ChristenUnie
Bijdrage debat Evangelische school
Bijdrage debat Evangelische school
woensdag 28 mei 2008 16:21
Evangelische school
Aan de orde is het spoeddebat over huisvesting van de evangelische
school de Passie in de gemeente Wierden.
De voorzitter:
Ik heb met een aantal van u gepraat. Ik heb u uitgelegd dat ik
eigenlijk om 18.00 uur maar uiterlijk om 18.30 uur moet schorsen.
Daarom stel ik voor dat u uw interrupties bewaart tot het antwoord van
de staatssecretaris. De spreektijd is drie minuten.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. De aanleiding voor het debat heb ik gisteren bij de
regeling al uiteengezet. Dat zal ik niet herhalen, mede in verband met
de beperkte spreektijd. Ik dank de staatssecretaris voor de brief die
wij vanmiddag hebben ontvangen en die zij mede namens de minister van
BZK heeft gestuurd.
Het is voor de fractie van de ChristenUnie een zeer principiële zaak,
want het gaat om een in de Grondwet gefundeerd recht tot het stichten
van scholen, dat een verdere uitwerking heeft gekregen in wet- en
regelgeving. Alleen daarom al rechtvaardigen de situatie zoals die nu
al jaren in Wierden sleept en de ontwikkelingen van dit moment daarin,
dat wij daarover als Kamer spreken. Wij hebben overigens in deze zaak
altijd Kamerbreed opgetrokken.
De discussie speelt al vanaf 2002. Toen werd de school voor het eerst
in het Plan van Scholen opgenomen, maar onder de leus "geen geld, geen
Passie" heeft de gemeente Wierden steeds geweigerd om haar
verantwoordelijkheden te nemen en ervoor te zorgen dat er ook
huisvesting zou komen. Volgens onze regelgeving kan dat natuurlijk
ook. Men heeft een jaar of vijf om uiteindelijk tot een besluit te
komen. Allerlei instanties hebben zich hierover destijds uitgesproken.
Ook de eigen commissie van bezwaar- en beroepschriften sprak zich
tegen de gemeente uit, vervolgens de rechtbank van Almelo, de
provincie Overijssel en uiteindelijk, begin maart, de Raad van State.
Deze heeft het laatste beroep tegen het Plan van Scholen
niet-ontvankelijk verklaard. Toen heeft de gemeente ermee ingestemd om
mee te werken en om ervoor te zorgen dat een pand beschikbaar zou
komen, zodat de school per augustus 2008 zou kunnen starten. Er is
zelfs een collegebesluit genomen om een pand beschikbaar te stellen.
Dat was, en is nog steeds, denk ik, aanwezig in de gemeente Wierden.
Eindelijk leek de school dus datgene te krijgen waarop zij conform
wet- en regelgeving al zo lang recht had.
De uitspraak van de Raad van State van 29 april jongstleden over het
vaststellen van het begrotingsplafond, waarop de staatssecretaris in
haar brief ingaat, is door de gemeente Wierden aangegrepen om op haar
eerdere besluiten van maart terug te komen. Gisteren heeft de raad
zelfs besloten dat de p.m.-post voor huisvesting en/of de eerste
inrichting van de Passie in de begroting van 2008 geschrapt zou
worden. Ook is besloten om in de meerjarenbegroting 2009-2011 geen
middelen op te nemen voor huisvesting. Tevens is uitgesproken dat de
voorbereidingen van huisvesting beëindigd zouden worden. Het
collegebesluit om een pand beschikbaar te stellen, is gisteravond
ingetrokken.
De staatssecretaris legt de uitspraak van de Raad van State zó uit,
dat deze de besluiten die gisteren in Wierden zijn genomen, absoluut
niet rechtvaardigt. Zo lees ik haar brief. Zij stelt dat de uitspraken
van de Raad van State van eind april de jaren 2005 en 2006 betreffen
en dus niet zien op de huisvestingsbeslissingen van de gemeente met
betrekking tot de jaren 2007 en 2008 en uiteraard verder. Zij stelt
ook heel helder -- ik denk dat dat goed is -- dat de gemeente
uiterlijk 1 augustus 2008 huisvesting ter beschikking dient te
stellen. Zij spreekt zelfs van "taakverwaarlozing" als dat niet zou
gebeuren. Kan ik hieruit afleiden dat zij van mening is dat de
conclusies die de gemeente Wierden heeft getrokken uit de uitspraak
van de Raad van State en de besluitvorming die daarover gisteren heeft
plaatsgevonden, eigenlijk niet correct zijn en als onrechtmatig kunnen
worden beschouwd? Het is daarbij trouwens merkwaardig dat de gemeente
onder toezicht staat; ik weet niet hoe dat zich verhoudt tot deze
uitspraken. Kan ik ook uit haar brief afleiden dat er naar haar
mening, anders dan de gemeente Wierden stelt, geen sprake is van
lacunes in wet- en regelgeving zoals wij die hanteren met de hele
systematiek van het stichten van scholen?
Hoe nu verder? De bewindslieden verwijzen naar de
taakverwaarlozingsprocedure van de provincie Overijssel. Als wij op
dat terrein verdergaan, kan dat nog wel even duren; ik denk overigens
wel dat dit de weg is. De school heeft echter leerlingen geworven en
docenten aangenomen. Zij heeft dus niet veel tijd meer om het besluit
te nemen of 1 augustus wel echt haalbaar is. Als docenten hebben
gezegd dat zij per 1 augustus ergens anders gaan werken en als dat
niet doorgaat, moeten zij wel terug kunnen.
Er is dus snel duidelijkheid nodig. Ik vraag de staatssecretaris dan
ook of deze duidelijkheid er echt heel snel kan komen, en of wij uit
deze brief kunnen afleiden dat er in ieder geval voor de school een
garantie is dat zij vanaf 1 augustus kan starten. De school heeft
enige hardheid nodig, denk ik. Ik vraag de staatssecretaris om daarop
straks in te gaan.
Aan de orde is het spoeddebat over huisvesting van de evangelische
school de Passie in de gemeente Wierden.
De voorzitter:
Ik heb met een aantal van u gepraat. Ik heb u uitgelegd dat ik
eigenlijk om 18.00 uur maar uiterlijk om 18.30 uur moet schorsen.
Daarom stel ik voor dat u uw interrupties bewaart tot het antwoord van
de staatssecretaris. De spreektijd is drie minuten.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. De aanleiding voor het debat heb ik gisteren bij de
regeling al uiteengezet. Dat zal ik niet herhalen, mede in verband met
de beperkte spreektijd. Ik dank de staatssecretaris voor de brief die
wij vanmiddag hebben ontvangen en die zij mede namens de minister van
BZK heeft gestuurd.
Het is voor de fractie van de ChristenUnie een zeer principiële zaak,
want het gaat om een in de Grondwet gefundeerd recht tot het stichten
van scholen, dat een verdere uitwerking heeft gekregen in wet- en
regelgeving. Alleen daarom al rechtvaardigen de situatie zoals die nu
al jaren in Wierden sleept en de ontwikkelingen van dit moment daarin,
dat wij daarover als Kamer spreken. Wij hebben overigens in deze zaak
altijd Kamerbreed opgetrokken.
De discussie speelt al vanaf 2002. Toen werd de school voor het eerst
in het Plan van Scholen opgenomen, maar onder de leus "geen geld, geen
Passie" heeft de gemeente Wierden steeds geweigerd om haar
verantwoordelijkheden te nemen en ervoor te zorgen dat er ook
huisvesting zou komen. Volgens onze regelgeving kan dat natuurlijk
ook. Men heeft een jaar of vijf om uiteindelijk tot een besluit te
komen. Allerlei instanties hebben zich hierover destijds uitgesproken.
Ook de eigen commissie van bezwaar- en beroepschriften sprak zich
tegen de gemeente uit, vervolgens de rechtbank van Almelo, de
provincie Overijssel en uiteindelijk, begin maart, de Raad van State.
Deze heeft het laatste beroep tegen het Plan van Scholen
niet-ontvankelijk verklaard. Toen heeft de gemeente ermee ingestemd om
mee te werken en om ervoor te zorgen dat een pand beschikbaar zou
komen, zodat de school per augustus 2008 zou kunnen starten. Er is
zelfs een collegebesluit genomen om een pand beschikbaar te stellen.
Dat was, en is nog steeds, denk ik, aanwezig in de gemeente Wierden.
Eindelijk leek de school dus datgene te krijgen waarop zij conform
wet- en regelgeving al zo lang recht had.
De uitspraak van de Raad van State van 29 april jongstleden over het
vaststellen van het begrotingsplafond, waarop de staatssecretaris in
haar brief ingaat, is door de gemeente Wierden aangegrepen om op haar
eerdere besluiten van maart terug te komen. Gisteren heeft de raad
zelfs besloten dat de p.m.-post voor huisvesting en/of de eerste
inrichting van de Passie in de begroting van 2008 geschrapt zou
worden. Ook is besloten om in de meerjarenbegroting 2009-2011 geen
middelen op te nemen voor huisvesting. Tevens is uitgesproken dat de
voorbereidingen van huisvesting beëindigd zouden worden. Het
collegebesluit om een pand beschikbaar te stellen, is gisteravond
ingetrokken.
De staatssecretaris legt de uitspraak van de Raad van State zó uit,
dat deze de besluiten die gisteren in Wierden zijn genomen, absoluut
niet rechtvaardigt. Zo lees ik haar brief. Zij stelt dat de uitspraken
van de Raad van State van eind april de jaren 2005 en 2006 betreffen
en dus niet zien op de huisvestingsbeslissingen van de gemeente met
betrekking tot de jaren 2007 en 2008 en uiteraard verder. Zij stelt
ook heel helder -- ik denk dat dat goed is -- dat de gemeente
uiterlijk 1 augustus 2008 huisvesting ter beschikking dient te
stellen. Zij spreekt zelfs van "taakverwaarlozing" als dat niet zou
gebeuren. Kan ik hieruit afleiden dat zij van mening is dat de
conclusies die de gemeente Wierden heeft getrokken uit de uitspraak
van de Raad van State en de besluitvorming die daarover gisteren heeft
plaatsgevonden, eigenlijk niet correct zijn en als onrechtmatig kunnen
worden beschouwd? Het is daarbij trouwens merkwaardig dat de gemeente
onder toezicht staat; ik weet niet hoe dat zich verhoudt tot deze
uitspraken. Kan ik ook uit haar brief afleiden dat er naar haar
mening, anders dan de gemeente Wierden stelt, geen sprake is van
lacunes in wet- en regelgeving zoals wij die hanteren met de hele
systematiek van het stichten van scholen?
Hoe nu verder? De bewindslieden verwijzen naar de
taakverwaarlozingsprocedure van de provincie Overijssel. Als wij op
dat terrein verdergaan, kan dat nog wel even duren; ik denk overigens
wel dat dit de weg is. De school heeft echter leerlingen geworven en
docenten aangenomen. Zij heeft dus niet veel tijd meer om het besluit
te nemen of 1 augustus wel echt haalbaar is. Als docenten hebben
gezegd dat zij per 1 augustus ergens anders gaan werken en als dat
niet doorgaat, moeten zij wel terug kunnen.
Er is dus snel duidelijkheid nodig. Ik vraag de staatssecretaris dan
ook of deze duidelijkheid er echt heel snel kan komen, en of wij uit
deze brief kunnen afleiden dat er in ieder geval voor de school een
garantie is dat zij vanaf 1 augustus kan starten. De school heeft
enige hardheid nodig, denk ik. Ik vraag de staatssecretaris om daarop
straks in te gaan.
Mevrouw Vietsch (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie constateert dat er problemen zijn met het
huisvesten van een bijzondere school en dat dus de vrijheid van
onderwijs op het spel staat. Dat nemen wij hoog op. Er moet op korte
termijn een oplossing komen.
In de Tweede Kamer is net het wetsvoorstel over de
voorzieningsplanning scholen aangenomen, waarin staat dat gemeenten de
huisvesting van scholen moeten betalen. Volgens de uitspraak van de
Raad van State hoeft de gemeente Wierden echter de huisvesting niet te
betalen. Kan de staatssecretaris nog eens opnieuw aangeven hoe deze
uitspraak zich verhoudt met het wetsvoorstel en wat de gevolgen van de
uitspraak zijn? De CDA-fractie is er duidelijk over: de school mag
niet de dupe worden van deze situatie.
De staatssecretaris geeft in de brief aan dat uiterlijk 10 juni
uitsluitsel gegeven moet worden. Is het reëel te veronderstellen dat
er dan per 1 augustus 2008 huisvesting is en dat het financieel
geregeld is?
In eerste instantie wilde de school zich vestigen in Almelo. Ik heb
begrepen dat er nu weer gesprekken gaande zijn over het tijdelijk
huren van een school met gymlokaal in Almelo. Kan de Passie op deze
wijze soms snel gehuisvest worden? Zit daar ruimte in? Is de
staatssecretaris bereid om deze oplossing te ondersteunen? Zo ja, hoe
worden dan de financiële consequenties geregeld?
De heer Heijnen (PvdA):
Voorzitter. De PvdA-fractie is verbaasd over de uitspraak van de Raad
van State. Gemeenten hebben de taak te voorzien in huisvesting als
scholen opgenomen zijn in het plan voor scholen, tenzij er budgettaire
beperkingen zijn. Maar hoe kan hier sprake zijn van budgettaire
beperkingen, als de gemeente Wierden nog nooit één eurocent heeft
uitgegeven aan huisvesting voor voortgezet onderwijs sinds in 1997 die
taak is gedecentraliseerd aan gemeenten? Ik begrijp niet dat de Raad
van State dat niet in zijn overwegingen en uitspraak heeft betrokken.
Wie A zegt, moet B zeggen. Het initiatief is niet gelegen bij de
Passie, maar bij de gemeente Wierden. De gemeente heette in 2002 de
school van harte welkom heette, maar deze was niet langer welkom toen
bleek wat de consequenties waren. Dat lijkt mij bestuurlijk niet
correct en het resultaat is dat op dit moment 30 kinderen in de kou
staan.
Het is mij vandaag gebleken dat de Passie zich heeft gemeld bij de
gemeente Almelo. Ik verzet mij zeer tegen de gedachte dat de Passie
uiteindelijk in Almelo zou belanden. In de eerste plaats zou dat
betekenen dat het slechte gedrag van buurgemeente Wierden wordt
gehonoreerd. In de tweede plaats -- dat is nog belangrijker -- werken
in Almelo protestants-christelijk, rooms-katholiek en openbaar
onderwijs intensief samen om een goed netwerk aan voorzieningen in
stand te houden. Deze onderwijsvormen hebben de afgelopen jaren
allemaal een nieuw schoolgebouw gekregen, waaraan de gemeente Almelo
miljoenen euro's meer heeft uitgegeven dan zij in het kader van het
Gemeentefonds heeft gekregen. Ook uitermate belangrijk is dat de
scholen in Almelo erin slagen de segregatie naar etniciteit te
bestrijden. Indien de Passie onverhoopt uiteindelijk in Almelo zou
belanden, zou dat die strijd weer ondermijnen.
Dwingt de staatssecretaris Wierden op de een of andere manier te
leveren? Garandeert zij dat de school nooit in Almelo zal eindigen?
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):
Voorzitter. Ik moet toegeven dat ik Wierden even moest opzoeken in de
atlas, maar nu weet ik waar het ligt: vlakbij Almelo.
Eerlijk gezegd kan ik de redenering van de staatssecretaris wel volgen
om in ieder geval nog even af te wachten; voor de redenering van de
gemeente Wierden is ook wel het nodige te zeggen. Het gaat om 30
leerlingen, van wie slechts 10% uit Wierden zelf afkomstig is. Met een
krappe begroting is dat natuurlijk nogal een keuze waar je dan maar
even voor komt te staan.
Ik kan de redenering van de staatssecretaris tot nu toe dus volgen. Ik
wacht haar reactie op dat punt overigens af. Er is al het nodige
gezegd. Wij moeten de bestuurlijke relaties zuiver houden. Overheden
-- Rijk, provincie en gemeente -- kunnen niet over elkaar heen rollen.
Wij moeten, ook denkend aan de commissie-Oosting, op dat punt dus
zuiverheid betrachten.
Ik hoop dat de staatssecretaris en de inspectie erop willen toezien
dat deze evangelische school geen homoleraren weigert. Dat was een
tijdje geleden aan de orde, maar behoort hopelijk niet meer tot het
beleid van deze school. Misschien kan de staatssecretaris dat
bevestigen. Misschien niet, maar dat lijkt mij in ieder geval een taak
van de inspectie.
De heer Van der Vlies (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Wij hebben hier een principiële kwestie aan de
orde, namelijk de vrijheid van onderwijs. Wij kennen de gang der
dingen. Als er een initiatief komt voor een schoolstichting, voldoet
de aanvraag dan aan de criteria of niet? Dat proces is doorlopen. De
historie heeft een traject gekend van wel of niet op deze parameters
een school toekennen. Na het bevestigende antwoord moest ook nog een
locatie worden gezocht. Huisvesting ontbrak. Almelo was kandidaat,
maar dat vlotte niet erg. Toen diende Wierden zich aan. Zo is het
gegaan. Daarom hebben wij in het betreffende debat in samenspraak met
de regering uiteindelijk gezegd dat Wierden een goede kansmaker is en
dat Wierden de huisvestingsgemeente wordt.
Eerst wilde Wierden wel. Na gemeenteraadsverkiezingen en de komst van
een ander college wilde Wierden uiteindelijk niet. Wierden ging
weerstand bieden. De consequenties zijn natuurlijk verstrekkend, want
per 1 januari 1997 is de zorgplicht voor de onderwijshuisvesting bij
de gemeente terechtgekomen. Wierden heeft natuurlijk een streekfunctie
voor een school van dit type, maar dat neemt die zorgplicht niet weg.
Diverse beroepszaken zijn gevolgd. Op zich is dat te respecteren, want
wij leven in een rechtsstaat, maar er is vrij recent wel een curieuze
wending ontstaan, terwijl de school al in verregaande mate van
voorbereiding is voor de start per 1 augustus aanstaande. Wij hebben
allemaal mailtjes gekregen van ouders met ingeschreven leerlingen. Er
zijn verplichtingen aangegaan door het schoolbestuur. Dat is terecht,
want men moest zich natuurlijk bekwaam organiseren om per 1 augustus
van start te kunnen gaan.
De school mag geen pingpongbal worden die heen en weer wordt geslagen,
waardoor de onzekerheid voortduurt. Ik sluit mij dus aan bij alle
collega's die hebben gezegd dat er nu snel duidelijkheid moet komen.
Dat is een harde vereiste. Wij zijn wettelijk en moreel verplicht om
die duidelijkheid te geven.
Ik denk dat hier ook een leerpunt in zit. Op enig moment moeten wij de
vraag stellen of dit ook betekenis heeft voor de wetgeving en voor het
dimensioneren en interpreteren van de zorgplicht. Een uitspraak van de
Raad van State is immers niet zomaar wat. Collega Heijnen kan zeggen
dat hij het niet snapt. In zekere zin snap ook ik het niet, maar het
verhaal van Wierden is natuurlijk: dit is ons door de strot geduwd en
geeft een geweldige implicatie voor onze begroting; wij hoesten dat
niet op zonder schade te berokkenen aan andere verplichtingen en
activiteiten. Dat zouden wij natuurlijk wel een keer met elkaar moeten
bespreken.
De vergadering wordt van 17.13 uur tot 17.23 uur geschorst.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
: Voorzitter. Ik dank de Kamerleden hartelijk voor de inbreng in
eerste termijn, waarin zij hun zorg uitspraken over de situatie in
Wierden. Dat is buitengewoon terecht; Wierden heeft inmiddels ook in
de Kamer een geschiedenis opgebouwd. Ik heb daarom onder andere de
provincie gevraagd om te zorgen voor preventief toezicht. Blijkbaar
zijn wij er op dit moment nog niet. Om recht te doen aan het verzoek
van de voorzitter om alles zo vlot mogelijk te laten verlopen, ga ik
de verschillende vragen die gesteld zijn direct beantwoorden, zonder
al te lange inleidingen. Eén ding staat echter voorop: zowel ik als de
minister van BZK hebben in deze kwestie slechts één doel. Op 1
augustus 2008 moet deze school gewoon starten, en wel in Wierden.
De heer Slob noemt het punt dat er besluiten zijn genomen in de
gemeenteraad van Wierden om begrotingsposten te schrappen. Hij vraagt
hoe ernstig dit is en of het onrechtmatig, of op zijn minst incorrect
is. Ik kan hem zeggen dat het gewoon onrechtmatig is dat die ene post
is geschrapt. Het is in strijd met de wet; ik heb het betreffende
artikel in mijn brief genoemd. Er dient gewoon op een bepaald moment
in medebewind iets gerealiseerd te worden en er dient ook gereserveerd
te worden. Ik denk op dit moment echter niet dat het uiteindelijk
problematisch is, omdat wij toch al voornemens zijn om de lijn van de
taakverwaarlozing op te pakken. Het liefst zie ik dit de provincie de
komende tijd doen. Als dat gebeurt, heeft de provincie de leiding om
dit op een goede manier af te regelen voor het gemeentebestuur. Ik ga
hier zo meteen nader op in.
Er zijn principevragen gesteld, onder andere door de heer Van der
Vlies die in heel korte tijd een grondige benadering gaf. Hij wil
weten wat de uitspraak van de Raad van State betekent. Ook mevrouw
Vietsch brengt dit punt naar voren. Ik spreek hierover niet alleen
namens mijzelf, maar ook namens de minister van BZK en het gehele
kabinet. De uitspraak van de Raad van State gaat over de jaren 2005 en
2006 en dus niet per se over latere jaren. Bij de afweging worden
specifieke elementen betrokken, waardoor deze geen algemene strekking
heeft. Wettelijk staat artikel 193, sub c van de Gemeentewet voorop.
Dat betreft een aantal verplichte uitgaven waaronder ook die uitgaven
vallen die voortvloeien uit de van het gemeentebestuur gevorderde
medewerking tot uitvoering van wetten en AMvB's, voor zover deze
uitgaven niet ten laste van anderen zijn gebracht. Dat is gewoon het
in medebewind uitvoeren van zaken zoals wij dat op dit moment in onze
wetgeving rondom het stichten van scholen kennen. Dit betekent dat het
kabinet uiteindelijk de lijn voortzet die tot nu toe is bewandeld, met
als doel het stichten van de school in Wierden. Die school staat al
vijf jaar lang op de agenda. Nu is het tijdstip daar dat het ook
daadwerkelijk moet gaan gebeuren.
Dit betekent dat wij voornemens zijn om de provincie nadrukkelijk te
vragen een taakverwaarlozingsprocedure te starten. Wij geven de
provincie de gelegenheid om daar uiterlijk 10 juni een besluit over te
nemen. De provincie is dan in staat om in de plaats van het
gemeentebestuur deze voorziening te gaan creëren.
Dat is een belangrijke mogelijkheid. Mevrouw Dezentjé heeft gezegd dat
het niet de bedoeling is dat de ene overheidslaag over de andere
buitelt. Die opmerking is terecht, maar wij hebben in de wet de
mogelijkheid om daadwerkelijk iets te doen als het echt nodig is en in
dit geval vinden wij het echt nodig. Daarom ligt het verzoek bij de
provincie om de taakverwaarlozingsprocedure te starten.
De voorzitter:
Mevrouw Dezentjé, u was er niet, maar ik heb twee interrupties
toegestaan tijdens het hele antwoord van de staatssecretaris.
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):
Ik wil dat de staatssecretaris mij iets uitlegt. Er bestaat natuurlijk
ook gemeentelijke autonomie. De gemeente heeft aangegeven hiervoor
geen budget beschikbaar te hebben. Wat is dan het gevolg van zo'n
taakverwaarlozingsactie, die ik overigens nogal heftig vind? Wat
betekent die? Wat moet de gemeente dan doen om te zorgen voor
bekostiging? Is het gevolg daarvan dat alle inwoners van Wierden meer
ozb gaan betalen? Kan de staatssecretaris dat uitleggen?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Het is uiteindelijk aan de gemeente om de financiële zorg rond dit
punt in een oplossende sfeer op zich te nemen. Eén ding is duidelijk:
vanaf het jaar dat wij zijn gestart met deze wet, zijn er middelen
naar de gemeente gegaan. De gemeente weet al vijf jaar dat de Passie
in Wierden op het programma staat en dat er na vijf jaar een eind is
aan het wachten. De gemeente moet reserveringen doen voor de
realisatie. Bij het daadwerkelijk realiseren van deze actie is de
gemeente niet autonoom, maar medebewindvoerder. Zij zal op dat moment
daadwerkelijk die stap moeten zetten. Als zij dat niet doet, doet de
provincie dat. Als de provincie het niet zou doen, zal het Rijk die
stap zetten. Nadat de uitgaven en de hele actie, eventueel het
neerzetten van noodlokalen, zijn gerealiseerd, zal het aan de gemeente
zijn om te bekijken hoe zij dat binnen haar begroting op een goede
manier oplost. Daarvoor heeft zij inderdaad verschillende
mogelijkheden.
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):
Als dat een traject is geweest van vijf jaar, rijst wel de vraag wat
de reden was voor de gemeente Wierden om daarvoor niet te reserveren
en of die uitleg volgens de staatssecretaris plausibel is.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat debat hebben wij al zeer uitgebreid gevoerd bij de behandeling van
het Plan van Scholen. Wij waren het in de Kamer dus al lang met elkaar
eens dat het tijdstip was aangebroken om tot realisatie over te gaan.
Het gaat er nu alleen om dat de gemeente Wierden dat op dit moment
niet doet, c.q. zelfs posten die er waren nog schrapt. Dat maakt dat
wij nu in actie komen, maar de afweging van de afgelopen vijf jaar
hadden wij in de Kamer allang gemaakt bij de behandeling van het Plan
van Scholen.
Ik kom op het verdere verloop. De minister van BZK overweegt om op
grond van artikel 121 van de Provinciewet zelf in de plaats te treden
van gedeputeerde staten indien die niet tot een
taakverwaarlozingsprocedure komen. Wij weten echter dat over dit
onderwerp op dit moment op een goede manier door GS wordt gesproken.
Als GS de taakverwaarlozingsprocedure ex artikel 124 Gemeentewet niet
doorzetten, komt BZK in beeld. Artikel 121 van de Provinciewet
verleent de minister van BZK de bevoegdheid om namens gedeputeerde
staten of de commissaris van de Koningin beslissingen te nemen die
wettelijk vereist zijn. Artikel 124 Gemeentewet geeft eenzelfde
bevoegdheid aan gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin
ten opzichte van de gemeente. Ik stel hier vast dat tot op heden
gedeputeerde staten zeer betrokken zijn geweest en full swing het
preventief toezicht hebben ingesteld. Ik hoop dus van harte dat deze
stap ook zal worden gezet, maar omdat de Kamer natuurlijk het uitzicht
wil hebben dat de school uiteindelijk zal worden gerealiseerd, wil ik
haar het doorkijkje niet onthouden dat het Rijk vanuit het ministerie
van Binnenlandse Zaken deze zaak kan oppakken. Uiteraard moet hierbij
zorgvuldig worden geopereerd en moet de gemeente respectievelijk de
provincie de tijd krijgen voor herstel. Vandaar dat wij de gemeente en
de provincie de datum van 10 juni aanstaande hebben genoemd. Ook
daarna zal er nog een redelijke termijn moeten zijn, maar die is
afhankelijk van de urgentie om provincie en gemeente nog eenmaal de
slag te laten maken. De urgentie is hier groot, dus de termijn kan ook
wel weer kort zijn.
Daarna komt BZK in beeld en dat ministerie kan direct optreden.
Zoals bekend, moet de gemeente voorzien in de huisvesting. Als die
daarin niet voorziet, zal de provincie haar plicht doen. Als echter de
provincie nalaat om te voorzien in een oplossing voor de
taakverwaarlozing, kan in laatste instantie de minister van BZK
ingrijpen en doen voorzien in de huisvesting, overigens: wel op kosten
van de gemeente. Dat moge duidelijk zijn.
De heer Slob (ChristenUnie):
Zegt u: als de gemeente niet doet waartoe zij op grond van de wet
verplicht is, namelijk zorgen voor huisvesting per 1 augustus 2008,
dan is er sprake van taakverwaarlozing en dan regelt de provincie de
zaak? Zegt u ook: als de provincie dat niet doet, zal uiteindelijk het
Rijk zijn verantwoordelijkheid nemen? De provincie moet nog een
besluit nemen, maar betekent het voorgaande dat er voor de school de
garantie is dat mocht de gemeente dwars blijven liggen, er per 1
augustus 2008 toch huisvesting voor de school is, hetzij gerealiseerd
door de gemeente zelf hetzij gerealiseerd door de provincie of het
Rijk?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Het traject dat wij voor ogen hebben, moet dat met zich meebrengen.
Wij doen er alles aan om te realiseren wat u wilt. Wij hopen van harte
dat de provincie zelf voor een oplossing zorgt en tot op heden heeft
de provincie zeer goed meegewerkt. Bij taakverwaarlozing gaat het
echter om een pittige zaak. Je spreekt niet zomaar van
taakverwaarlozing. Het is mogelijk dat de provincie uiteindelijk aan
de minister van Binnenlandse Zaken vraagt om de kwestie te behandelen.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft mij te kennen gegeven dat in
dat geval zij haar plicht zal doen en dus, indien nodig, de
verantwoordelijkheid zal nemen. Dat zal ertoe leiden dat de
huisvesting van de school is gerealiseerd als de school met haar
onderwijs moet starten.
De heer Slob (ChristenUnie):
Dat brengt mij tot het herhalen van de vraag die ik in eerste termijn
heb gesteld. Het is voor de school van belang dat zij weet dat zij op
huisvesting kan rekenen. De school moet namelijk docenten aannemen die
nu elders een aanstelling hebben. Zij moeten nu aangeven dat zij per 1
augustus ergens anders gaan werken. Daarom moet er voor hen de
zekerheid zijn dat de school daadwerkelijk per 1 augustus van start
gaat. In feite zegt u dat mocht het zo zijn dat die andere overheden,
de gemeente en de provincie, niet voor een oplossing zorgen, dan het
Rijk het nodige zal doen. Dat betekent dat de datum van 1 augustus
2008 een harde datum is voor het starten van de school.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Daar is alles op gericht. Met het voorgaande heb ik duidelijk gemaakt
dat het aan de minister van BZK en mij niet zal liggen.
Door zowel mevrouw Vietsch als de heer Heijnen is de vraag gesteld of
het mogelijk is om de school tijdelijk in Almelo te vestigen. Met
inachtneming van de wetgeving is dat voor 1 augustus 2008 niet
mogelijk. De Passie heeft toestemming om zich in Wierden te vestigen
en niet in Almelo, zes kilometer verderop. Voor vestiging in Almelo
moet verplaatsing worden aangevraagd per 1 augustus 2009 en de
gemeente Almelo is niet bereid om daaraan mee te werken. Mijn
inschatting is dat ook de school in Almelo dat niet wil. Wij zouden
weer te maken krijgen met dat leuke arrangement, maar gelet op de
geluiden uit de regio, zal dat er niet komen.
De heer Van der Vlies heeft nog een vraag gesteld over het aspect van
de wetgeving. Ik meen dat wij met onze opstelling duidelijk maken dat
aan het eind van de rit de wetgeving haar werking heeft gehad. Dat is
niet alleen belangrijk voor de Passie in Wierden, maar ook voor alle
andere gemeenten in Nederland. Zij weten dat als je iets afspreekt je
de afspraak moet nakomen. Voor bepaalde taken zijn middelen via het
Gemeentefonds beschikbaar en gemeenten hebben dan de plicht om die
taken uit te voeren. De heer Heijnen gaf net heel goed aan hoe een
gemeente als Almelo dat ruimhartig heeft gedaan en ik ken heel veel
andere gemeenten die dat met passie doen. Wat gedaan moet worden, moet
ook gebeuren. Wat dat betreft ben ik heel blij met de inzet van mijn
collega van Binnenlandse Zaken. Wij hebben bij de behandeling van dit
onderwerp steeds intensief met elkaar opgetrokken en nu is het zaak om
de daad bij het woord te voegen.
De heer Van der Vlies (SGP):
Met die laatste woorden ben ik het eens. Ik wijs er nog dat wij nu
wetsgeschiedenis schrijven, maar ik wil het ook hebben over de
eventualiteit. Stel dat het college afziet van het nemen van stappen
en dat de minister van BZK in actie komt. De school wordt vervolgens
gerealiseerd. Welke juridische tegenwerpingen zijn dan nog denkbaar?
De plaats voor de school moet ergens gelokaliseerd zijn, er moet grond
beschikbaar zijn en er moet een gebouw zijn. Wordt daarin allemaal
voorzien met de aanwijzing van de minister van Binnenlandse Zaken?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Voor zover mij bekend, wordt daarin allemaal voorzien met de
aanwijzing van de minister van Binnenlandse Zaken. Voor de goede orde:
GS hebben al besloten om in deze zaak te spreken van
taakverwaarlozing, maar zij aarzelen na de uitspraak van de Raad van
State.
Het kabinet heeft aangegeven de uitspraak van de Raad van State aldus
te lezen: ga gewoon door met de taakverwaarlozingsprocedure, u krijgt
tot 10 juni de tijd om uw besluit daadwerkelijk in te zetten en doet u
het om u moverende redenen niet, dan neemt BZK het over.
De heer Van der Vlies (SGP):
Waar komt die datum van 10 juni vandaan? Is dat een redelijke termijn
die elkaar wordt gegund? Als GS al een hele tijd in dit proces
ingestoken zaten, kan er misschien wel wat sneller duidelijkheid
gecreëerd worden. Het is immers zo vakantie.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat klopt, ik ben het geheel met de heer Van der Vlies eens. Maar
juist wanneer je een zo zwaar middel inzet als de
taakverwaarlozingsprocedure, moet je ook de redelijke termijnen
hanteren. Het is een voor gedeputeerde staten behoorlijk besluit dat
zijn weg nu verder moet vervolgen. Wij hebben gezegd: tijdens de
volgende vergadering, op 3 juni, kunnen gedeputeerde staten daar met
elkaar over van gedachten wisselen. Dan is er ook de mogelijkheid om
van gedachten te wisselen tussen de minister van Binnenlandse Zaken,
mijzelf en gedeputeerde staten. Dat kan dan leiden tot een finaal
besluit in juni. Vandaar dat wij hebben getracht de redelijkheid in
acht te nemen. Als 10 juni eenmaal voorbij is en BZK in beeld komt,
moet natuurlijk wel gekeken worden naar de termijn die al gegeven is.
Dan moeten wij proberen tempo te maken.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voor de leerlingen is het van het grootste belang dat zij in september
op een goede school terechtkunnen. De staatssecretaris zegt dat zij
het overneemt als de provincie dat niet doet, maar in haar brief staat
het iets voorzichtiger: de minister van BZK zal overwegen om op grond
van 121 Provinciewet maatregelen te nemen. De staatssecretaris zegt
dus nu dat zij dat gewoon gaat doen.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Ja.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dan kijk ik nu even naar de gemeente. Die weigert vooralsnog om te
financieren; mevrouw Dezentjé verwees daar ook al naar. Dat zal zij
niet voor niets doen. De financiering zal ten koste van iets moeten
gaan, of de belasting moet omhoog. Klopt het dat het risico bestaat
dat de gemeente het geld voor deze school ten koste van andere posten
moet vrijmaken?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat klopt. Voor een gemeentebestuur geldt net als voor een
huishoudportemonnee dat een euro maar één keer kan worden uitgegeven.
Dat betekent dat je moet zoeken naar geld op een ander onderdeel van
je begroting. Dat kunnen allerlei zaken zijn. Je zult moeten
bezuinigen, herprioriteren noemden wij dat; ik ben zelf ook
gemeentebestuurder geweest.
Mevrouw Vietsch (CDA):
Voorzitter. Wij praten nu over een gebouw. Ik ben blij dat de
staatssecretaris aangeeft dat dat per 1 augustus geregeld moet worden.
Dat gebouw moet wel geschikt zijn voor kinderen. Dat betekent dat een
bouwvergunning afgegeven moet worden. Het zou mij niet verbazen als de
gemeente Wierden daar ook moeilijk over zou doen. Het ministerie van
VROM kan echter landelijk bouwvergunningen afgeven. Zou de regering
bereid zijn dan een landelijke bouwvergunning af te geven?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Voor zover ik weet leidt de taakverwaarlozingsprocedure tot de
situatie dat de provincie op de stoel van het gemeentebestuur gaat
zitten en alle besluiten kan nemen die nodig zijn om tot realisatie te
komen. Dat betekent de aanschaf van noodlokalen indien nodig en het
aanwijzen van een plek om uiteindelijk dat neer te zetten wat is
gekocht. Al die zaken worden geregeld in een
taakverwaarlozingsprocedure. Dus je neemt het inderdaad op dit vlak
het gemeentebestuur over.
De heer Heijnen (PvdA):
Ik waardeer de daadkracht van beide bewindsvrouwen om dit traject in
te gaan. Ik hoop dat zij een heel goede legal strategy hebben bepaald
omdat er tussen nu en 1 augustus nog maar betrekkelijk korte tijd zit
en je niet weet welke juridische beren de weg op worden geworpen door
in dit geval de adviseurs van de gemeente Wierden; maar daar ga ik
maar even vanuit.
Het is heel goed dat de staatssecretaris handhaaft nu sprake is van
taakverwaarlozing van een gemeente. Is zij dat ook voornemens te doen
als schoolbesturen, en die zijn er nogal wat, hun taak verwaarlozen en
vindt zij dat zij over voldoende instrumenten beschikt om ook in die
gevallen op te treden?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat is een heel ander onderwerp, maar wij hebben er al eerder met
elkaar over gesproken. Volgens mij hebben wij toen afdoende aangegeven
dat wij vrijheid van onderwijs hebben, dat je niet zomaar kunt
ingrijpen in scholen, dat wij een inspectie hebben en dat er een nota
"Goed bestuur" komt van beide staatssecretarissen van Onderwijs. Wij
hopen dat die nog meer instrumenten biedt om te kunnen ingrijpen, als
er iets goed mis is met de kwaliteit van het onderwijs. Die discussie
verdient haar eigen tijd en ruimte.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar duidelijke
beantwoording in eerste termijn. Zij heeft een heel duidelijke
boodschap gegeven, ook namens de minister van Binnenlandse Zaken, in
de richting van zowel de gemeente Wierden als de Passie. Als ik haar
goed heb begrepen, herbevestigt zij hier wat wij al jarenlang wisten,
namelijk dat de Passie vanaf 1 augustus 2008 recht heeft op
huisvesting en moet kunnen starten als school. Het streven moet erop
gericht zijn dat, hoewel er nu wat ruis op de lijn is, de school dan
daadwerkelijk de deuren kan openen en haar leerlingen kan ontvangen.
Ik heb ook heel duidelijk gehoord dat zij het besluit dat de gemeente
Wierden gisteren heeft genomen onrechtmatig heeft genoemd. Zij heeft
het alleen gehad over de begroting, maar ik neem aan dat zij ook het
besluit om niet meer mee te werken aan huisvesting daaronder laat
vallen. Wij weten dat, als gemeenteraden onrechtmatige besluiten
nemen, die dan vernietigd dienen te worden. Wordt dat meegenomen in
het kader van de taakverwaarlozing?
De procedure wegens taakverwaarlozing liep al bij de provincie. Ik
begrijp dat de staatssecretaris eerst van de provincie wil horen hoe
zij daarin verder gaat. Mocht de provincie dat om welke reden dan ook
niet oppakken, dan zal het Rijk dat doen. Het is zeer kort dag, ook
voor de school. Ik heb er in eerste termijn zelf op gewezen, maar de
staatssecretaris is er nog niet op ingegaan. Er moeten docenten worden
aangenomen en opzegtermijnen worden gehanteerd. De school heeft niet
veel ruimte om heel lang in onzekerheid te verkeren. Ik ga ervan uit
dat de staatssecretaris probeert duidelijk te zijn tegenover de
school, conform de volgordelijkheid die zij nu zelf aangeeft: als de
gemeente en de provincie het niet doen, zal het Rijk het doen. In dat
geval zal de staatssecretaris alles op alles zetten opdat de school 1
augustus aanstaande kan starten. Wanneer de financiële garantie
aanwezig is, zal de school op basis daarvan haar eigen afwegingen
moeten maken of zij tegen de docenten en tegen de ouders van de
leerlingen zegt dat zij op 1 augustus van start gaat.
Tot slot vraag ik de staatssecretaris om ons de komende weken op de
hoogte te houden van de voortgang.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
: Voorzitter. Natuurlijk zullen wij communiceren met de Passie en de
stappen aangeven die wij nu gaan zetten en die moeten leiden tot
vestiging per 1 augustus.
Zodra wij weer iets te melden hebben direct na 10 juni, krijgt u te
horen hoe de stand van zaken is en welke besluiten op dat moment
genomen moeten worden of niet genomen hoeven te worden op
kabinetsniveau, omdat, wat ik van harte hoop, gedeputeerde staten hun
lijn doorzetten. U kunt ervan op aan dat wij u goed op de hoogte
houden. Wij houden het tempo er echt in, zoals ik net heb toegelicht
in de richting van de heer Van der Vlies.
Vernietiging van het besluit van de gemeente zou in zo'n geval kunnen.
Bij taakverwaarlozing is dat echter niet nodig, omdat op dat moment
het bestuur van de gemeente gewoon wordt overgenomen en de zaken naar
voren worden gehaald: het geld wordt besteed en de vestiging zal
plaatsvinden. Nogmaals, ik hoop van harte -- ik heb tot op heden ook
geen aanleiding om daaraan te twijfelen -- dat GS dat zullen doen,
maar men moet nog even voor zichzelf de laatste knopen doorhakken. Is
het nodig, dan zal het Rijk dat uiteindelijk doen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris en de leden.
De vergadering wordt van 17.50 uur tot 19.30 uur geschorst.
Mevrouw Vietsch (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie constateert dat er problemen zijn met het
huisvesten van een bijzondere school en dat dus de vrijheid van
onderwijs op het spel staat. Dat nemen wij hoog op. Er moet op korte
termijn een oplossing komen.
In de Tweede Kamer is net het wetsvoorstel over de
voorzieningsplanning scholen aangenomen, waarin staat dat gemeenten de
huisvesting van scholen moeten betalen. Volgens de uitspraak van de
Raad van State hoeft de gemeente Wierden echter de huisvesting niet te
betalen. Kan de staatssecretaris nog eens opnieuw aangeven hoe deze
uitspraak zich verhoudt met het wetsvoorstel en wat de gevolgen van de
uitspraak zijn? De CDA-fractie is er duidelijk over: de school mag
niet de dupe worden van deze situatie.
De staatssecretaris geeft in de brief aan dat uiterlijk 10 juni
uitsluitsel gegeven moet worden. Is het reëel te veronderstellen dat
er dan per 1 augustus 2008 huisvesting is en dat het financieel
geregeld is?
In eerste instantie wilde de school zich vestigen in Almelo. Ik heb
begrepen dat er nu weer gesprekken gaande zijn over het tijdelijk
huren van een school met gymlokaal in Almelo. Kan de Passie op deze
wijze soms snel gehuisvest worden? Zit daar ruimte in? Is de
staatssecretaris bereid om deze oplossing te ondersteunen? Zo ja, hoe
worden dan de financiële consequenties geregeld?
De heer Heijnen (PvdA):
Voorzitter. De PvdA-fractie is verbaasd over de uitspraak van de Raad
van State. Gemeenten hebben de taak te voorzien in huisvesting als
scholen opgenomen zijn in het plan voor scholen, tenzij er budgettaire
beperkingen zijn. Maar hoe kan hier sprake zijn van budgettaire
beperkingen, als de gemeente Wierden nog nooit één eurocent heeft
uitgegeven aan huisvesting voor voortgezet onderwijs sinds in 1997 die
taak is gedecentraliseerd aan gemeenten? Ik begrijp niet dat de Raad
van State dat niet in zijn overwegingen en uitspraak heeft betrokken.
Wie A zegt, moet B zeggen. Het initiatief is niet gelegen bij de
Passie, maar bij de gemeente Wierden. De gemeente heette in 2002 de
school van harte welkom heette, maar deze was niet langer welkom toen
bleek wat de consequenties waren. Dat lijkt mij bestuurlijk niet
correct en het resultaat is dat op dit moment 30 kinderen in de kou
staan.
Het is mij vandaag gebleken dat de Passie zich heeft gemeld bij de
gemeente Almelo. Ik verzet mij zeer tegen de gedachte dat de Passie
uiteindelijk in Almelo zou belanden. In de eerste plaats zou dat
betekenen dat het slechte gedrag van buurgemeente Wierden wordt
gehonoreerd. In de tweede plaats -- dat is nog belangrijker -- werken
in Almelo protestants-christelijk, rooms-katholiek en openbaar
onderwijs intensief samen om een goed netwerk aan voorzieningen in
stand te houden. Deze onderwijsvormen hebben de afgelopen jaren
allemaal een nieuw schoolgebouw gekregen, waaraan de gemeente Almelo
miljoenen euro's meer heeft uitgegeven dan zij in het kader van het
Gemeentefonds heeft gekregen. Ook uitermate belangrijk is dat de
scholen in Almelo erin slagen de segregatie naar etniciteit te
bestrijden. Indien de Passie onverhoopt uiteindelijk in Almelo zou
belanden, zou dat die strijd weer ondermijnen.
Dwingt de staatssecretaris Wierden op de een of andere manier te
leveren? Garandeert zij dat de school nooit in Almelo zal eindigen?
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):
Voorzitter. Ik moet toegeven dat ik Wierden even moest opzoeken in de
atlas, maar nu weet ik waar het ligt: vlakbij Almelo.
Eerlijk gezegd kan ik de redenering van de staatssecretaris wel volgen
om in ieder geval nog even af te wachten; voor de redenering van de
gemeente Wierden is ook wel het nodige te zeggen. Het gaat om 30
leerlingen, van wie slechts 10% uit Wierden zelf afkomstig is. Met een
krappe begroting is dat natuurlijk nogal een keuze waar je dan maar
even voor komt te staan.
Ik kan de redenering van de staatssecretaris tot nu toe dus volgen. Ik
wacht haar reactie op dat punt overigens af. Er is al het nodige
gezegd. Wij moeten de bestuurlijke relaties zuiver houden. Overheden
-- Rijk, provincie en gemeente -- kunnen niet over elkaar heen rollen.
Wij moeten, ook denkend aan de commissie-Oosting, op dat punt dus
zuiverheid betrachten.
Ik hoop dat de staatssecretaris en de inspectie erop willen toezien
dat deze evangelische school geen homoleraren weigert. Dat was een
tijdje geleden aan de orde, maar behoort hopelijk niet meer tot het
beleid van deze school. Misschien kan de staatssecretaris dat
bevestigen. Misschien niet, maar dat lijkt mij in ieder geval een taak
van de inspectie.
De heer Van der Vlies (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Wij hebben hier een principiële kwestie aan de
orde, namelijk de vrijheid van onderwijs. Wij kennen de gang der
dingen. Als er een initiatief komt voor een schoolstichting, voldoet
de aanvraag dan aan de criteria of niet? Dat proces is doorlopen. De
historie heeft een traject gekend van wel of niet op deze parameters
een school toekennen. Na het bevestigende antwoord moest ook nog een
locatie worden gezocht. Huisvesting ontbrak. Almelo was kandidaat,
maar dat vlotte niet erg. Toen diende Wierden zich aan. Zo is het
gegaan. Daarom hebben wij in het betreffende debat in samenspraak met
de regering uiteindelijk gezegd dat Wierden een goede kansmaker is en
dat Wierden de huisvestingsgemeente wordt.
Eerst wilde Wierden wel. Na gemeenteraadsverkiezingen en de komst van
een ander college wilde Wierden uiteindelijk niet. Wierden ging
weerstand bieden. De consequenties zijn natuurlijk verstrekkend, want
per 1 januari 1997 is de zorgplicht voor de onderwijshuisvesting bij
de gemeente terechtgekomen. Wierden heeft natuurlijk een streekfunctie
voor een school van dit type, maar dat neemt die zorgplicht niet weg.
Diverse beroepszaken zijn gevolgd. Op zich is dat te respecteren, want
wij leven in een rechtsstaat, maar er is vrij recent wel een curieuze
wending ontstaan, terwijl de school al in verregaande mate van
voorbereiding is voor de start per 1 augustus aanstaande. Wij hebben
allemaal mailtjes gekregen van ouders met ingeschreven leerlingen. Er
zijn verplichtingen aangegaan door het schoolbestuur. Dat is terecht,
want men moest zich natuurlijk bekwaam organiseren om per 1 augustus
van start te kunnen gaan.
De school mag geen pingpongbal worden die heen en weer wordt geslagen,
waardoor de onzekerheid voortduurt. Ik sluit mij dus aan bij alle
collega's die hebben gezegd dat er nu snel duidelijkheid moet komen.
Dat is een harde vereiste. Wij zijn wettelijk en moreel verplicht om
die duidelijkheid te geven.
Ik denk dat hier ook een leerpunt in zit. Op enig moment moeten wij de
vraag stellen of dit ook betekenis heeft voor de wetgeving en voor het
dimensioneren en interpreteren van de zorgplicht. Een uitspraak van de
Raad van State is immers niet zomaar wat. Collega Heijnen kan zeggen
dat hij het niet snapt. In zekere zin snap ook ik het niet, maar het
verhaal van Wierden is natuurlijk: dit is ons door de strot geduwd en
geeft een geweldige implicatie voor onze begroting; wij hoesten dat
niet op zonder schade te berokkenen aan andere verplichtingen en
activiteiten. Dat zouden wij natuurlijk wel een keer met elkaar moeten
bespreken.
De vergadering wordt van 17.13 uur tot 17.23 uur geschorst.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
: Voorzitter. Ik dank de Kamerleden hartelijk voor de inbreng in
eerste termijn, waarin zij hun zorg uitspraken over de situatie in
Wierden. Dat is buitengewoon terecht; Wierden heeft inmiddels ook in
de Kamer een geschiedenis opgebouwd. Ik heb daarom onder andere de
provincie gevraagd om te zorgen voor preventief toezicht. Blijkbaar
zijn wij er op dit moment nog niet. Om recht te doen aan het verzoek
van de voorzitter om alles zo vlot mogelijk te laten verlopen, ga ik
de verschillende vragen die gesteld zijn direct beantwoorden, zonder
al te lange inleidingen. Eén ding staat echter voorop: zowel ik als de
minister van BZK hebben in deze kwestie slechts één doel. Op 1
augustus 2008 moet deze school gewoon starten, en wel in Wierden.
De heer Slob noemt het punt dat er besluiten zijn genomen in de
gemeenteraad van Wierden om begrotingsposten te schrappen. Hij vraagt
hoe ernstig dit is en of het onrechtmatig, of op zijn minst incorrect
is. Ik kan hem zeggen dat het gewoon onrechtmatig is dat die ene post
is geschrapt. Het is in strijd met de wet; ik heb het betreffende
artikel in mijn brief genoemd. Er dient gewoon op een bepaald moment
in medebewind iets gerealiseerd te worden en er dient ook gereserveerd
te worden. Ik denk op dit moment echter niet dat het uiteindelijk
problematisch is, omdat wij toch al voornemens zijn om de lijn van de
taakverwaarlozing op te pakken. Het liefst zie ik dit de provincie de
komende tijd doen. Als dat gebeurt, heeft de provincie de leiding om
dit op een goede manier af te regelen voor het gemeentebestuur. Ik ga
hier zo meteen nader op in.
Er zijn principevragen gesteld, onder andere door de heer Van der
Vlies die in heel korte tijd een grondige benadering gaf. Hij wil
weten wat de uitspraak van de Raad van State betekent. Ook mevrouw
Vietsch brengt dit punt naar voren. Ik spreek hierover niet alleen
namens mijzelf, maar ook namens de minister van BZK en het gehele
kabinet. De uitspraak van de Raad van State gaat over de jaren 2005 en
2006 en dus niet per se over latere jaren. Bij de afweging worden
specifieke elementen betrokken, waardoor deze geen algemene strekking
heeft. Wettelijk staat artikel 193, sub c van de Gemeentewet voorop.
Dat betreft een aantal verplichte uitgaven waaronder ook die uitgaven
vallen die voortvloeien uit de van het gemeentebestuur gevorderde
medewerking tot uitvoering van wetten en AMvB's, voor zover deze
uitgaven niet ten laste van anderen zijn gebracht. Dat is gewoon het
in medebewind uitvoeren van zaken zoals wij dat op dit moment in onze
wetgeving rondom het stichten van scholen kennen. Dit betekent dat het
kabinet uiteindelijk de lijn voortzet die tot nu toe is bewandeld, met
als doel het stichten van de school in Wierden. Die school staat al
vijf jaar lang op de agenda. Nu is het tijdstip daar dat het ook
daadwerkelijk moet gaan gebeuren.
Dit betekent dat wij voornemens zijn om de provincie nadrukkelijk te
vragen een taakverwaarlozingsprocedure te starten. Wij geven de
provincie de gelegenheid om daar uiterlijk 10 juni een besluit over te
nemen. De provincie is dan in staat om in de plaats van het
gemeentebestuur deze voorziening te gaan creëren.
Dat is een belangrijke mogelijkheid. Mevrouw Dezentjé heeft gezegd dat
het niet de bedoeling is dat de ene overheidslaag over de andere
buitelt. Die opmerking is terecht, maar wij hebben in de wet de
mogelijkheid om daadwerkelijk iets te doen als het echt nodig is en in
dit geval vinden wij het echt nodig. Daarom ligt het verzoek bij de
provincie om de taakverwaarlozingsprocedure te starten.
De voorzitter:
Mevrouw Dezentjé, u was er niet, maar ik heb twee interrupties
toegestaan tijdens het hele antwoord van de staatssecretaris.
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):
Ik wil dat de staatssecretaris mij iets uitlegt. Er bestaat natuurlijk
ook gemeentelijke autonomie. De gemeente heeft aangegeven hiervoor
geen budget beschikbaar te hebben. Wat is dan het gevolg van zo'n
taakverwaarlozingsactie, die ik overigens nogal heftig vind? Wat
betekent die? Wat moet de gemeente dan doen om te zorgen voor
bekostiging? Is het gevolg daarvan dat alle inwoners van Wierden meer
ozb gaan betalen? Kan de staatssecretaris dat uitleggen?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Het is uiteindelijk aan de gemeente om de financiële zorg rond dit
punt in een oplossende sfeer op zich te nemen. Eén ding is duidelijk:
vanaf het jaar dat wij zijn gestart met deze wet, zijn er middelen
naar de gemeente gegaan. De gemeente weet al vijf jaar dat de Passie
in Wierden op het programma staat en dat er na vijf jaar een eind is
aan het wachten. De gemeente moet reserveringen doen voor de
realisatie. Bij het daadwerkelijk realiseren van deze actie is de
gemeente niet autonoom, maar medebewindvoerder. Zij zal op dat moment
daadwerkelijk die stap moeten zetten. Als zij dat niet doet, doet de
provincie dat. Als de provincie het niet zou doen, zal het Rijk die
stap zetten. Nadat de uitgaven en de hele actie, eventueel het
neerzetten van noodlokalen, zijn gerealiseerd, zal het aan de gemeente
zijn om te bekijken hoe zij dat binnen haar begroting op een goede
manier oplost. Daarvoor heeft zij inderdaad verschillende
mogelijkheden.
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):
Als dat een traject is geweest van vijf jaar, rijst wel de vraag wat
de reden was voor de gemeente Wierden om daarvoor niet te reserveren
en of die uitleg volgens de staatssecretaris plausibel is.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat debat hebben wij al zeer uitgebreid gevoerd bij de behandeling van
het Plan van Scholen. Wij waren het in de Kamer dus al lang met elkaar
eens dat het tijdstip was aangebroken om tot realisatie over te gaan.
Het gaat er nu alleen om dat de gemeente Wierden dat op dit moment
niet doet, c.q. zelfs posten die er waren nog schrapt. Dat maakt dat
wij nu in actie komen, maar de afweging van de afgelopen vijf jaar
hadden wij in de Kamer allang gemaakt bij de behandeling van het Plan
van Scholen.
Ik kom op het verdere verloop. De minister van BZK overweegt om op
grond van artikel 121 van de Provinciewet zelf in de plaats te treden
van gedeputeerde staten indien die niet tot een
taakverwaarlozingsprocedure komen. Wij weten echter dat over dit
onderwerp op dit moment op een goede manier door GS wordt gesproken.
Als GS de taakverwaarlozingsprocedure ex artikel 124 Gemeentewet niet
doorzetten, komt BZK in beeld. Artikel 121 van de Provinciewet
verleent de minister van BZK de bevoegdheid om namens gedeputeerde
staten of de commissaris van de Koningin beslissingen te nemen die
wettelijk vereist zijn. Artikel 124 Gemeentewet geeft eenzelfde
bevoegdheid aan gedeputeerde staten en de commissaris van de Koningin
ten opzichte van de gemeente. Ik stel hier vast dat tot op heden
gedeputeerde staten zeer betrokken zijn geweest en full swing het
preventief toezicht hebben ingesteld. Ik hoop dus van harte dat deze
stap ook zal worden gezet, maar omdat de Kamer natuurlijk het uitzicht
wil hebben dat de school uiteindelijk zal worden gerealiseerd, wil ik
haar het doorkijkje niet onthouden dat het Rijk vanuit het ministerie
van Binnenlandse Zaken deze zaak kan oppakken. Uiteraard moet hierbij
zorgvuldig worden geopereerd en moet de gemeente respectievelijk de
provincie de tijd krijgen voor herstel. Vandaar dat wij de gemeente en
de provincie de datum van 10 juni aanstaande hebben genoemd. Ook
daarna zal er nog een redelijke termijn moeten zijn, maar die is
afhankelijk van de urgentie om provincie en gemeente nog eenmaal de
slag te laten maken. De urgentie is hier groot, dus de termijn kan ook
wel weer kort zijn.
Daarna komt BZK in beeld en dat ministerie kan direct optreden.
Zoals bekend, moet de gemeente voorzien in de huisvesting. Als die
daarin niet voorziet, zal de provincie haar plicht doen. Als echter de
provincie nalaat om te voorzien in een oplossing voor de
taakverwaarlozing, kan in laatste instantie de minister van BZK
ingrijpen en doen voorzien in de huisvesting, overigens: wel op kosten
van de gemeente. Dat moge duidelijk zijn.
De heer Slob (ChristenUnie):
Zegt u: als de gemeente niet doet waartoe zij op grond van de wet
verplicht is, namelijk zorgen voor huisvesting per 1 augustus 2008,
dan is er sprake van taakverwaarlozing en dan regelt de provincie de
zaak? Zegt u ook: als de provincie dat niet doet, zal uiteindelijk het
Rijk zijn verantwoordelijkheid nemen? De provincie moet nog een
besluit nemen, maar betekent het voorgaande dat er voor de school de
garantie is dat mocht de gemeente dwars blijven liggen, er per 1
augustus 2008 toch huisvesting voor de school is, hetzij gerealiseerd
door de gemeente zelf hetzij gerealiseerd door de provincie of het
Rijk?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Het traject dat wij voor ogen hebben, moet dat met zich meebrengen.
Wij doen er alles aan om te realiseren wat u wilt. Wij hopen van harte
dat de provincie zelf voor een oplossing zorgt en tot op heden heeft
de provincie zeer goed meegewerkt. Bij taakverwaarlozing gaat het
echter om een pittige zaak. Je spreekt niet zomaar van
taakverwaarlozing. Het is mogelijk dat de provincie uiteindelijk aan
de minister van Binnenlandse Zaken vraagt om de kwestie te behandelen.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft mij te kennen gegeven dat in
dat geval zij haar plicht zal doen en dus, indien nodig, de
verantwoordelijkheid zal nemen. Dat zal ertoe leiden dat de
huisvesting van de school is gerealiseerd als de school met haar
onderwijs moet starten.
De heer Slob (ChristenUnie):
Dat brengt mij tot het herhalen van de vraag die ik in eerste termijn
heb gesteld. Het is voor de school van belang dat zij weet dat zij op
huisvesting kan rekenen. De school moet namelijk docenten aannemen die
nu elders een aanstelling hebben. Zij moeten nu aangeven dat zij per 1
augustus ergens anders gaan werken. Daarom moet er voor hen de
zekerheid zijn dat de school daadwerkelijk per 1 augustus van start
gaat. In feite zegt u dat mocht het zo zijn dat die andere overheden,
de gemeente en de provincie, niet voor een oplossing zorgen, dan het
Rijk het nodige zal doen. Dat betekent dat de datum van 1 augustus
2008 een harde datum is voor het starten van de school.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Daar is alles op gericht. Met het voorgaande heb ik duidelijk gemaakt
dat het aan de minister van BZK en mij niet zal liggen.
Door zowel mevrouw Vietsch als de heer Heijnen is de vraag gesteld of
het mogelijk is om de school tijdelijk in Almelo te vestigen. Met
inachtneming van de wetgeving is dat voor 1 augustus 2008 niet
mogelijk. De Passie heeft toestemming om zich in Wierden te vestigen
en niet in Almelo, zes kilometer verderop. Voor vestiging in Almelo
moet verplaatsing worden aangevraagd per 1 augustus 2009 en de
gemeente Almelo is niet bereid om daaraan mee te werken. Mijn
inschatting is dat ook de school in Almelo dat niet wil. Wij zouden
weer te maken krijgen met dat leuke arrangement, maar gelet op de
geluiden uit de regio, zal dat er niet komen.
De heer Van der Vlies heeft nog een vraag gesteld over het aspect van
de wetgeving. Ik meen dat wij met onze opstelling duidelijk maken dat
aan het eind van de rit de wetgeving haar werking heeft gehad. Dat is
niet alleen belangrijk voor de Passie in Wierden, maar ook voor alle
andere gemeenten in Nederland. Zij weten dat als je iets afspreekt je
de afspraak moet nakomen. Voor bepaalde taken zijn middelen via het
Gemeentefonds beschikbaar en gemeenten hebben dan de plicht om die
taken uit te voeren. De heer Heijnen gaf net heel goed aan hoe een
gemeente als Almelo dat ruimhartig heeft gedaan en ik ken heel veel
andere gemeenten die dat met passie doen. Wat gedaan moet worden, moet
ook gebeuren. Wat dat betreft ben ik heel blij met de inzet van mijn
collega van Binnenlandse Zaken. Wij hebben bij de behandeling van dit
onderwerp steeds intensief met elkaar opgetrokken en nu is het zaak om
de daad bij het woord te voegen.
De heer Van der Vlies (SGP):
Met die laatste woorden ben ik het eens. Ik wijs er nog dat wij nu
wetsgeschiedenis schrijven, maar ik wil het ook hebben over de
eventualiteit. Stel dat het college afziet van het nemen van stappen
en dat de minister van BZK in actie komt. De school wordt vervolgens
gerealiseerd. Welke juridische tegenwerpingen zijn dan nog denkbaar?
De plaats voor de school moet ergens gelokaliseerd zijn, er moet grond
beschikbaar zijn en er moet een gebouw zijn. Wordt daarin allemaal
voorzien met de aanwijzing van de minister van Binnenlandse Zaken?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Voor zover mij bekend, wordt daarin allemaal voorzien met de
aanwijzing van de minister van Binnenlandse Zaken. Voor de goede orde:
GS hebben al besloten om in deze zaak te spreken van
taakverwaarlozing, maar zij aarzelen na de uitspraak van de Raad van
State.
Het kabinet heeft aangegeven de uitspraak van de Raad van State aldus
te lezen: ga gewoon door met de taakverwaarlozingsprocedure, u krijgt
tot 10 juni de tijd om uw besluit daadwerkelijk in te zetten en doet u
het om u moverende redenen niet, dan neemt BZK het over.
De heer Van der Vlies (SGP):
Waar komt die datum van 10 juni vandaan? Is dat een redelijke termijn
die elkaar wordt gegund? Als GS al een hele tijd in dit proces
ingestoken zaten, kan er misschien wel wat sneller duidelijkheid
gecreëerd worden. Het is immers zo vakantie.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat klopt, ik ben het geheel met de heer Van der Vlies eens. Maar
juist wanneer je een zo zwaar middel inzet als de
taakverwaarlozingsprocedure, moet je ook de redelijke termijnen
hanteren. Het is een voor gedeputeerde staten behoorlijk besluit dat
zijn weg nu verder moet vervolgen. Wij hebben gezegd: tijdens de
volgende vergadering, op 3 juni, kunnen gedeputeerde staten daar met
elkaar over van gedachten wisselen. Dan is er ook de mogelijkheid om
van gedachten te wisselen tussen de minister van Binnenlandse Zaken,
mijzelf en gedeputeerde staten. Dat kan dan leiden tot een finaal
besluit in juni. Vandaar dat wij hebben getracht de redelijkheid in
acht te nemen. Als 10 juni eenmaal voorbij is en BZK in beeld komt,
moet natuurlijk wel gekeken worden naar de termijn die al gegeven is.
Dan moeten wij proberen tempo te maken.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voor de leerlingen is het van het grootste belang dat zij in september
op een goede school terechtkunnen. De staatssecretaris zegt dat zij
het overneemt als de provincie dat niet doet, maar in haar brief staat
het iets voorzichtiger: de minister van BZK zal overwegen om op grond
van 121 Provinciewet maatregelen te nemen. De staatssecretaris zegt
dus nu dat zij dat gewoon gaat doen.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Ja.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dan kijk ik nu even naar de gemeente. Die weigert vooralsnog om te
financieren; mevrouw Dezentjé verwees daar ook al naar. Dat zal zij
niet voor niets doen. De financiering zal ten koste van iets moeten
gaan, of de belasting moet omhoog. Klopt het dat het risico bestaat
dat de gemeente het geld voor deze school ten koste van andere posten
moet vrijmaken?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat klopt. Voor een gemeentebestuur geldt net als voor een
huishoudportemonnee dat een euro maar één keer kan worden uitgegeven.
Dat betekent dat je moet zoeken naar geld op een ander onderdeel van
je begroting. Dat kunnen allerlei zaken zijn. Je zult moeten
bezuinigen, herprioriteren noemden wij dat; ik ben zelf ook
gemeentebestuurder geweest.
Mevrouw Vietsch (CDA):
Voorzitter. Wij praten nu over een gebouw. Ik ben blij dat de
staatssecretaris aangeeft dat dat per 1 augustus geregeld moet worden.
Dat gebouw moet wel geschikt zijn voor kinderen. Dat betekent dat een
bouwvergunning afgegeven moet worden. Het zou mij niet verbazen als de
gemeente Wierden daar ook moeilijk over zou doen. Het ministerie van
VROM kan echter landelijk bouwvergunningen afgeven. Zou de regering
bereid zijn dan een landelijke bouwvergunning af te geven?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Voor zover ik weet leidt de taakverwaarlozingsprocedure tot de
situatie dat de provincie op de stoel van het gemeentebestuur gaat
zitten en alle besluiten kan nemen die nodig zijn om tot realisatie te
komen. Dat betekent de aanschaf van noodlokalen indien nodig en het
aanwijzen van een plek om uiteindelijk dat neer te zetten wat is
gekocht. Al die zaken worden geregeld in een
taakverwaarlozingsprocedure. Dus je neemt het inderdaad op dit vlak
het gemeentebestuur over.
De heer Heijnen (PvdA):
Ik waardeer de daadkracht van beide bewindsvrouwen om dit traject in
te gaan. Ik hoop dat zij een heel goede legal strategy hebben bepaald
omdat er tussen nu en 1 augustus nog maar betrekkelijk korte tijd zit
en je niet weet welke juridische beren de weg op worden geworpen door
in dit geval de adviseurs van de gemeente Wierden; maar daar ga ik
maar even vanuit.
Het is heel goed dat de staatssecretaris handhaaft nu sprake is van
taakverwaarlozing van een gemeente. Is zij dat ook voornemens te doen
als schoolbesturen, en die zijn er nogal wat, hun taak verwaarlozen en
vindt zij dat zij over voldoende instrumenten beschikt om ook in die
gevallen op te treden?
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
Dat is een heel ander onderwerp, maar wij hebben er al eerder met
elkaar over gesproken. Volgens mij hebben wij toen afdoende aangegeven
dat wij vrijheid van onderwijs hebben, dat je niet zomaar kunt
ingrijpen in scholen, dat wij een inspectie hebben en dat er een nota
"Goed bestuur" komt van beide staatssecretarissen van Onderwijs. Wij
hopen dat die nog meer instrumenten biedt om te kunnen ingrijpen, als
er iets goed mis is met de kwaliteit van het onderwijs. Die discussie
verdient haar eigen tijd en ruimte.
De heer Slob (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar duidelijke
beantwoording in eerste termijn. Zij heeft een heel duidelijke
boodschap gegeven, ook namens de minister van Binnenlandse Zaken, in
de richting van zowel de gemeente Wierden als de Passie. Als ik haar
goed heb begrepen, herbevestigt zij hier wat wij al jarenlang wisten,
namelijk dat de Passie vanaf 1 augustus 2008 recht heeft op
huisvesting en moet kunnen starten als school. Het streven moet erop
gericht zijn dat, hoewel er nu wat ruis op de lijn is, de school dan
daadwerkelijk de deuren kan openen en haar leerlingen kan ontvangen.
Ik heb ook heel duidelijk gehoord dat zij het besluit dat de gemeente
Wierden gisteren heeft genomen onrechtmatig heeft genoemd. Zij heeft
het alleen gehad over de begroting, maar ik neem aan dat zij ook het
besluit om niet meer mee te werken aan huisvesting daaronder laat
vallen. Wij weten dat, als gemeenteraden onrechtmatige besluiten
nemen, die dan vernietigd dienen te worden. Wordt dat meegenomen in
het kader van de taakverwaarlozing?
De procedure wegens taakverwaarlozing liep al bij de provincie. Ik
begrijp dat de staatssecretaris eerst van de provincie wil horen hoe
zij daarin verder gaat. Mocht de provincie dat om welke reden dan ook
niet oppakken, dan zal het Rijk dat doen. Het is zeer kort dag, ook
voor de school. Ik heb er in eerste termijn zelf op gewezen, maar de
staatssecretaris is er nog niet op ingegaan. Er moeten docenten worden
aangenomen en opzegtermijnen worden gehanteerd. De school heeft niet
veel ruimte om heel lang in onzekerheid te verkeren. Ik ga ervan uit
dat de staatssecretaris probeert duidelijk te zijn tegenover de
school, conform de volgordelijkheid die zij nu zelf aangeeft: als de
gemeente en de provincie het niet doen, zal het Rijk het doen. In dat
geval zal de staatssecretaris alles op alles zetten opdat de school 1
augustus aanstaande kan starten. Wanneer de financiële garantie
aanwezig is, zal de school op basis daarvan haar eigen afwegingen
moeten maken of zij tegen de docenten en tegen de ouders van de
leerlingen zegt dat zij op 1 augustus van start gaat.
Tot slot vraag ik de staatssecretaris om ons de komende weken op de
hoogte te houden van de voortgang.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:
: Voorzitter. Natuurlijk zullen wij communiceren met de Passie en de
stappen aangeven die wij nu gaan zetten en die moeten leiden tot
vestiging per 1 augustus.
Zodra wij weer iets te melden hebben direct na 10 juni, krijgt u te
horen hoe de stand van zaken is en welke besluiten op dat moment
genomen moeten worden of niet genomen hoeven te worden op
kabinetsniveau, omdat, wat ik van harte hoop, gedeputeerde staten hun
lijn doorzetten. U kunt ervan op aan dat wij u goed op de hoogte
houden. Wij houden het tempo er echt in, zoals ik net heb toegelicht
in de richting van de heer Van der Vlies.
Vernietiging van het besluit van de gemeente zou in zo'n geval kunnen.
Bij taakverwaarlozing is dat echter niet nodig, omdat op dat moment
het bestuur van de gemeente gewoon wordt overgenomen en de zaken naar
voren worden gehaald: het geld wordt besteed en de vestiging zal
plaatsvinden. Nogmaals, ik hoop van harte -- ik heb tot op heden ook
geen aanleiding om daaraan te twijfelen -- dat GS dat zullen doen,
maar men moet nog even voor zichzelf de laatste knopen doorhakken. Is
het nodig, dan zal het Rijk dat uiteindelijk doen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris en de leden.
De vergadering wordt van 17.50 uur tot 19.30 uur geschorst.