspraken gemaakt
belang in de gaten te houden dat jongeren die zwaardere worden over wat er gebeurt als het spijbelen doorgaat.
delicten gepleegd hebben niet in een groep komen te Er moet dan proces-verbaal opgemaakt worden en de
werken bij "lichte" Halt-jongeren. Daarin moeten we niet te leerplichtambtenaar moet de zaak goed in de gaten
soepel worden.' houden.
Momenteel wordt er per arrondissement verschillend
Welke misdrijven naar Halt? met spijbelen omgegaan. Het is goed om nu te starten met
`Uit het onderzoek van Beke is ook weer gebleken dat een nieuwe interventie en na enige tijd te evalueren.'
Halt er is voor licht criminele jongeren, van wie niet te
verwachten is dat ze daarna nog eens met het strafrecht in Signaleren
aanraking komen. Voor hen is een lichte afdoening op zijn `Idealiter zou de politie goed moeten signaleren en zicht
plaats. Verder bleek dat we goed moeten kijken of wij de moeten hebben op achterliggende problematiek. Halt is er
juiste jongeren naar Halt verwijzen. Halt is een lichte niet voor jongeren met achterliggende problematiek.
interventie en dus moet je daarvan niet te hoge De vraag is echter of de politie dit voldoende kan.
verwachtingen hebben bij jongeren die achterliggende Daarom zie ik hierbij ook nog een rol voor Halt; als Halt
problematiek hebben. Gedragsverandering kun je niet achterliggende problematiek signaleert, dan moet de Halt-
verwachten van Halt. Het verminderen van recidive is in het straf afgemaakt worden en tegelijk worden verwezen naar
algemeen een moeilijk punt; er is weinig over bekend, ook jeugdzorg. Als er sprake is van zware problematiek moet er
ten aanzien van andere sancties. geen Halt-afdoening gedaan worden, maar worden door-
We moeten een duidelijke grens aangeven: Halt is er verwezen naar hulp binnen gedwongen kader. Halt moet
voor lichte delicten. Het is belangrijk dat de ouders erbij niet screenen, maar wel signaleren; dat wil zeggen tijdens
worden betrokken en de schade wordt vergoed. Dat maakt de uitvoering van de Halt-afdoening signaleren, maar niet
Halt tot een passende interventie voor jongeren die een bewust op zoek gaan naar eventuele achterliggende
grens overgaan, maar met wie verder niet zoveel aan de problematiek.'
hand is.'
Uniformiteit
`In het Landelijk platform jeugdofficieren van het `Al met al is het goed om te werken aan meer
Openbaar Ministerie hebben we ook gediscussieerd over uniformiteit. De rode draad is dat wij een gezamenlijk kader
welke delicten bij Halt passen. Als criteria daarvoor hebben moeten hebben en dan in pilots nieuwe afdoeningen voor
wij toen gezegd: het delict moet veelvoorkomend zijn, een nieuwe feiten ontwikkelen, gevolgd door een evaluatie op
beperkte schade en beperkte gevolgen hebben. basis waarvan bepaald wordt of we ergens mee verder
Je kunt dan denken aan onder andere winkeldiefstal, gaan of niet.'
vernieling (met beperkte schade), eenvoudige mishandeling
(met beperkte gevolgen) en openlijke geweldpleging (met Kracht van Halt
beperkte schade). `De kracht van Halt zit er voor mij in dat ze werken aan
Er is ook discussie over bijvoorbeeld het bezit van schadevergoeding en de ouders erbij betrekken.'
speelgoedpistooltjes, maar daarbij gaat het om verboden
wapenbezit en dit zal via de officier van Justitie moeten
blijven lopen, want het betreft hier ingewikkelde wetgeving.
Hetzelfde geldt voor brandstichting, want dat is een zwaar
delict, dat al snel ernstige gevolgen heeft.'
8

Foto: Dieter Schütte

Diana Vonk Vuurwerk
Halt Zuid-Holland Zuid `Als je jongeren voor een vuurwerkdelict een boete
geeft, betalen de ouders. Halt geeft in ieder geval een
Achterliggende problematiek leeropdracht, een werkstraf, legt nogmaals de regels uit
`Het komt zeker voor dat Halt jongeren krijgt met achter- en dat komt veel dichter bij deze jongens.'
liggende problematiek. Het is wel iets waar je mee moet
oppassen: een jongen moest eens onterecht naar de Halt-feiten
rechter, omdat er achterliggende problematiek veronder- `Waar je bij de zwaardere delicten naar zou kunnen
steld werd, die er niet was. Deze jongen kreeg dus justitiële kijken, zijn de "droge klap" (vechtpartij zonder ernstige
registratie voor het stelen van een pakje sigaretten, omdat verwondingen) en nepwapens. Bij het in bezit hebben van
hem de kans op een Halt-afdoening was ontnomen.' nepwapens is veel sprake van onbekendheid; ouders en
kinderen weten niet wat er wel en niet mag, dus dat kan
Overtredingen een reden zijn om een dergelijke zaak naar Halt te sturen.
`Het valt bij de overtredingen op dat er geen duidelijke Voor wat betreft de droge klap geldt dat als het geen
lijn is: soms krijgt een jongere een boete, soms een Halt- mishandeling is, de zaak niet te ingewikkeld is en geen
afdoening, soms een waarschuwing en soms helemaal grote gevolgen heeft, deze naar Halt kan. Wij krijgen ook
niets.' wel van die zaken. Met Halt kun je in die gevallen iets
bereiken: er worden excuses aangeboden en vaak speelt
`We moeten kritisch kijken naar de overtredingen; blijf je Halt een bemiddelende rol tussen de betrokkenen.
binnen de doelstellingen van Halt? We zijn nu bijvoorbeeld Op deze manier kun je veel herstellen. Onder bepaalde
bezig met alcohol en de vraag is, wat we daarmee willen voorwaarden lijkt mij dit dus goed als Halt-waardig feit; Halt
bereiken. Alleen alcohol in bezit hebben hoeft niet naar heeft hier een meerwaarde.'
Halt, pas wanneer het gepaard gaat met overlast is dat
relevant.'
---

Spijbelen Recidive

`Spijbelzaken zijn vaak ingewikkelde zaken, omdat er `Als je het optelt, vuurwerk, spijbelen en dan nog
meer aan de hand blijkt te zijn. Wij voeren dan ook altijd "gewoon" Halt, kun je een aantal keren naar Halt. Dat is
twee gesprekken. een moeilijk punt. Uitgangspunt is dat op iedere zaak een
Wij hebben veel zaken van te laat komen en nauwelijks reactie volgt, want we moeten het pedagogisch oppakken.
echt schoolverzuim. Je moet kijken naar de achtergronden Maar wat als iemand binnen een jaar weer iets doet en het
en dan bepalen of Halt een rol kan spelen. In dit hele zijn twee kleine zaken? We moeten de grenzen duidelijk
proces is het heel belangrijk dat de leerplichtambtenaar zijn maken, maar het is wat zwaar om iemand bij de tweede
rol goed oppakt.' keer meteen door te sturen naar het OM.
Als je twee keer hetzelfde delict pleegt, ook met meer
Digipesten tijd ertussen, zou je naar mijn mening niet twee keer naar
`Rond digipesten hebben we veel lessen gegeven en Halt moeten kunnen, maar wel als je bijvoorbeeld als
ouderavonden gehouden. dertienjarige een keer aangehouden wordt voor baldadig-
Als het gaat om een uit de hand gelopen ruzie, kun je er heid en als zestienjarige voor winkeldiefstal. Deze jongeren
voor naar Halt. Als er sprake is van reactie op reactie, kun hebben vaak een assertiviteitsprobleem en om ze dan naar
je als Halt bewustwording creëren. Als het voortkomt uit Justitie te sturen, vind ik niet terecht. Halt beslaat een lange
een conflict dat speelt in een klas, kun je de klas erbij periode (12-18 jaar) en het is een belangrijke fase in het
betrekken en preventief werken. Bij dit thema heb je veel te leven van een jongere, waarin veel gebeurt. Daarbij bereik
maken met straattaal en een bepaalde manier van omgaan je (ook met een tweede keer) meer met Halt dan met een
met elkaar; vaak denkt iemand er niet bij na dat iets de strafzitting of boete; de ouders zijn erbij betrokken, er is
ander zou kunnen kwetsen. Bedreiging kan echter niet naar sprake van schadevergoeding, een leerstraf, excuses.
Halt en moet net als happy slapping naar justitie, maar er is Er zijn dus twee kanten aan de discussie over recidive.
ook een schemergebied; en pesten is nu eenmaal niet We moeten vasthouden aan onze geloofwaardigheid; als
strafbaar. je iemand waarschuwt dat hij de volgende keer bij de
Vaak ook heb ik de indruk dat ouders geen idee hebben leerplichtambtenaar of justitie zit, en hij komt weer bij jou...
wat zich afspeelt op internet en chatboxen en hoe hun kind Aan de andere kant moet je rekening houden met de
zich daarop gedraagt; dat is soms heel anders dan in het toekomst van de jongere. Iemand kan twee keer pech
echte leven.' hebben en een strafblad is dan wel heel zwaar.'

Foto: Victor van
10

Interne samenwerking in de Halt-sector Imago-onderzoek

versterkt In 2007 werd een imago-onderzoek uitgevoerd onder de
In 2007 is de herstructurering van de Halt-sector (van groepen waar Halt zijn preventieve activiteiten op richt, te
62 Halt-bureaus naar 18 Halt-regio's) afgerond. weten scholen, ouders van jongeren in de Halt-leeftijd en
Tevens is opnieuw gekeken naar de samenwerking in de beleidsambtenaren bij gemeenten. De uitkomsten waren
sector; hoe zijn overleg, besluitvorming en communicatie positief; niet alleen heeft Halt een goed imago en is er veel
georganiseerd? vertrouwen in de sector, ook wordt het werk van Halt in al
De centrale regie is neergelegd bij de landelijke zijn breedte gezien, dat wil zeggen zowel het preventieve
Vergadering van Halt-directeuren. Een drietal account- als het repressieve werk. Er kwam echter ook uit het
managers functioneert als schakel tussen de individuele onderzoek naar voren dat andere aspecten van het werk
Halt-regio's en de Vergadering van directeuren, van Halt of waar Halt belang aan hecht, onvoldoende
respectievelijk Halt Nederland. zichtbaar zijn. Hierbij valt te denken aan de ondersteuning
Op de achtergrond kijken de besturen van de Halt-regio's van ouders en het opzetten van vernieuwende preventieve
mee tijdens een jaarlijkse Vergadering van aangeslotenen. projecten. In 2008 zal de sector met uitkomsten van het
onderzoek aan de slag gaan.

25 jaar Halt en symposium
In 2007 vierde Halt zijn 25-jarig bestaan. Niet alleen als
jubileum was dit een belangrijk moment voor de sector,
maar ook inhoudelijk. De Halt-afdoening wordt vernieuwd
en de sector zet als geheel een volgende stap in zijn
(organisatorische) ontwikkeling.
In 2007 heeft met name de inhoudelijke vernieuwing
centraal gestaan. Op het symposium dat Halt organiseerde
ter ere van het 25-jarig bestaan, is er veel gesproken over
de toekomst van Halt. In de overvolle Burgerzaal van het
stadhuis in Rotterdam gaven verschillende deskundigen en
betrokkenen hun visie op Halt; de minister van Jeugd en
Gezin, de heer André Rouvoet, socioloog Kees Schuyt,
deskundigen van de verschillende organisaties waar Halt
mee samenwerkt en mensen uit de praktijk.
Breukelen
---

12

In 2007 is er veel aandacht geweest voor overlast die jongeren veroorzaken onder invloed van

alcohol. In veel regio's hebben gemeenten en politie Halt betrokken bij het opzetten van projecten

om hier tegen op te treden, in samenwerking met de regionale organisaties voor verslavingszorg.
Wat is hierbij de rol van Halt, wat houden de projecten oftewel leerstraffen in en wat zijn de
resultaten? Twee medewerkers van verschillende Halt-regio's en twee medewerkers van de
betrokken regionale organisaties voor verslavingszorg lichten de gang van zaken in hun regio toe.

Alcoholprojecten
Mireille Arentzen `Het is bij dit soort zaken belangrijk om het gesprek
Halt Gelderland goed te voeren; je moet de jongere duidelijk maken dat
hij/zij niet verslaafd is, maar wel informatie moet krijgen
`De leerstraf alcohol maakt onderdeel uit van het plan over alcohol(gebruik). In plaats van een werkstraf wordt
Alcoholmatiging jeugd in de Achterhoek, dat is ontwikkeld dan de leerstraf alcohol aangeboden. Als de straf meer
op initiatief van alle gemeenten daar. Uitgangspunt is dat uren bedraagt dan de leerstraf omvat, wordt het een
drinken voor 16-minners niet gezond is. Momenteel wordt combinatie van de leerstraf en een werkstraf.
er bekeken of het project breder ingezet kan worden.' Ik vind het zelf een prachtproject. Je drukt de jongeren
met de neus op de feiten.
`Bij de Halt-zaken (bijvoorbeeld overlast, vernieling) waar We werken nu aan het vergroten van de bekendheid bij
alcohol in het spel is, volgen wij de gewone procedure; de politie door het geven van presentaties op de bureaus
we voeren twee gesprekken, waarvan het eerste met de en via contacten met de horecateams van de politie.'
ouders erbij en het tweede waarin het signalerings-
instrument (een vragenlijst die duidelijk moet maken of er
sprake is van achterliggende problemen) afgenomen wordt.
Als er sprake is van schade, moet deze gewoon vergoed
worden.'
`Je drukt de jongeren met de neus
op de feiten'
13

Marleen Ernst Sander van der Vlis

Iriszorg, instelling voor verslavingszorg in Gelderland Halt Regio IJssel-Vecht

`Onze leerstraf duurt zes uur. Er zijn twee bijeenkomsten `In onze regio heet het alcoholproject "Meer dan een
van twee uur. In de eerste bijeenkomst wordt er huiswerk biertje". Het is gestart in Deventer en zal nu ook uitgevoerd
gegeven. Tussen de bijeenkomsten zitten twee à drie worden in andere steden. In Deventer hangen jongeren
weken. Tussendoor wordt een telefonische afspraak rond op een groot plein in het centrum van de stad, zij
gemaakt over de voortgang van het huiswerk. drinken daar en dat leidt vaak tot overlast, het omtrappen
Je volgt altijd het volledige traject. We geven informatie van lantaarnpalen et cetera.
over alcohol en praten erover; wat doet het in het algemeen Als deze jongeren bij Halt komen en wij constateren dat
en wat specifiek met jou? Ons uitgangspunt is het creëren er meer aan de hand is - ze zijn al vrij jong vaak dronken -
van bewustwording ten aanzien van het eigen alcohol- dan brengen wij ze in contact met Tactus, de organisatie
gebruik. We stimuleren jongeren ook om hier met elkaar voor verslavingszorg in deze regio. Omdat het contact via
over te praten. Uiteindelijk moeten ze een keuze maken: Halt loopt, wordt het makkelijker gelegd.
wat wil je nu met je alcoholgebruik? En hoe wil je dat Als de jongere in zijn gesprek bij Halt kiest voor het
doen? Het is belangrijk dat het hun eigen keuze is, maar project, dan gaat hij of zij twee middagen op cursus en
ook een gezonde en realistische. De keuze die ze maken, krijgt huiswerk mee. Alles bij elkaar is het acht uur.
moeten ze opschrijven op een kaart die ze twee maanden Voorwaarde is dat ze gemotiveerd zijn. Het betreft jongeren
later thuis toegestuurd krijgen.' in de leeftijd van 14 tot en met 17 jaar.
Daarnaast wordt er een avond voor de ouders
`Het zijn over het algemeen "gemiddelde" jongeren. georganiseerd. Deze bijeenkomst vindt plaats na de
Ze drinken regelmatig, dat is niet gezond, maar ze hebben bijeenkomsten met de jongeren en de opkomst is erg
geen gigantische problemen; incidenteel wel. Over het goed, bijna alle ouders komen. Er wordt voorlichting
algemeen is er sprake van leeftijdsgebonden gedrag en zijn gegeven over wat ouders kunnen doen en hoe ze om
de jongeren zich niet bewust van de gevolgen. De normen zouden kunnen gaan met het drinkgedrag van hun kind.
rond alcohol zijn dan ook breed in Nederland. Je moet En we halen het fabeltje onderuit dat het goed is om te
daarom wel goed opletten, want een jongere kan gaan beginnen met samen thuis wat met ze te drinken, zodat ze
afglijden. met alcohol om leren gaan. Dit blijkt juist averechts te
Naast de leerstraf voor de jongeren, worden de ouders werken.'
uitgenodigd voor een ouderbijeenkomst.'
`Het is voor ons een nieuw samenwerkingstraject en
Iriszorg vindt het heel positief. Een boete alleen is in dit `Er is sprake van
soort gevallen te weinig. Met de verschillende betrokkenen
is er nu een mooie lijn: de politie bespreekt het delict, Halt leeftijdsgebonden gedrag'
bespreekt het delict en het gebruik en Iriszorg het gebruik
en de gezondheid.'

14

Annemarie Boersma `Eind 2008 komt er een effectonderzoek. We vragen nu

Tactus Verslavingszorg al wel van tevoren naar de verwachtingen en achteraf naar
de ervaringen. De algemene tendens is dat jongeren wat
`Het programma bestaat uit drie bijeenkomsten van twee wantrouwend zijn als ze beginnen en de cursus volgen om
uur. Het belangrijkste doel is jongeren onder de 16 jaar aan de boete te ontkomen. Wij maken duidelijk dat wij niet
meer inzicht te verschaffen in alcoholgebruik en hun eigen vinden dat zij verslaafd zijn. De meeste jongeren valt het
gedrag hierbij. Soms is er sprake van zorgelijk gebruik of programma dan mee, mede omdat wij niet met een wijzend
blowen. vingertje staan. Ze geven aan dat ze nieuwe dingen hebben
Het is namelijk echt een probleem: veel jongeren zijn geleerd, ze blijken vaak toch nog niet alles te weten.
onder de zestien, ze drinken te veel en doen dat naar eigen Ook zijn ze onder de indruk van de medische gegevens,
zeggen alleen in het weekeinde. Hun weekeinde begint de invloed die alcohol op je hersenen heeft als je jong
echter op donderdag en eindigt op zondag. Cijfers laten drinkt, dat komt hard aan. We laten ze ook een video zien
zien dat het alcoholgebruik is toegenomen: de hoeveel- die indruk maakt. Uiteindelijk zijn ze bewuster en dat is ons
heden zijn toegenomen en de frequentie van dronkenschap, doel.'
maar vooral ook de leeftijd van de betrokken jongeren is
steeds lager. De delicten die hierbij het meeste voorkomen,
zijn baldadigheid en vernieling.'
`We zijn nu bezig om de aanpak verder onder de
aandacht te brengen bij de politie en constateren dat er
soms niet voldoende wordt onderkend dat er sprake is van `Het probleem wordt soms niet
een probleem.'
voldoende onderkend'

15

Ouders van tegendraadse

`De groep jongeren viel kort
daarna uiteen'
16

jeugd

Een van de uitgangspunten van Halt is het betrekken van ouders bij zowel de preventieve als repressieve
activiteiten. Het programma Ouders van tegendraadse jeugd, van JSO, jeugd, samenleving en opvoeding, maakt
dit mogelijk en sluit tevens aan bij de toenemende aandacht voor de rol van de ouders bij het voorkomen van
crimineel gedrag van hun kinderen en het mogelijk tekortschieten van hun opvoedingsvaardigheden.
Marijke van Ottenheijm van Halt Oost-Brabant en Liesbeth van der Korput van de gemeente Best hebben
samengewerkt bij de uitvoering van een onderdeel van Ouders van tegendraadse jeugd.
Liesbeth van der Korput Context
gemeente Best `De gemeente heeft inmiddels een taak gekregen in
opvoedingsondersteuning en heeft budget om hierin wat te
`In Best zijn we begonnen met Ouders van tegendraadse doen. Bij overlast is het vaak zo dat de ouders niet weten
jeugd omdat niet alleen de omwonenden problemen onder- dat hun kind zich hieraan schuldig maakt. Daarom ook lijkt
vonden, maar ook omdat het gedrag van de betreffende het mij zinvol om Ouders van tegendraadse jeugd in het
groep jongeren het imago schaadde van het jongeren- algemene aanbod op te nemen, net als bijvoorbeeld de
centrum. assertiviteitstrainingen voor jongeren.
Als eerste hebben wij de groep geanalyseerd op basis Om verder te kunnen met Ouders van tegendraadse
van de Beke-shortlist (die een onderscheid maakt tussen jeugd, moeten we het regionaal oppakken. Het programma
hinderlijke, overlastgevende of criminele jongeren) en het is duur en om het minder kwetsbaar te maken, moet je
leek ons belangrijk de ouders erbij te betrekken, omdat wij hiervoor samen mensen opleiden. Wij kennen hier het
dachten dat een groot deel van hen niet op de hoogte was Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE),
van wat er speelde. De aanpak die Halt aanbood met bestaande uit 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant, die
Ouders van tegendraadse jeugd leek ons precies de juiste. samenwerken op het terrein van onder andere zorg en
De bijeenkomst met de ouders was zeer succesvol: de welzijn, verkeer en vervoer, milieu en ruimte en wonen.
groep jongeren viel kort daarna uiteen. Ik denk dat het Op de agenda van het ambtelijk overleg jeugd zal Ouders
mede zo snel effect heeft gehad omdat er thuis veel over van tegendraadse jeugd worden gezet. Iedereen moet erbij
is gesproken. betrokken worden, ook de justitiële ketenpartners, het
Ook de manier waarop de ouders benaderd werden, maatschappelijk werk, het jongerenwerk en Bureau
werkte goed. Het was de eerste keer dat we ouders Jeugdzorg.'
confronteerden met de situatie. We hebben niet gezegd
dat het wel meeviel, maar duidelijk gemaakt dat hun
kinderen problemen veroorzaakten.'
17

Marijke van Ottenheijm Probleem

Halt Oost-Brabant `Het probleem is dat er in dit geval geen vervolg was
op deze module van Ouders van tegendraadse jeugd.
Aanleiding Althans, die was en is er wel, maar kon nog niet uitgevoerd
`In de gemeente Best ondervond men overlast, vaak worden. De gemeenten willen dit nu regionaal opzetten.
gepaard gaande met vandalisme, van een grote groep Vanuit deze samenwerkingsgedachte is in de gemeenten
jongeren. De gemeente vroeg Halt om hulp en die heeft op Heusden en Boxtel gestart met het gemeentebreed
basis van het programma van Ouders van tegendraadse opzetten van Ouders van tegendraadse jeugd.
jeugd ideeën aangeleverd voor het organiseren van een Medewerkers van verschillende maatschappelijke
avond voor de ouders van deze jongeren. organisaties worden samen getraind in het hele pakket aan
De jongeren vormden geen vaste groep, maar ze modules van Ouders van tegendraadse jeugd. Dit gemeen-
kwamen wel vaak samen. Er waren ongeveer zes wat schappelijke aanbod maakt het voor ouders makkelijker om
oudere jongeren bij die al op het verkeerde pad waren, een aan het programma deel te nemen. Ook kan men nu
groep kinderen die zich misdroeg en een aantal kinderen meteen vervolg geven aan een succesvolle interventie.
dat meeliep. Juist deze laatste groep wilden we bereiken. Ouders van tegendraadse jeugd kan zo onderdeel worden
De ouders zijn vervolgens op een dringende manier van het vaste aanbod binnen een gemeente.'
aangeschreven en de opkomst voor de bijeenkomst was
hoog; van bijna alle kinderen waren er een of twee ouders
aanwezig.'
De avond `De gemeenten willen het
`Op de avond is het eerste onderdeel van Ouders van
tegendraadse jeugd uitgevoerd, met als doel om van de programma nu regionaal
overlastsituatie een gedeelde zorg te maken. Wij wilden de
ouders duidelijk maken dat zij niet veroordeeld worden en opzetten'
juist hun ervaringen met elkaar moeten delen.
Na het bekijken van enkele scènes van de dvd van
Ouders van tegendraadse jeugd werden de ouders in
groepen verdeeld, om onder leiding van een werker en met
gebruik van kaarten uit het programma te praten over hun
ervaringen en tips uit te wisselen over hoe je bepaalde
situaties kunt aanpakken. Dit is vervolgens besproken in de
grote groep.
Tot slot is aan de ouders duidelijk gemaakt dat de politie
zal optreden als er geen verandering op zou treden en er
weer sprake zou zijn van overlast of vandalisme.
De bijeenkomst had vrij snel effect op de groep, omdat
de ouders ingrepen. De reactie van de meeste ouders was:
"dat zal mij niet gebeuren". Maar niet iedere ouder kan
ingrijpen. Van de ouders die het niet kunnen, hadden
enkele al contact met de jeugdreclassering en kregen zij
daar ondersteuning. Anderen hebben wij doorverwezen
naar het maatschappelijk werk.'
18

Aanwijzingsregeling Halt Kostprijsonderzoek

Juni 2007 is de Aanwijzingsregeling Halt gewijzigd. In 2007 is begonnen met de voorbereidingen voor het
De nieuwe structuur van de sector maakte dit noodzakelijk. kostprijsonderzoek van de Halt-afdoening, dat uitgevoerd
Deze regeling omvat de voorwaarden en bepalingen waar zal worden in 2008. Niet alleen zal gekeken worden naar
een Halt-bureau aan moet voldoen, wil het Halt-afdoeningen de standaardvergoeding voor een Halt-afdoening, maar ook
en Stop-reacties uit mogen voeren. De regeling is naar de financieringssystematiek in het algemeen.
opgesteld door het ministerie van Justitie. Hierbij wordt uitgegaan van de nieuwe Halt-afdoening zoals
deze momenteel ontwikkeld wordt (zie elders in dit jaar-
bericht).
Het ministerie van Justitie financiert de Halt-afdoening en
de Stop-reactie. Sinds 2002 gebeurt dat via de zogeheten
outputfinanciering, die gebaseerd is op het vergoeden van
het aantal gerealiseerde afdoeningen, onderverdeeld naar
een zestal standaardproducten, aangevuld met de Stop-
reactie voor kinderen onder de twaalf jaar. Voor ieder
standaardproduct is een vaste vergoeding bepaald.
Een belangrijk deel van de (toenmalige) Halt-bureaus
ondervond problemen als gevolg van exploitatietekorten
waarvoor men de hoogte van de vergoedingen en de
werking van outputfinanciering verantwoordelijk hield.
PWC voerde in 2003 een evaluatie-onderzoek uit en
adviseerde op basis daarvan het ministerie van Justitie
om de sector te herstructureren en de outputfinanciering
aan te passen. Deze herstructurering heeft inmiddels
plaatsgevonden (zie elders in dit jaarbericht).
Uitgaande van de nieuwe structuur in de sector en de
nieuwe invulling van de Halt-afdoening, zal nu het kostprijs-
onderzoek plaatsvinden, in opdracht van het ministerie van
Justitie. In 2007 is de opdrachtformulering tot stand
gekomen en is er een expertgroep ingesteld, die het
onderzoek vanuit de Halt-sector zal begeleiden.
Voorjaar 2008 gaat het onderzoek daadwerkelijk van start.

19

Peermediation

Op het gebied van preventie was 2007 het jaar waarin het project Peermediation landelijk voet aan de grond gekregen
heeft. Het project is in 2002 begonnen bij het tegenwoordige Halt Noord-Nederland en richt zich op het omgaan met
conflicten op scholen. Inmiddels hebben ook medewerkers van andere Halt-bureaus trainingen gevolgd om met
Peermediation te kunnen werken. Het project is opgezet naar Amerikaans voorbeeld. Halt werk hierin samen met
Edumonde, die de materialen en trainingen ontwikkeld heeft.
Dat er op scholen conflicten ontstaan is niet vermijden, wel kunnen conflicten beheersbaar worden gehouden en worden
opgelost. Peermediation kan hieraan een positieve bijdrage leveren.
Peermediation is een vorm van conflictbemiddeling, waarbij leerlingen onder begeleiding van één of twee andere
leerlingen samen tot een oplossing komen. In de praktijk blijken leerlingen namelijk eerder te luisteren naar
leeftijdsgenoten en communiceren zij onderling makkelijker.
Frouktje Moes, medewerkster Halt Noord-Nederland, en Arno Moeijes, onderwijscoördinator en begeleider
Peermediation op het Zernike college in Groningen, vertellen over hun ervaringen met het project.
20

Frouktje Moes `Het vraagt veel voorbereiding, je moet goed van tevoren

Halt Noord-Nederland nadenken over hoe het gaat lopen en een protocol maken.
Hierbij speelt Halt een belangrijke rol. Wij hebben de
Begin materialen en expertise en voorbeelden van hoe andere
`Halt neemt deel aan het samenwerkingsverband scholen het aangepakt hebben.
Gezonde en Veilige school in Groningen en daarbij Van het begin af aan worden de ouders erbij betrokken,
gebeurde al veel met leerlingenparticipatie. Peermediation de leerlingen en de leerkrachten. Per school zijn er twee
is een vorm van leerlingenparticipatie. Er is begonnen in de projectleiders, die een "train de trainer"-cursus volgen.
gemeente Groningen en vervolgens uitgebreid naar de Daarnaast zijn er de trainingen van leerlingen en de
provincie. Het kader is de schoolveiligheid en daarbinnen terugkombijeenkomsten (om de motivatie op te frissen).
wordt het project door de gemeenten en provincie Halt zorgt voor de procesbewaking, de borging en de
gefinancierd. onderhoudsfase. De implementatie duurt twee jaar. Halt is
Het project draait nu op twaalf scholen in de onderbouw dan niet klaar: er komen nieuwe leerlingen bij, er moet
van het voortgezet onderwijs, zowel op vmbo- als vwo- geëvalueerd worden. Er worden bijvoorbeeld te weinig
scholen, en er vindt momenteel een pilot plaats op praktijk- conflicten aangemeld, het loopt niet en dan moet er
scholen. We werken met een standaard invoeringstraject, aangepast en verbeterd worden.'
gebaseerd op een stappenplan en bespreken de invulling
daarvan steeds met de school, waarbij we kijken naar wat Toekomst
er al is aan bijvoorbeeld sociale vaardigheidstraining of visie `Halt Noord-Nederland werkt aan de actieve promotie
op dit soort projecten.' van Peermediation en brengt het project in de eigen,
lopende contacten in. Ook is het een thema in de school-
Voorwaarden veiligheidsconferenties.
`De resultaten verschillen per school en dat heeft te Peermediation is een positief product en is in lijn met de
maken met of er aan de voorwaarden wordt voldaan: huidige aandacht voor veiligheid. De aansluiting met Halt zit
voldoende medewerkers, tijd, draagvlak en een goede erin dat de jongeren zelf verantwoordelijk zijn voor hun
informatievoorziening. Het is essentieel dat het belang van gedrag; maken jullie ruzie? En hoe willen jullie dat dan
Peermediation wordt ingezien. oplossen?'
De conflicten moeten namelijk gesignaleerd worden en
gemeld bij de peermediators. Als dat niet voldoende
gebeurt, zakt het project weg en raken mensen
gedemotiveerd.'
21

Arno Moeijes Voorwaarden

Zernike college, Groningen `De voorwaarden om het goed te laten lopen zijn
voldoende tijd voor de leerkrachten en leerlingen om de
Begin nodige trainingen te volgen en een goede ruimte om de
`Wij hebben in 2004/2005 de trainingen gevolgd voor gesprekken in te voeren. Ook moeten de docenten erachter
Peermediation-begeleider en in 2006 hebben de leerlingen staan. Het moet duidelijk zijn wat de peermediators doen,
de trainingen gevolgd. Het project loopt twee jaar en er zijn welke rol ze spelen en er moet een stappenplan zijn, waarin
nu tien getrainde leerlingen, verspreid over de verschillende uitgewerkt is waarvoor Peermediation wel en niet kan
opleidingen en klassen. De leerlingen die functioneren als dienen (niet bijvoorbeeld voor seksuele intimidatie).
mediators vinden het leuk. Om de techniek levend te Bij ons zijn vervolgens de betrokken leerlingen in de
houden oefen ik eenmaal per maand met ze, in een rollen- klassen langs geweest om uit te leggen wat ze doen en is
spel.' er een presentatie gegeven in het lerarenteam.'
Resultaten Visie
`Tot nu toe loopt het wisselend. De gesprekken zelf `In de gesprekken worden de problemen bijna altijd
gaan goed, maar met aanmeldingen loopt het lastig, al stijgt opgelost en de aanpak heeft effect. Het is goed dat we het
het de laatste tijd weer. Het is niet zo dat mensen een gedaan hebben. Onze school is een Montessori-school en
conflict bewust niet aanmelden, vaak lost de leerkracht het Peermediation sluit aan bij de visie van de school, namelijk
zelf op, want dat gaat sneller en vaak komen de leerlingen het idee dat kinderen elkaar moeten helpen.
niet op het idee om het aan te melden. Het project draait nu en Halt houdt vinger aan de pols.
De conflicten gaan meestal over het iets gestolen Ik zie het project in het verlengde van het werk van Halt;
hebben van iemand, of geleend en niet teruggeven, over Halt wil voorkomen dat jongeren grotere problemen krijgen.
een vriendje afpakken, pesterijtjes, iets van een ander Ze leren met dit project een denkwijze aan over hoe het
kapotmaken et cetera. Er zijn leerlingen van allerlei leef- anders zou kunnen.
tijden bij betrokken met allerlei problemen.' De ervaringen met Halt zijn positief. Halt heeft veel
kennis en ervaring op dit gebied, het zijn prettige mensen
en ze kunnen goed met de jongeren omgaan.'
`Ze leren met dit project een
denkwijze aan over hoe het
anders zou kunnen'
Expertgroep preventie Certificering
Het preventieve werk van Halt krijgt gestalte op lokaal en De Halt-sector is bezig met de certificering van zijn werk. In 2007
regionaal niveau. Op landelijk niveau houdt de Denktank is hierin een aantal belangrijke stappen gezet. Het hele traject is
preventie zich bezig met dit onderdeel van het werk van een ondersteuning geweest bij het samengaan van de Halt-
Halt. Doel is om door kennisuitwisseling en het ontwikkelen bureaus door het uniformeren van de werkwijzen. Het versterkt de
van gemeenschappelijke projecten elkaar te versterken en kwaliteit van het werk en waarborgt een continue evaluatie van de
de preventie-activiteiten van de Halt-regio's te eigen werkwijze. Halt biedt hiermee aan externe partijen een
ondersteunen. In 2007 is een Expertgroep preventie in het kwaliteitsgarantie voor haar werk.
leven geroepen, bestaande uit preventiemedewerkers van In 2007 is een algemeen plan van aanpak opgesteld om te komen
de Halt-regio's. Deze expertgroep kan de Denktank tot de uiteindelijke certificering. Sommige onderdelen worden per
preventie adviseren bij de ontwikkeling en invulling van Halt-regio opgepakt en sommige gemeenschappelijk, zoals het
projecten en de implementatie en monitoring van kwaliteit organiseren van de noodzakelijke trainingen. De meerderheid van
in de sector. Praktische inbreng en lokale input zijn juist bij de bureaus en Halt Nederland zullen in 2008 een eerste audit
preventie van groot belang. krijgen.
22

23

In 2007 was er veel aandacht voor schoolverzuim, omdat gebleken is dat dit een belangrijke factor

kan zijn bij het ontstaan van crimineel gedrag en over het algemeen vaak een indicator is van de

aanwezigheid van problemen.
Het huidige kabinet zet dan ook in op een forse vermindering van schoolverzuim in de komende jaren.
Een van de maatregelen die genomen kan worden, is een verwijzing naar Halt. Halt vult het gat op
tussen de leerplichtambtenaar en het strafrechtelijke traject.
Per jaar worden circa 1.000 jongeren naar Halt verwezen voor spijbelen. Het gaat hierbij om jongeren
die licht tot matig hebben gespijbeld.
René Halberstadt van de afdeling leerplicht van de gemeente Den Haag en Boukje Wiebes,
projectleider schoolverzuim bij Halt Hollands Midden Haaglanden, vertellen hoe de aanpak van
schoolverzuim in hun regio is opgezet.
Schoolverzuim
René Halberstadt `De aanpak van spijbelen moet niet alleen repressief zijn,
gemeente Den Haag maar ook zorg garanderen. De ervaring leert dat er bij
spijbelen vaak meer aan de hand is. In principe verkennen
`Ongeveer drie à vier jaar geleden zijn wij gestart met jongeren op het voortgezet onderwijs met spijbelen vaak
een pilot rond een strakkere aanpak van schoolverzuim. hun grenzen. Dat is normaal, de school en ouders moeten
De gemeente Den Haag was tegelijkertijd begonnen met dat corrigeren. Schoolverzuim is echter ook vaak signaal-
de invoering van het gemeentelijk protocol schoolverzuim, gedrag.
om de afhandeling van deze zaken te stroomlijnen. Daarom hebben we nu ook een erg strak lik-op-stuk
De scholen en Halt werden hierbij van het begin af aan beleid. De scholen moeten vroegtijdig melden. Als je pas
betrokken. We hebben veel geïnvesteerd in voorlichting bij ingrijpt bij 1/8 deel verzuim in vier weken, de huidige
scholen en schoolbesturen en willen helder maken wanneer richtlijn, ben je eigenlijk al te laat.
men schoolverzuim moet melden. In eerste instantie hebben In de toekomst gaan we ook meer kijken naar het ziekte-
we ons met name gericht op het voortgezet onderwijs en verzuim en het luxeverzuim (spijbelen om op vakantie te
nu zijn we ook bezig met de ROC's en het primair gaan).'
onderwijs.'
`Jongeren verkennen met spijbelen
vaak hun grenzen'
24

25

Traject `Ik zie het zo dat school voor jongeren niet alleen een

`Als een jongere bij Halt komt, is er al een heel traject plicht is, maar ook een leeromgeving en dan niet alleen op
afgelegd. Wij sturen alleen jongeren met licht en matig inhoud maar ook sociaal; je leert er hoe je met leeftijds-
schoolverzuim of herhaaldelijk te laat komen naar Halt, genoten omgaat en hoe je binnen bepaalde structuren
mits er geen sprake is van zwaar emotionele problematiek. functioneert.
Binnen deze criteria verdienen alle jongeren een kans om We maken in onze gesprekken met de jongere duidelijk
naar Halt te gaan. dat hij of zij te ver is gegaan (handhaven) én bieden hem of
De meeste jongeren zijn 13, 14 en 15 jaar en zijn haar ondersteuning (creëren van voorwaarden) om het in
duidelijk een grens overgegaan. Halt heeft dan een de toekomst anders te doen. In dit hele traject zie ik Halt
toegevoegde waarde: er vindt een gesprek plaats, een als een vaste waarde en een goed instrument.'
analyse van de situatie, een correctie en indien nodig
doorverwijzing naar de hulpverlening.'
`Halt heeft hier een
toegevoegde waarde'
Boukje Wiebes 3 de meelopers, met lichte problematiek (te laat naar bed,
Halt Hollands Midden Haaglanden niet leuk op school, gepest worden et cetera), komen
wel bij Halt.
`Scholen zijn erg blij met de rol van Halt bij de aanpak Deze laatste vormt een tussengroep en zij kunnen
van schoolverzuim; ze willen vaak geen proces-verbaal ontsporen. Er is sprake van lichte problematiek en daar
opmaken, vanwege de gevolgen voor de jongere (registratie moet je wat mee. We hebben naast de leer- en werkstraf
bij justitie) en vanwege de lange wachttijd bij het Openbaar dan ook een algemeen gesprek met hen en een evaluatie-
Ministerie, maar willen wel dat er wat gebeurt. Je moet gesprek na afloop. Daarvan gaat een verslag naar de
namelijk niet wachten tot het te laat is en op tijd ingrijpen. leerplichtambtenaar, de school, de jongere en de ouders.
Halt zorgt voor deze lik-op-stuk-aanpak. Soms wordt daarin een expliciet advies gegeven.
Voor een Halt-verwijzing mag je maximaal 28 uur in Als er bij Halt echt iets uitkomt, dan wordt dat ook nog
7 weken gespijbeld hebben, dat is matig schoolverzuim. doorgegeven aan het Zorgadvies-team van de betreffende
Daarnaast krijgen wij jongeren die herhaaldelijk te laat school.'
komen, dat is ook schoolverzuim. Drie tot zes keer te laat
komen handelt de school af, bij negen keer volgt er een `De leer- en werkstraf is er op drie niveaus: praktijk-
melding aan de leerplichtambtenaar en bij twaalf keer gaat onderwijs, vmbo en havo-vwo.
een jongere naar Halt. We bespreken de oorzaken en oplossingen van het
Spijbelen telt niet mee voor recidive, omdat het voor Halt spijbelgedrag. Halt is dan een goede aanleiding om het
vooralsnog een project is. Wel mag je maar één keer bij probleem aan te pakken. Wij maken echter ook duidelijk
Halt komen voor spijbelen.' dat spijbelen een strafbaar feit is.
Als hun kind naar Halt gestuurd wordt voor school-
`Als je naar de jongeren kijkt die spijbelen, kun je drie verzuim, weten de ouders natuurlijk wel wat er aan de hand
groepen onderscheiden: is, ze hebben al meldingen gekregen van de school en de
1 de zware groep (echte problemen), komt niet bij Halt; leerplichtambtenaar. Ze zijn dan ook bijna allemaal bij het
2 de calculerende spijbelaars (gaan verder goed op gesprek aanwezig. We zijn er nu mee bezig hoe we ze er
school), komen wel bij Halt; nog meer bij kunnen betrekken.
De aanpak van Halt bij schoolverzuim krijgt steeds meer
bekendheid en heeft zo ook een preventieve werking.'
26

`Je moet niet wachten tot het te laat is'

27

De ontwikkeling van de

`Vergelding, preventie en opvoeding'
28

Na 25 jaar was de Halt-afdoening toe aan vernieuwing, zoals ook gebleken was uit verschillende onderzoeken.

In 2007 werd hiertoe een plan van aanpak gemaakt en werd subsidie toegezegd door het ministerie van Justitie.

Na de zomer is gestart met de uitvoering. Er moest een aantal zaken ontwikkeld worden: een richtlijn (matrix)
die toont welke toepassing en welke elementen van de Halt-afdoening geschikt zijn voor welk type jongere; een
selectie-instrument, dat duidelijk moet maken of er bij potentiële Halt-cliënten sprake is van risicofactoren en zo
ja welke; en een aanpassing van de Halt-afdoening om deze beter bij de jongere en het delict aan te laten
sluiten. Daarnaast zal een aantal elementen waarvan gebleken is dat deze effectief zijn, zoals excuus aanbieden
en schadevergoeding, versterkt moeten worden.
Al sinds enkele jaren worden er steeds meer jongeren naar Halt verwezen voor schoolverzuim. In de
ontwikkeling van de nieuwe Halt-afdoening wordt daarom tevens de ontwikkeling van een nieuwe spijbel-
afdoening meegenomen (zie verder bij Schoolverzuim).
De uitgangspunten bij de nieuwe Halt-afdoening zijn Uitgangspunten
onveranderd: vergelding, preventie en opvoeding. Dat zijn Simon Loos: `Halt moet altijd maatwerk zijn. Soms is
ook de doelen van het jeugdstrafrecht. het moeilijk in te schatten of een zaak geschikt is voor Halt.
In het verlengde van de doorontwikkeling van de Halt- Dit geldt met name voor de lichte delicten. Dat de politie in
afdoening en omdat de ontwikkelingen dit noodzakelijk sommige gevallen toch doorverwijst naar Halt kan ook te
maakten, wordt er gekeken naar de lijst Halt-waardige maken hebben met de prestatieafspraken die de politie
feiten (zie elders in dit jaarbericht). Hierin is vastgelegd maakt; soms moeten er gewoon aantallen gehaald worden
voor welke delicten naar Halt verwezen mag worden. en worden incidenteel te lichte zaken naar Halt door-
Simon Loos, regionaal coördinator jeugdtaak bij het verwezen. Dat is niet goed natuurlijk.'
politiekorps Noord-Holland Noord en Geke Willems,
medewerkster van Halt Noord-Holland Noord, bespreken
een aantal zaken die bij de versterking van de Halt-
afdoening aan de orde komen.
versterkte Halt-afdoening
29

Versterking van bestaande onderdelen Signalering

Geke Willems: `In de vernieuwde Halt-afdoening moet Simon Loos: `Hoe gaan we om met probleem- en
excuus aanbieden sterker neergezet worden. Wij zijn daar risicojongeren? De politie heeft een zorgformulier dat zij
in Noord-Holland Noord al mee bezig; het móet gebeuren kan gebruiken om door te verwijzen als zij het vermoeden
en als het niet persoonlijk kan, moet de jongere een brief heeft van achterliggende problemen. Maar als het een licht
sturen. Als de benadeelde "anoniem" is, dan probeer ik het delict betreft, stelt de politie niet veel vragen en constateert
zelf in te vullen. Als bijvoorbeeld iemand een brievenbus in zij dus niet altijd de achterliggende problemen. Ook bij een
de brand heeft gestoken, dan vraag ik hem een excuusbrief licht feit echter hebben wij natuurlijk een gezamenlijke
te sturen naar iemand die door zijn brandje belangrijke post preventieve verantwoordelijkheid om te voorkomen dat een
heeft moeten missen. jongere afzakt.'
Ook is het goed om schadebemiddeling als onderdeel
van de Halt-afdoening te versterken en bijvoorbeeld de Geke Willems: `Omdat bij de politie de problemen niet
jongere te verplichten bij de benadeelde zelf te betalen en altijd naar voren komen, kun je als Halt een jongere krijgen
niet bij het Halt-bureau.' bij wie je constateert dat er veel aan de hand is. Je vraagt
je dan af of deze jongere wel naar Halt moet. Soms gaat hij
Leerstraf of zij dan ook toch nog door naar het OM of wordt als
Geke Willems: `We moeten meer inzetten op leer- onderdeel van de Halt-afdoening de afspraak gemaakt dat
straffen. Wij doen dat nu al steeds meer en laten de de jongere zich meldt bij Bureau Jeugdzorg. Als de jongere
jongeren werkstukken maken, naast de werkstraf die ze al contact heeft met jeugdzorg, wordt er ook wel aan de
krijgen. In Opmeer bijvoorbeeld had een groepje jongeren betreffende medewerker van Bureau Jeugdzorg gevraagd
een oorlogsmonument beschadigd en zij moesten zich toen om bij het gesprek aanwezig te zijn.'
in de vorm van een werkstuk verdiepen in de Tweede
Wereldoorlog. Je moet ze aan het denken zetten. Werkstraf:
Goede leerstraffen zijn erg belangrijk. Juist daarom Geke Willems: `Het is jammer dat de werkstraf steeds
echter kun je stellen dat wij de uitvoering van leerstraffen minder relatie met het delict heeft. Bij graffiti is dit duidelijk;
niet altijd zelf kunnen doen, die kennis moeten we dan jongeren mogen niet met de stoffen werken die gebruikt
inhuren. In het geval van alcohol en drugs betrekken wij worden om graffiti te verwijderen. Maar ook bij andere
bijvoorbeeld de Brijder-stichting erbij, die hier in de regio delicten is hiervan soms sprake, omdat de uitvoering
verantwoordelijk is voor verslavingszorg. In het kader van moeilijk te realiseren is. De werkstraf is naar mijn mening
de leerstraf moet de jongere dan mee met een van hun echter een belangrijk onderdeel; de jongeren moeten
preventiemedewerkers en voorlichting geven in de klas.' voelen dat Halt (ook) een straf is. Ze moeten zelf weer
opbouwen wat ze stuk gemaakt hebben of iets vergelijk-
Simon Loos: `West-Friesland zit in de Europese top voor baars nuttigs doen en er iets van opsteken: de waarde van
wat betreft drankgebruik door jongeren, gemeten in het de dingen.'
aantal genuttigde glazen. We zijn nu bezig met een pilot
rond alcoholmisbruik. De gemeenten krijgen hierin de regie-
rol, maar hebben vaak onvoldoende kennis in huis om dit uit `Schadebemiddeling en excuus
te voeren. Halt kan vanuit zijn ervaring hierbij een duidelijke
meerwaarde hebben, zowel bij advisering over de regierol aanbieden sterker neerzetten'
als bij de repressieve en de preventieve taak van de
gemeenten.'
Simon Loos: `Daar sluit ik mij bij aan en juist daarom
Wanneer naar Halt vind ik het belangrijk dat de straf een relatie heeft met het
Simon Loos: `Halt is er voor een bepaalde groep delict dat is gepleegd. Ik heb de Halt-werkstraf al jaren in
jongeren, die niet te zware, maar ook niet te lichte delicten werking gezien en het werkt, het is zinvol. Dat was vroeger
hebben gepleegd. Het is dus heel belangrijk dat de zo en is nu zo; de jeugd is nu niet anders dan vroeger.
agenten op straat zich bewust zijn van waartoe Halt op Voorwaarde is wel dat het werk nuttig is en dat iemand ze
aarde is. Daarover moeten we in gesprek met de dienders; duidelijk maakt wat de waarde van de dingen is. Je moet
wanneer stuur je iemand wel en wanneer niet naar Halt. het niet met een boete kunnen afkopen. De werkstraf is
Als er te veel te lichte zaken heengaan, raakt Halt verstopt dus zeker zinvol, maar goede begeleiding is ontzettend
en gaat de pedagogische meerwaarde verloren. En juist belangrijk.'
die meerwaarde die Halt heeft, moet er goed uitkomen.
Verder zou er overlegd moeten worden met het Openbaar
Ministerie om de aansluiting tussen het OM en de overige
sanctie- en preventieve mogelijkheden te verbeteren.'
30

Jaarcijfers 2007

Inhoud
Verwijzingen 32
Kalsbeek-normen en doorlooptijden 34
Delicten 36
Sekse en delicten 38
Leeftijd en delicten 40
Afkomst 42
Verantwoording 44
Toelichting begrippen 44

31

Verwijzingen 1

Halt Ontvangen Halt-verwijzingen

Het aantal ontvangen Halt-verwijzingen is ten opzichte van 2006 gestegen met 356. In het totaal kwamen er in 2007 bij de Halt-bureaus
23.341 Halt-verwijzingen binnen.
In figuur 1 zijn de Halt-verwijzingen uitgesplitst naar politieregio. Om de regio's te kunnen vergelijken is gerelateerd aan het aantal jongeren in de
leeftijd van 12 tot en met 17 jaar in de betreffende politieregio.
De regio Brabant Noord heeft de meeste Halt-verwijzingen per 10.000 jongeren (258), de regio Drenthe de minste (95).
Ontvangen Halt-verwijzingen per 10.000 jongeren naar politieregio
Groningen 173
Friesland 117
Drenthe 95
IJsselland 106
Twente 152
Noord- en Oost-Gelderland 131
Gelderland Midden 131
Gelderland Zuid 152
Utrecht 183
Noord-Holland Noord 216
Zaanstreek-Waterland 218
Kennemerland 244
Amsterdam-Amstelland 245
Gooi en Vechtstreek 159
Haaglanden 190
Hollands Midden 163
Rotterdam-Rijnmond 238
Zuid-Holland Zuid 194
Zeeland 174
Midden- en West-Brabant 161
Brabant Noord 258
Brabant Zuidoost 199
Limburg Noord 184
Limburg Zuid 189
Flevoland 171
Totaal 23.341 0 50 100 150 200 250 300
Figuur 1
---

Eindstatus Halt-verwijzingen en -afdoeningen
Niet iedere verwijzing leidt tot een afdoening. In 4% van de verwijzingen wordt de verwijzing niet in behandeling genomen en wordt er dus geen
afdoening gestart.
Het aantal Halt-afdoeningen is in 2007 gestegen naar 23.089, een stijging ten opzichte van 2006 met 1.841 afdoeningen (8%).
2007 2006

Totaal 24.025 Totaal 22.184

Geslaagd 21.911 (91%) Geslaagd 20.182 (91%)
Niet geslaagd met akkoord 504 (2%) 3 Niet geslaagd met akkoord 436 (2%)
Niet geslaagd zonder akkoord 674 (3%) Niet geslaagd zonder akkoord 746 (3%)
Niet in behandeling genomen 936 (4%) Niet in behandeling genomen 820 (4%)
Figuur 2 Figuur 3
1 Zie voor een definitie van de begrippen Halt- en Stop-verwijzing, Halt-afdoening en Stop-reactie de Toelichting begrippen achter in deze publicatie.
2 Het totaal aantal Halt- en Stop-verwijzingen minus het aantal niet in behandeling genomen verwijzingen is het totaal aantal Halt-afdoeningen en Stop-reacties.
3 Het verschil tussen `Niet geslaagd met akkoord' en `Niet geslaagd zonder akkoord' is het al dan niet aanwezig zijn van een door de jongere en/of ouders ondertekend afsprakenformulier over de uit te voeren activiteiten.
32

Ontvangen Stop-verwijzingen Stop

Het aantal ontvangen Stop-verwijzingen is ten opzichte van 2006 gedaald met 51. In het totaal kwamen er in 2007 bij de Halt-bureaus
2.018 Stop-verwijzingen binnen.
Ook de Stop-verwijzingen zijn uitgesplitst naar politieregio. Om de regio's te kunnen vergelijken is het aantal Stop-reacties per politieregio
gerelateerd aan het aantal kinderen in de leeftijd van 8 tot en met 11 jaar in de betreffende politieregio. De regio Rotterdam-Rijnmond heeft de
meeste verwijzingen per 10.000 kinderen (62), de regio's Friesland en Drenthe de minste (6).
Ontvangen Stop-verwijzingen per 10.000 kinderen naar politieregio
Groningen 23
Friesland 6
Drenthe 6
IJsselland 10
Twente 22
Noord- en Oost-Gelderland 13
Gelderland Midden 11
Gelderland Zuid 21
Utrecht 21
Noord-Holland Noord 24
Zaanstreek-Waterland 22
Kennemerland 26
Amsterdam-Amstelland 40
Gooi en Vechtstreek 25
Haaglanden 32
Hollands Midden 29
Rotterdam-Rijnmond 62
Zuid-Holland Zuid 36
Zeeland 37
Midden- en West-Brabant 22
Brabant Noord 20
Brabant Zuidoost 25
Limburg Noord 27
Limburg Zuid 27
Flevoland 21
Totaal 2.018 0 10 20 30 40 50 60 70
Figuur 4
Eindstatus Stop-verwijzingen en -reacties
Het percentage niet in behandeling genomen Stop-verwijzingen is altijd een stuk hoger dan het percentage niet in behandeling genomen
Halt-verwijzingen. Nadat ouders op het politiebureau ingestemd hebben met de Stop-reactie is er een kans op uitval omdat deelname aan de
Stop-reactie vrijwillig is. Deze kinderen vallen door hun leeftijd namelijk niet onder het jeugdstrafrecht.
In 2003 werd 18% van de Stop-verwijzingen niet in behandeling genomen. Sindsdien is dit percentage aanzienlijk gedaald, naar 9% in 2007.
Ten opzichte van 2006 is er sprake van een lichte stijging.

2007 2006

Totaal 2.074 Totaal 1.975

Geslaagd 1.526 (73%) Geslaagd 1.436 (73%)
Niet geslaagd 369 (18%) Niet geslaagd 393 (20%)
Niet in behandeling genomen 179 (9%) Niet in behandeling genomen 146 (7%)
Figuur 5 Figuur 6
---

Kalsbeek-normen en doorlooptijden

Halt Om de doorlooptijden in de jeugdstrafrechtsketen te verkorten, heeft toenmalig staatssecretaris Kalsbeek in 2001 de onderstaande normen voor
de Halt-sector vastgesteld:
o tussen het eerste verhoor van de politie en de inzending van het Landelijk Overdrachtsformulier (LOF) naar Halt geldt een maximale duur van
4 5

vijf dagen;
o tussen het eerste verhoor door de politie en de start van de werkzaamheden van de jongere geldt een maximale duur van twee maanden
(60-dagennorm);
o tussen de ontvangst van de verwijzing bij het Halt-bureau en de start van de werkzaamheden van de jongere geldt een maximale duur van
---

55 dagen (55-dagennorm).
Omdat er zaken zijn die nu eenmaal meer tijd vergen, moet 80% van alle zaken binnen de genoemde normtijden worden afgedaan.
N.B. Door afronding kunnen de cijfers licht afwijken van de werkelijk gemeten doorlooptijden.
---

Gemiddelde doorlooptijd Halt-afdoeningen (in dagen)
De doorlooptijd `Eerste verhoor - ontvangst verwijzing Halt' is vrijwel gelijk gebleven. De overige doorlooptijden zijn beide met vier dagen verlengd.
Eerste verhoor - ontvangst 21
verwijzing door Halt 16
13

13

14

Eerste verhoor - start 63
werkzaamheden 58
57

56

60

Ontvangst verwijzing door 43
Halt - start werkzaamheden 44
---

43

47

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Figuur 7 2003 2004 2005 2006 2007
Halt-afdoeningen binnen 60-dagennorm (eerste verhoor ­ start werkzaamheden)
Het percentage Halt-afdoeningen binnen de normtijd is in 2007 afgenomen. In 63% van alle geslaagde Halt-afdoeningen wordt de
doorlooptijdennorm van 60 dagen tussen het eerste verhoor en de start werkzaamheden gehaald.
62%
65%
66%
68%
63%
0 10 20 30 40 50 60 70 80

Figuur 8 2003 2004 2005 2006 2007
4 Tussen het eerste verhoor door de politie en de inzenddatum naar het Halt-bureau geldt een maximale duur van vijf dagen. Omdat de inzenddatum van het overdrachtsformulier niet door de politie
gemeten wordt, is gekozen voor de ontvangstdatum bij het Halt-bureau.
5 Verwijsformulier met de voor de Halt-afdoening of Stop-reactie benodigde persoons- en delictsgegevens van de jeugdige, dat door de politie bij verwijzing naar het Halt-bureau wordt gezonden.
34

Halt-afdoeningen binnen 55-dagennorm (ontvangst verwijzing door Halt ­ start werkzaamheden) Halt

77%
76%
76%
77%
73%
0 10 20 30 40 50 60 70 80

Figuur 9 2003 2004 2005 2006 2007
De daling van het percentage Halt-afdoeningen binnen de vastgestelde doorlooptijden is geheel te verklaren door de cijfers van slechts enkele
Halt-bureaus. Als deze buiten beschouwing worden gelaten, komt het percentage uit op 82% (ten opzichte van de 80% als norm).
Bij de betreffende Halt-bureaus zijn problemen in de personele bezetting in 2007 de oorzaak van de wat langere doorlooptijd.
Doorlooptijden Stop-reacties Stop
Voor de Stop-reactie zijn geen formele normen doorlooptijden door de politiek vastgesteld. Wel wordt een aantal doorlooptijden gemeten.
Bij de Stop-reactie wordt de doorlooptijd vanaf de datum eerste verhoor tot het eerste gesprek gemeten; het eerste gesprek is het moment waarop
de Stop-reactie start voor het kind en de ouders.
Alle doorlooptijden binnen de Stop-reactie zijn in 2007 iets verkort.
Gemiddelde doorlooptijden Stop-reacties (in dagen)
Eerste verhoor - ontvangst 17
verwijzing door Halt 16
10
11
10
Eerste verhoor - eerste 34
gesprek 37
31
30
28
Ontvangst verwijzing door 20
Halt - eerste gesprek 21
21
21
19
0 5 10 15 20 25 30 35 40

Figuur 10 2003 2004 2005 2006 2007
6 Gemeten wordt de dag waarop de jongere start met de werkzaamheden; dit kan zowel een werk- als een leerstraf zijn.
7 De doorlooptijden zijn berekend over het totaal aantal geslaagde afdoeningen exclusief afdoeningen voor vuurwerkdelicten.
35

Delicten

Halt Halt-afdoeningen naar delictcategorie

De verdeling van de Halt-afdoeningen naar delictcategorie komt in 2007 overeen met de verdeling in de jaren ervoor. Jongeren worden overwegend voor
vermogensdelicten (32%), vernieling (20%) en vuurwerkdelicten (23%) naar een Halt-bureau verwezen. Dit zijn typische Halt-delicten.
Een overzicht van de Halt-delicten vindt u in de Toelichting delicten. In deze toelichting is ook een categorie 'Niet Halt-waardige delicten' opgenomen.
Ongeveer de helft van de Halt-afdoeningen voor niet Halt-waardige delicten zijn afdoeningen in verband met schoolverzuim. Dit relatief grote aandeel hangt samen
met de maatschappelijke aandacht voor dit onderwerp. Bijna alle Halt-bureaus hebben in hun regio goede afspraken gemaakt met de andere organisaties die actief
zijn bij de aanpak van schoolverzuim en zij zijn vertegenwoordigd in de relevante netwerken.
Algemene veiligheid 450
456
578
636
Baldadigheid 2.271
2.424
2.812
2.711
Openbare orde 52
36
44
13
Vermogensdelicten 6.696
8.021
7.553
7.422
Vernieling 3.681
4.147
4.435
4.530
Vuurwerkdelicten 4.313
5.193
3.913
5.318
Niet Halt-waardige delicten 1.731
1.845
2.029
2.459
Totaal 23.089 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000
Figuur 11 2004 2005 2006 2007
2007 2006

Totaal 23.089 Totaal 21.364
Algemene veiligheid 3% Algemene veiligheid 3%
Baldadigheid 12% Baldadigheid 13%
Openbare orde 0% Openbare orde 0%
Vermogensdelicten 32% Vermogensdelicten 35%
Vernieling 20% Vernieling 21%
Vuurwerkdelicten 23% Vuurwerkdelicten 18%
Niet Halt-waardige delicten 11% Niet Halt-waardige delicten 10%
Figuur 12 Figuur 13

36

Stop

Stop-reacties naar delictcategorie

Ook bij Stop maken de jongeren zich het meeste schuldig aan vermogensdelicten (24%), vernieling (23%) en vuurwerkdelicten (33%).

Algemene veiligheid 100
99
116
120
Baldadigheid 237
217
178
164
Vermogensdelicten 616
532
590
451
Vernieling 366
451
468
437
Vuurwerkdelicten 434
520
393
616
Niet Halt-waardige delicten 117
121
84
107
Totaal 1.895 100 200 300 400 500 600 700
Figuur 14 2004 2005 2006 2007
2007 2006

Totaal 1.895 Totaal 1.829
Algemene veiligheid 6% Algemene veiligheid 6%
Baldadigheid 9% Baldadigheid 10%
Vermogensdelicten 24% Vermogensdelicten 32%
Vernieling 23% Vernieling 26%
Vuurwerkdelicten 33% Vuurwerkdelicten 22%
Niet Halt-waardige delicten 6% Niet Halt-waardige delicten 5%
Figuur 15 Figuur 16
37

Sekse en delicten

Halt Er worden meer jongens dan meisjes naar een Halt-bureau verwezen. Het percentage jongens daalt echter licht (zie figuur 16). In 2007 is dat
percentage 76%. Driekwart van de jongens wordt voor vernieling, vuurwerkdelicten en vermogensdelicten naar een Halt-bureau verwezen.
Het percentage meisjes is het hoogst bij de vermogensdelicten. In deze categorie zit ook winkeldiefstal, een typisch meisjesdelict bij Halt.

Halt-afdoeningen naar delictcategorie en sekse
Jongens Meisjes Totaal
Totaal 17.637 (76%) 5.452 (24%) 23.089 (100%)
Algemene veiligheid 609 (96%) 27 (4%) 636 (100%)
Baldadigheid 2.479 (91%) 232 (9%) 2.711 (100%)
Openbare orde 7 (54%) 6 (46%) 13 (100%)
Vermogensdelicten 3.764 (51%) 3.658 (49%) 7.422 (100%)
Vernieling 4.112 (91%) 418 (9%) 4.530 (100%)
Vuurwerkdelicten 5.054 (95%) 264 (5%) 5.318 (100%)
Niet Halt-waardige delicten 1.612 (66%) 847 (34%) 2.459 (100%)
Figuur 17
Halt-afdoeningen naar sekse
2003 80 20

2004 79 21

2005 78 22

2006 77 23

2007 76 24

0 20 40 60 80 100%

Jongens Meisjes
Figuur 18
Jongens Meisjes
Algemene veiligheid 4% Algemene veiligheid 1%
Baldadigheid 14% Baldadigheid 4%
Openbare orde 0% Openbare orde 0%
Vermogensdelicten 21% Vermogensdelicten 67%
Vernieling 23% Vernieling 8%
Vuurwerkdelicten 29% Vuurwerkdelicten 5%
Niet Halt-waardige delicten 9% Niet Halt-waardige delicten 16%
Figuur 19 Figuur 20
38

Stop-reacties naar delictcategorie en sekse Stop

Bij de Stop-reacties tekent zich hetzelfde patroon af bij de verdeling van de delictcategorieën naar sekse als bij de Halt-afdoeningen.
Meisjes worden met name voor vermogensdelicten, jongens overwegend voor vuurwerkdelicten, vernieling en baldadigheid naar een Halt-bureau
verwezen. Het totale percentage jongens ligt bij Stop hoger dan bij Halt (89% t.o. 76%) en blijft door de jaren nagenoeg gelijk.

Jongens Meisjes Totaal
Totaal 1.691 (89%) 204 (11%) 1.895 (100%)
Algemene veiligheid 116 (97%) 4 (3%) 120 (100%)
Baldadigheid 159 (97%) 5 (3%) 164 (100%)
Vermogensdelicten 328 (73%) 123 (27%) 451 (100%)
Vernieling 410 (94%) 27 (6%) 437 (100%)
Vuurwerkdelicten 581 (94%) 35 (6%) 616 (100%)
Niet Halt-waardige delicten 97 (91%) 10 (9%) 107 (100%)
Figuur 21
Stop-reacties naar sekse
2003 88 12

2004 90 10

2005 88 12

2006 88 12

2007 89 11

0 20 40 60 80 100%

Jongens Meisjes
Figuur 22
Jongens Meisjes
Algemene veiligheid 7% Algemene veiligheid 2%
Baldadigheid 9% Baldadigheid 3%
Vermogensdelicten 19% Vermogensdelicten 60%
Vernieling 24% Vernieling 13%
Vuurwerkdelicten 34% Vuurwerkdelicten 17%
Niet Halt-waardige delicten 6% Niet Halt-waardige delicten 5%
Figuur 23 Figuur 24
39

Leeftijd en delicten

Halt Halt-afdoeningen naar leeftijd

Bijna de helft (46%) van de jongeren die een Halt-afdoening hebben uitgevoerd is 14 of 15 jaar.
17 18 12 Totaal 23.089
12 jaar 2.396 (10%)
16 13 13 jaar 4.298 (19%)
14 jaar 5.431 (24%)
15 jaar 5.011 (22%)
16 jaar 3.651 (16%)
15 14 17 jaar 2.094 (9%)
18 jaar en ouder 208 (1%) 8
Figuur 25
Halt-afdoeningen naar delictcategorie en leeftijd
12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar Totaal
Algemene veiligheid 5% 4% 3% 2% 2% 1% 1% 3%
Baldadigheid 12% 13% 12% 11% 11% 12% 13% 12%
Vermogensdelicten 27% 31% 33% 34% 33% 34% 21% 32%
Vernieling 19% 19% 18% 18% 21% 27% 43% 20%
Vuurwerkdelicten 33% 27% 23% 21% 18% 16% 19% 23%
Niet Halt-waardige delicten 4% 7% 10% 14% 16% 10% 2% 11%

Figuur 26

8 Wanneer jongeren ouder dan 18 jaar een Halt-afdoening aangeboden krijgen, is dat meestal bij een groepsdelict (uit oogpunt van rechtsgelijkheid) en altijd met toestemming van
de officier van Justitie.
40

Stop-reacties naar leeftijd Stop

Ruim de helft van de jongeren die een Stop-reactie doorlopen is 11 jaar.

9 Totaal 1.895
9 jaar en jonger 410 (22%)
11 10 jaar 498 (26%)
11 jaar 987 (52%)
10
Figuur 27
Stop-reacties naar delictcategorie en leeftijd
9 jaar 10 jaar 11 jaar Totaal
Algemene veiligheid 8% 6% 6% 6%
Baldadigheid 8% 9% 9% 9%
Vermogensdelicten 25% 25% 23% 24%
Vernieling 27% 23% 22% 23%
Vuurwerkdelicten 28% 31% 35% 33%
Niet Halt-waardige delicten 4% 6% 6% 6%

Figuur 28

41

Afkomst

Halt Van alle Halt-jongeren is 80% van autochtone afkomst. De uitsplitsing naar politieregio (zie figuur 29) laat zien dat het percentage autochtone
---

Halt-jongeren opnieuw het laagst is in de politieregio Amsterdam-Amstelland (63%) en het hoogste in de politieregio Friesland (95%).

Afkomst jongeren met een Halt-afdoening
2007

Totaal 23.089
Allochtoon eerste generatie 1.603 (7%)
Allochtoon tweede generatie 2.596 (11%)
Autochtoon 18.396 (80%)
Onbekend 494 (2%)10
Figuur 29
Afkomst allochtone jongeren met Halt-afdoening
Oost Europa 234
Europa overig 468
Turkije 619
Marokko 900
Afrika overig 367
Azië 611
Oceanië 33
Nederlandse Antillen/Aruba 323
Suriname 475
Noord-Amerika 74
Zuid-Amerika 95
Totaal 4.199 0 200 400 600 800 1.000
Figuur 30
Stop Afkomst kinderen met een Stop-reactie
Het percentage autochtonen ligt bij de Stop-reactie wat lager dan bij de Halt-afdoeningen (75% t.o. 80%). Dat komt met name door een groter
aandeel tweede generatie allochtonen die een Stop-reactie doorlopen.
2007

Totaal 1.895
Allochtoon eerste generatie 143 (8%)
Allochtoon tweede generatie 270 (14%)
Autochtoon 1.415 (75%)
Onbekend 67 (4%)
Figuur 32
9 Voor de definitie van autochtoon/allochtoon zie Begripsbepaling autochtoon/allochtoon (NIZW, SRJV, versie 2, 2000): een allochtoon is een persoon van wie ten minste één ouder in het
buitenland is geboren.
10 Deze categorie omvat zowel de jongeren die niet weten wat hun geboorteland of dat van hun moeder/vader is, als ook de jongeren waarbij het Halt-bureau geen navraag heeft gedaan.
42

Percentage autochtone jongeren met een Halt-afdoening naar politieregio Halt

Groningen 91
Friesland 95
Drenthe 90
IJsselland 90
Twente 86
Noord- en Oost-Gelderland 87
Gelderland Midden 82
Gelderland Zuid 82
Utrecht 78
Noord-Holland Noord 85
Zaanstreek-Waterland 78
Kennemerland 75
Amsterdam-Amstelland 63
Gooi en Vechtstreek 81
Haaglanden 65
Hollands Midden 88
Rotterdam-Rijnmond 86
Zuid-Holland Zuid 81
Zeeland 74
Midden- en West-Brabant 79
Brabant Noord 87
Brabant Zuidoost 82
Limburg Noord 82
Limburg Zuid 82
Flevoland 81
Figuur 31 0 20 40 60 80 100%
Afkomst allochtone kinderen met een Stop-reactie Stop
Oost Europa 19
Europa overig 31
Turkije 78
Marokko 129
Afrika overig 28
Azië 38
Oceanië 1
Nederlandse Antillen/Aruba 46
Suriname 33
Noord-Amerika 4
Zuid-Amerika 6
Totaal 413 0 30 60 90 120 150
Figuur 33
43

Verantwoording Toelichting begrippen

De Halt-sector maakt voor de registratie van de Halt-afdoeningen en Stop-reacties Wanneer een jongere tot 18 jaar een Halt-delict pleegt (onder andere winkeldiefstal,
sinds 2004 gebruik van het softwarepakket AuraH. De Halt-bureaus zijn aan- vernieling, baldadigheid en vuurwerkdelicten), kan hij of zij door de opsporings-
gesloten op één centrale database, waaruit Halt Nederland de cijfers genereert. ambtenaar naar een Halt-bureau verwezen worden.
Bij Halt doorlopen jongeren van 12 tot 18 jaar een Halt-afdoening en kinderen tot
De in deze publicatie genoemde Halt- en Stop-verwijzingen zijn ingeschreven in 12 jaar en hun ouders een Stop-reactie.
2007; de genoemde Halt-afdoeningen en Stop-reacties zijn afgerond in 2007. Een verwijzing is de aanmelding door een opsporingsambtenaar van de jeugdige
Vanwege jaarovergangen wordt niet iedere verwijzing in hetzelfde jaar ingeschreven voor een Halt-afdoening of Stop-reactie. Voor de aanmelding wordt het Landelijk
en afgerond. Daarom wijkt het aantal ontvangen verwijzingen, Halt-afdoeningen en Overdrachtsformulier gebruikt.
Stop-reacties van elkaar af. Na ontvangst van een verwijzing door het Halt-bureau wordt de zaak ingeschreven.
Daarna volgt (met inachtneming van de Halt-criteria) een besluit over het in
Ook door afronding kunnen cijfers en percentages licht afwijken behandeling nemen van de verwijzing.
Nadat een verwijzing in behandeling is genomen, spreekt men van een
Halt-afdoening of Stop-reactie.
Een Halt-afdoening of Stop-reactie is het voorbereiden van het afdoeningsvoorstel
en de uitvoering ervan door de jongeren (en hun ouders).
De uitvoering van een Halt-afdoening bestaat uit een gesprek, een werk- en/of
leeractiviteit en - indien van toepassing - het vergoeden van de veroorzaakte schade.
De uitvoering van een Stop-reactie bestaat uit een gesprek en een leeractiviteit.

---

44

Toelichting delicten

Halt-waardige delicten
Artikel Omschrijving Categorie
141 lid 1 Sr openlijk geweld goederen vernieling
157 Sr brandstichting opzettelijk met gevaar goederen (niet personen) algemene veiligheid
310 Sr (winkel)diefstal en poging tot vermogensdelict
311 lid 1 onder 40 Sr (winkel)diefstal in vereniging en poging tot vermogensdelict
321 lid Sr verduistering en poging tot vermogensdelict
350 Sr vernieling vernieling
graffiti vernieling
416 Sr opzetheling vermogensdelict
417 bis Sr schuldheling vermogensdelict
326 Sr verwisselen prijskaartjes vermogensdelict
424 Sr baldadigheid met gevaar/nadeel goederen baldadigheid
461 Sr verboden toegang baldadigheid
1.2.2 Vuurwerkbesluit illegaal/ondeugdelijk vuurwerk vuurwerkdelict
1.2.4 Vuurwerkbesluit voorhanden hebben vuurwerk buiten verkoopperiode of voorhanden
hebben meer dan 10 kg vuurwerk in verkoopperiode vuurwerkdelict
2.3.6 Vuurwerkbesluit vuurwerk afsteken buiten toegestane tijd vuurwerkdelict
APV's vuurwerk vuurwerkdelict
baldadigheid baldadigheid
72 Wet personenvervoer gedrag dat orde, rust, veiligheid, goede bedrijfsgang verstoort/ kan verstoren openbare orde
73 Wet personenvervoer aanwijzingen orde, rust, veiligheid, goede bedrijfsgang niet volgen openbare orde
Veel voorkomende Niet Halt-waardige delicten
Artikel Omschrijving Artikel Omschrijving
2-3 Leerplichtwet schoolverzuim 326 Sr oplichting/illegaal collecteren
139 Sr lokaalvredebreuk (openbare ruimte) 453 Sr openbare dronkenschap
141 Sr openbaar geweld personen 8 Wegenverkeerswet rijden onder invloed
300 Sr mishandeling (eenvoudig) Wet wapens en munitie verboden wapenbezit
APV's diverse overtredingen

Bezoekadres Kanaalpark 142 Leiden Postadres Postbus 11256 2301 EG Leiden
Telefoon 071 750 21 00 Fax 071 750 21 99 E-mail info@halt.nl Website www.halt.nl

---- --

Persbericht Halt

28 mei 2008

Halt presenteert het Jaarbericht Halt-sector 2007

In het Jaarbericht 2007 treft u de cijfers aan van de Halt-afdoeningen en Stop-reacties over 2007 en algemene informatie over de ontwikkelingen bij Halt.
In 2007 zijn er meer jongeren naar Halt verwezen dan in het jaar ervoor (stijging van 8%), maar bij Stop kwamen er minder kinderen dan in 2006 (een daling van 2,5%). In principe is hier sprake van de gebruikelijke fluctuaties.

Projecten
Regelmatig wordt Halt gevraagd om te helpen bij de aanpak van problemen met jongeren, zoals bij spijbelen en overlast in combinatie met alcohol. Hiertoe worden dan meestal projecten opgezet in samenwerking met andere organisaties. In dit jaarbericht vindt u interviews met betrokkenen van Halt en de betreffende samenwerkingspartner bij deze meestal lokale of regionale projecten.

Versterkte Halt-afdoening
In 2007 is veel aandacht gegaan naar de ontwikkeling van een versterkte Halt-afdoening en in het verlengde hiervan is gediscussieerd over de lijst Halt-waardige feiten, dat wil zeggen over voor welke feiten jongeren naar Halt gestuurd worden. Betrokkenen van ketenpartners reflecteren in dit jaarbericht op deze discussies, samen met betrokkenen van Halt. In de loop van 2008 presenteert Halt de plannen voor de versterkte Halt-afdoening.

De nieuwe Halt-sector
De nieuwe organisatie van de Halt-sector - in plaats van 62 bureaus naar 18 Halt-regio's - is in 2007 voltooid.

25 jaar Halt
2007 was tot slot nog het jaar waarin Halt zijn 25-jarig bestaan vierde, met een breed opgezet symposium waarop zowel verleden als toekomst van Halt aan de orde waren.

Voor vragen, verdere informatie, interviews et cetera kunt u contact opnemen met
Halt Nederland, Jolien Verweij, telefoonnummer 071 750 21 00.

Algemene informatie

Ontstaan Halt

Halt is in 1981 in Rotterdam begonnen. Door een toename van het vandalisme, raakten politie en justitie overbelast en bleven veel zaken liggen. Met name voor jongeren werd het om pedagogische redenen van belang geacht om wél te reageren. De mogelijkheden werden uitgebreid met Halt.
Halt is om een aantal redenen in het leven geroepen: een norm stellen, vergelding, genoegdoening aan de benadeelde, een reactie geven op incidenten die tot dan toe vaak ongestraft konden plaatsvinden en recidivevermindering. Daarnaast hecht Halt groot belang aan het feit dat jongeren die voor de eerste keer voor een licht strafbaar feit opgepakt worden door de politie de mogelijkheid krijgen hiervoor buiten-justitieel gestraft te worden. Voor hen is het belangrijk dat zij dit niet voor langere tijd met zich meedragen. Het gaat daarbij om gedrag gerelateerd aan de puberfase en om delicten van geringe ernst. Voor de maatschappij is het van belang dat de jongeren een reactie krijgen.
Al vanaf het begin hielden de Halt-bureaus zich ook bezig met de preventie van jeugdcriminaliteit, door het geven van voorlichting op scholen of het opzetten van en meewerken aan speciale projecten.

Halt in 2007

Halt levert een bijdrage aan de preventie en bestrijding van veelvoorkomende jeugdcriminaliteit bij jongeren tot 18 jaar. Van de gemiddeld 50.000 jongeren per jaar die door de politie aangehouden worden, gaan er zo'n 20.000 naar een Halt-bureau voor een Halt-afdoening (12-18 jaar) en zo'n 2000 voor een Stop-reactie (12-min). Voor de helft bestaat het werk van de Halt-bureaus uit het uitvoeren van deze straffen, voor de andere helft uit de preventie van jeugdcriminaliteit. Op grote schaal worden voorlichtingen gegeven en nieuwe projecten ontwikkeld die zelfstandig of samen met andere organisaties uitgevoerd worden.
Halt Nederland is de landelijke organisatie van de Halt-sector en ondersteunt het werk van de Halt-bureaus, in samenspraak met relevante (keten)partners. Deze ondersteuning bestaat onder andere uit dienstverlening, belangenbehartiging en beleidsontwikkeling.

---- --