Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over de krakersprotesten in
Amsterdam van zaterdag 5 april en zaterdag 12 april
27 mei 2008
Antwoorden op kamervragen van het lid Brinkman (PVV) aan de ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over de
krakersprotesten in Amsterdam van zaterdag 5 april en zaterdag 12
april. (Ingezonden 15 april 2008)
1. Vraag
Is het u bekend dat bij krakersprotesten van afgelopen zaterdag 5
april 2008 in Amsterdam door krakers vuurwerk naar politieagenten en
hardwerkende winkeliers is gegooid en dat daar niet tegen is
opgetreden? Zo ja, waarom is daar niet tegen opgetreden?
2. Vraag
Bent u met mij van mening dat altijd tegen openlijke geweldpleging
moet worden opgetreden, in het bijzonder als die gepleegd wordt door
werkloze krakers? Zo neen, waarom niet?
3. Vraag
Deelt u de mening dat het gedrag van dit veelal arbeidsloze
krakerstuig onacceptabel is en dat zij bij overtreding van de wet, net
als elke burger, hard aangepakt moeten worden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord op vraag 1, 2 en 3
Ja, het is mij bekend dat er tijdens de demonstratie van de krakers
zich enkele provocaties hebben voorgedaan, o.a. het dragen van
nepvuurwapens en het afsteken van vuurwerk. Alvorens op te treden moet
een inschatting gemaakt worden met betrekking tot de vraag of een
optreden een escalerend effect zal hebben en of het belang van een
optreden zwaarder weegt dan bijvoorbeeld het belang van een rustig
verloop van een demonstratie. In het onderhavige geval werd door de
leidinggevende ter plaatse besloten om niet op de provocaties in te
gaan. Door deze werkwijze kende de demonstratie toch een redelijk
rustig verloop.
4. Vraag
Wilt u meegaan in het voorstel om elke kraker die zaterdag a.s. ook
maar een sterretje afsteekt, direct aan te houden en als straf het
schoonvegen van de binnenstad van Amsterdam via snelrecht op te
leggen? Zo neen, waarom niet?
4. Antwoord
Gelet op het tijdsverloop behoeft deze vraag inmiddels geen
beantwoording meer. In het algemeen geldt, dat de beslissing om over
te gaan tot de vervolging van strafbare feiten en het opleggen van
straffen aan het openbaar ministerie respectievelijk de strafrechter
is voorbehouden.
5. Vraag
Bent u bereid mij voor één dag toe te staan, mijn oude ME-uniform weer
aan te trekken, zodat ik zaterdag 12 april a.s. de politie kan
assisteren de openbare orde te handhaven in Amsterdam? Zo neen,
waarom niet?
5. Antwoord
Nee, de handhaving van de openbare orde is wettelijk opgedragen aan de
politie en niet aan individuele burgers.
Antwoorden op kamervragen van het lid Brinkman (PVV) aan de ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over de
krakersprotesten in Amsterdam van afgelopen weekend. (Ingezonden 16
april 2008)
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het
lid Brinkman (PVV), ingezonden 15 april 2008 (vraagnummer 2070817640)
1.Vraag
Kunt u aangeven welke vernielingen er hebben plaatsgevonden tijdens de
krakersprotesten van 12 april jl., en hoe de politie heeft opgetreden
tegen de krakersvernielingen? Zo neen, waarom niet?
1. Antwoord
Tijdens de demonstratie in Amsterdam op zaterdag 12 april 2008 is er
graffiti aangebracht op twee gebouwen en op één tram. Één verdachte is
aangehouden, in verzekering gesteld en uiteindelijk met een
dagvaarding heengezonden. Andere vernielingen hebben, voor zover mij
bekend, niet plaatsgevonden.
2. Vraag
Bent u van mening dat de kraak van een bijgebouw van het Rijksmuseum
volstrekt illegaal is en dat de politie daar hard tegen had moeten
optreden? Zo neen, waarom niet?
3. Vraag
Kunt u aangeven hoe lang het gekraakte gebouw bij het Rijksmuseum al
leeg stond en was dit langer of korter dan één jaar en om welke reden
het gebouw stond het gebouw leeg? Zo neen, waarom niet?
Antwoord op vraag 2 en 3
Op vrijdag 11 april 2008 is namens het Nieuwe Rijksmuseum aangifte
gedaan van huisvredebreuk met betrekking tot de zogenaamde
Teekenschool, een bijgebouw op het terrein van het Rijksmuseum dat al
vanaf 2003 leeg stond. Volgens de planning is eerst gestart met de
verbouwing van het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt sinds medio mei
2008 verbouwd. Bij het doen van die aangifte heeft de aangever gewezen
op het feit dat hij nog in onderhandeling was met de krakers. In dat
kader was overeengekomen dat de krakers het pand op zondagavond 13
april 2008 vrijwillig zouden verlaten. Op zaterdag 12 april 2008 is de
aangifte onder de aandacht van de officier van justitie gebracht. Na
het inwinnen van nadere informatie bij de aangever heeft de officier
van justitie geoordeeld dat de kraak van de Teekenschool onrechtmatig
was en dat - gelet op de samenhang met de verbouwing van het gehele
Rijksmuseumterrein - sprake was van overtreding van artikel 138
Wetboek van Strafrecht. Omdat de aangever uitdrukkelijk had verzocht
om te bezien of de krakers de afspraken zouden nakomen, is besloten
niet direct tot ontruiming over te gaan. Op maandag 14 april 2008
heeft de aangever gemeld dat de krakers het pand vrijwillig en zonder
vernielingen te hebben aangericht, hadden verlaten. Hoewel er een
verdenking was van overtreding van artikel 138 Wetboek van Strafrecht,
acht ik de handelwijze van de officier van justitie - gelet op alle
betrokken belangen - geheel begrijpelijk.
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties