ChristenUnie
Bijdrage spoeddebat tekort aan kraamverzorgenden
Bijdrage spoeddebat tekort aan kraamverzorgenden
woensdag 28 mei 2008 16:34
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Het eerste bericht over een dreigend tekort aan
kraamverzorgenden kwam bij mij binnen in de vorm van een eenvoudig
emailtje van een moeder van twee kinderen die zwanger was van haar
derde. Wat staat haar in de zomer te wachten, als zij is uitgerekend?
In mijn bijdrage vandaag wil ik daar ook mee starten. Als wij het
hebben over dreigende tekorten in de kraamzorg gaat het niet om
gemiddelden -- landelijk gezien zou het gemiddeld gezien misschien wel
kunnen meevallen -- maar om de garantie waarop elke zwangere vrouw
persoonlijk moet aankunnen. "Ik krijg de zorg waar ik recht op heb
tijdens en na de bevalling, ik ben verzekerd van goede zorg."
Voor ons als ChristenUnie is het debat van vandaag extra wrang, omdat
de extra uren kraamzorg waarvoor wij altijd hebben gepleit en die in
het coalitieakkoord terecht zijn gekomen, waarna ze in het basispakket
zijn omgezet in extra uren, in de praktijk kennelijk niet altijd
kunnen worden vertaald in daadwerkelijke kraamzorg. Vorige week kreeg
ik de antwoorden op mijn schriftelijke vragen binnen, waarvoor dank.
Het antwoord van de minister op een vraag over de plicht van de
zorgverzekeraars, het tijdelijke karakter van de krapte en zijn
verwachting voor een flexibele inzet stelt mij nog niet gerust. In
hoeverre kan er nog meer flexibiliteit verwacht worden voor een sector
waar in de afgelopen jaren al zoveel flexibiliteit is gevraagd en waar
nu al sprake is van meer uren werken dan in het contract staat? Er
wordt bij twee, soms drie gezinnen per dag gewerkt, met daarbij ook
nog eens veel reistijd. Een belangrijke vraag is ook wat deze krapte
betekent voor het werk van verloskundigen. Hoeveel flexibiliteit mag
van deze beroepsgroep worden verwacht? Wat betekent dit alles voor de
veiligheid en goede zorg voor moeder en kind?
Zorgverzekeraars Nederland zou aan een oplossing werken. Hoever staat
het daarmee? Hoe beoordeelt de minister de noodoplossing van UVIT, het
extra paar handen of kraamzorg van een bekende? Wat betekent de krapte
voor het extra geld dat beschikbaar is gesteld? Er is 34 mln. extra in
de kraamzorg gestopt, maar volgens de beroepsorganisatie van
kraamvrouwen is er niet genoeg personeel om het geld aan uit te geven.
Op welke termijn verwacht de minister dat de kraamzorg op volle kracht
kan werken en alle uren zorg kan leveren waarop vrouwen recht hebben?
Om de percentages uit de borstvoedingsmotie, door mij ingediend
tijdens de begrotingsbehandeling, te halen heeft de minister de
kraamzorg hard nodig. De ChristenUnie verwacht dan ook van hem
maximale inzet om de krapte in de kraamzorg weg te werken.
Mevrouw Langkamp (SP):
Hoe staat u tegenover het idee van noodoplossingen?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voor mij is het belangrijkste dat er zorg wordt geleverd, het liefst
door de kraamverzorgenden zelf. Dat is immers de beroepsgroep die dat
het beste kan. Maar ik kan mij wel voorstellen dat de minister geen
blik open kan trekken, waarna het is geregeld. Ik kan mij daarom
voorstellen dat op heel korte termijn moet worden gekeken wat nog meer
mogelijk is aan uitwisseling, maar ook aan alternatieve vormen van
zorg. Maar op het moment dat je van een beroepsgroep extra inzet
vraagt, moet dat financieel worden vertaald.
Mevrouw Langkamp (SP):
Dat verbaast mij want kraamverzorger is een heel specifiek beroep waar
specifieke kennis voor nodig is. Die kijkt bijvoorbeeld of een
pasgeboren baby'tje goed groeit, of de borstvoeding goed gaat,
enzovoorts. Daar is een verloskundige niet voor opgeleid. Het verbaast
mij dus dat u dat acceptabel vindt.
Wat vindt mevrouw Wiegman ervan om alle kraamverzorgers die afgehaakt
zijn via een wervingscampagne te verzoeken om er weer bij te komen en
de nood te ledigen? Zij zijn er immers wel voor opgeleid en kunnen nu
bijspringen om het probleem tijdelijk op te lossen, in ieder geval
voor deze zomer. Daarnaast moeten natuurlijk structurele maatregelen
worden genomen om de tekorten weg te werken. Wat vindt zij van een
wervingscampagne?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat lijkt me heel goed. Het mooiste zou zijn als dit probleem binnen
de organisaties van kraamverzorgers zelf opgelost kan worden. Daar ben
ik een groot voorstander van. Als het echter na wervingscampagnes niet
lukt om het probleem op te lossen en je staat voor de keuze om tegen
een vrouw te zeggen dat er geen kraamzorg is of om met alle mogelijke
middelen een vorm van zorg proberen te bieden, dan kies ik voor het
laatste. Liever dat dan tegen mensen zeggen: bekijk het maar. Dat
kraamverzorger echter een specifiek beroep is en dat kraamzorg het
beste door deze beroepsgroep geleverd wordt, staat als een paal boven
water.
Mevrouw Langkamp (SP):
Mevrouw Wiegman is het dus met mij eens dat wij eerst alles op alles
moeten zetten om de kraamverzorgers die nu niet meer als zodanig
werkzaam zijn er weer bij te krijgen en daarna pas over
second best-oplossingen te gaan nadenken.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ja, het liefst zie ik kraamverzorgers. Misschien kan het geld dat nu
niet wordt ingezet voor extra uren kraamzorg, worden gebruikt om via
een verkorte opleiding in een korte tijd meer kraamverzorgers op te
leiden dan via de reguliere opleidingen? Eerst moet de focus op de
kraamverzorgers liggen. Naar alternatieven mag alleen gekeken worden
onder de voorwaarde dat er financieel wat tegenover staat, zodat er
echt goede zorg geleverd kan worden.
Mevrouw Arib (PvdA):
Ik ben het met mevrouw Wiegman eens dat alles op alles moet worden
gezet om kraamverzorgers terug te winnen voor het beroep en dat
verloskundigen bij moeten kunnen springen. De minister houdt in zijn
antwoord op mijn schriftelijke vragen ook de mogelijkheid open om
vrouwen een budget te geven zodat zij zelf kraamhulp kunnen regelen.
Die hulp kan ook van de buurvrouw of van de familie zijn. Wat vindt
mevrouw Wiegman daarvan?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat moet dan ook echt een mogelijkheid zijn. De vrouwen die nu om
kraamzorg vragen verwachten ook echt kraamzorg en geen zakje met geld
om zelf zorg te gaan inkopen. Daar zijn zij immers voor verzekerd,
zeggen zij. Wat dat betreft ben ik benieuwd of daar vanavond meer over
gezegd kan worden. Met een zak geld voor de mensen zelf wordt het
probleem immers niet opgelost.
Mevrouw Schermers (CDA):
Mevrouw Wiegman zei zo-even dat het niet-gebruikte geld, bestemd voor
de vijf uur extra, gebruikt kan worden voor een korte cursus. Benadert
zij het beroep van kraamverzorgende daarmee niet wat negatief? Is dat
met een korte cursus of een cursusje te leren?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik heb niet gesproken van een korte cursus of een cursusje. Ik doel
erop dat in een kort tijdsbestek wellicht een volwaardige opleiding
kan worden aangeboden in plaats van de reguliere, langdurige
opleiding. Ik heb begrepen dat die mogelijkheden er zijn. Dat zou
deels een mooie oplossing zijn van het probleem.
De heer Dibi (GroenLinks):
Er blijft nu geld op de plank liggen omdat er gewoonweg niet genoeg
kraamverzorgers zijn. De Kamer wil nu in meerderheid oude
kraamverzorgers weer inschakelen. Zou het niet-gebruikte geld niet ook
gebruikt kunnen worden om deze mensen wat meer te geven als zij bereid
zijn opnieuw hun beroep te op te pakken? Zij krijgen dan extra
betaald.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik weet niet of ik degene ben die vanavond moet spreken over meer
geven. Het is ontzettend belangrijk dat binnen de beroepsorganisaties
oplossingen worden gezocht en dat daar keuzes worden gemaakt over de
beste inzet van geld dat niet via de reguliere weg weggezet kan
worden.