Radboud Universiteit Nijmegen
Bijna kwart van jongeren drinkt meer dan goed voor ze is
Datum bericht: 28 mei 2008
Over het algemeen gaat het goed met de jeugd van Nederland. De meeste
jongeren tussen de 12 en 18 jaar zijn erg gelukkig. Maar er is ook een
groep waarmee het niet goed gaat: 24 procent van de jeugd drinkt vaak
en veel alcohol, 10 procent is eenzaam en brengt veel tijd door op het
internet en MSN en 8 procent vertoont delinquent gedrag: ze vechten,
bedreigen, vernielen en stelen. Daarbij is sprake van overlap: de
helft van de jeugdige delinquenten is ook een zware drinker.
Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van dr. Maerten Prins van het
Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Meer dan 15.000 jongeren deden mee aan een online enquête over hoe zij
zich gedragen en waar zij hun grenzen stellen op een aantal gebieden:
alcoholgebruik, opvattingen, vrijetijdsbesteding, jeugdcultuur,
religie, seksualiteit, roken en gokken.
Het onderzoek wordt woensdag 28 mei gepresenteerd op het
Grenzenfestival op de Radboud Universiteit in aanwezigheid van
jongeren. Minister André Rouvoet van Jeugd en Gezin neemt vanmiddag
het eerste exemplaar van het onderzoek in ontvangst. Het
jongerenonderzoek en het Grenzenfestival maken deel uit van de viering
van het 85-jarig bestaan van de Radboud Universiteit.
De forse drinker (24,2 procent)
Gemiddeld drinken jongeren op hun 13^e voor het eerst alcohol.
Evenveel jongens als meisjes drinken, en tussen 12 en 14 jaar drinken
zelfs meer meisjes dan jongens. Maar áls jongens drinken, dan doen ze
dat vaker en dan drinken ze meer. 18 procent van de jongeren zijn
binge drinkers: ze drinken meer dan vijf glazen per keer. Excessief
alcoholgebruik (minstens één keer per week drinken, minstens zes
glazen per keer en minstens twee keer dronken geweest in de afgelopen
maand) komt voor bij 24 procent van alle jongeren. Het komt vaker
voor bij jongens, oudere jongeren, mbo'ers, autochtone jongeren en
jongeren waarvan de ouders vaak alcohol drinken.
De eenzame internetter (9,8 procent)
Jongeren zitten gemiddeld 2,8 uur per dag aan de computer, waarvan 2,3
uur op MSN. MSN is een zegen en een vloek: via MSN kunnen jongeren
beter over hun gevoelens praten, andere jongeren versieren, nieuwe
mensen leren kennen, maar tegelijkertijd gebruiken ze er grovere taal,
schelden ze eerder en lopen ze de kans bedreigd of gepest te worden.
Paradoxaal genoeg zijn jongeren vaker eenzaam als ze langer op MSN
zitten. Omgekeerd geldt ook dat juist jongeren die zich eenzaam voelen
meer gaan MSN'en en dat leidt blijkbaar niet tot vermindering van de
eenzaamheid. Eenzaam internetgedrag komt vaker voor bij meisjes (12,4
procent) dan bij jongens (7,2 procent) en bij jongeren uit autoritaire
gezinnen (20 procent), bij jongere jongeren (tot 15 jaar) en bij
jongeren met een lagere opleiding: bijna 20 procent van de jonge
meisjes op het vmbo behoort tot de eenzame internetters.
De jonge delinquent of het ettertje (7,8 procent)
Delinquent of agressief gedrag komt voor bij bijna 8 procent van de
Nederlandse jongeren. Het komt vaker voor bij jongens (10 procent) dan
bij meisjes (5,6 procent), bij jongeren onder de 15, bij
vmbo-leerlingen, bij Turkse en Marokkaanse jongeren (13,6 procent) en
dan met name bij Turkse en Marokkaanse jongens (18,7 procent) en bij
jongeren uit gezinnen met een onverschillige opvoedingsstijl (13,2
procent).
De problematische drugsgebruiker (0,5 procent)
Van de jongeren tussen 12 en 18 jaar gebruikt 11,6 procent softdrugs.
Dat is 2,6 procent meer dan het Trimbos Instituut vond in 2007 en het
percentage is daarmee terug op het hoge niveau van 1996. Jongeren die
softdrugs gebruiken, zijn gemiddeld op hun 14^e begonnen. Slechts 2
procent gebruikt harddrugs. Jongeren die harddrugs gebruiken, zijn
daar al op hun 13^e mee begonnen. Van de harddruggebruikers zijn
vooral vmbo'ers veelgebruikers (2,7 procent gebruikt wekelijks,
tegenover 1,1 procent bij vwo'ers). Problematisch drugsgebruik komt
vooral voor bij jongens (24,6 procent, tegen 18 procent bij meisjes),
mbo'ers (38,4 procent) en bij jongeren uit gezinnen met een
onverschillige opvoedingsstijl (34,4 procent).
Gelukkige jongeren
ver het algemeen gaat het dus goed met de jeugd van Nederland. Dat
sluit aan bij eerder onderzoek (2003) dat Nederlandse jongeren de
gelukkigste jongeren van de Westerse wereld zijn. Jongeren zijn erg
gelukkig met hun leven en waarderen dat met het cijfer 7,7. Verreweg
de meeste jongeren wonen thuis bij beide ouders, waarvoor ze respect
en waardering hebben, ze hebben veel vrienden en ze doen het goed op
school. Jongeren zijn het eens met de grenzen die ouders hun opleggen
en ze willen die regels later ook doorgeven aan hun eigen kinderen.
Tweederde van de Nederlandse jongeren vertoont geen risicogedrag.
Meisjes zijn iets minder gelukkig dan jongens. Marokkaanse en Turkse
jongeren zijn iets minder gelukkig dan autochtone jongeren.
Marokkaanse en Turkse meisjes zijn het minst gelukkig: 15 procent van
hen is zelfs ongelukkig (geeft hun leven een onvoldoende). Jongeren
die met beide ouders wonen, zijn iets gelukkiger dan jongeren van
gescheiden ouders.
Weg met de generatiekloof
Van een generatiekloof lijkt geen sprake: de meeste jongeren
gehoorzamen hun ouders en nog meer jongeren zien in hun ouders een
voorbeeld. Dat er geen sprake is van ernstige conflicten tussen
jongeren en hun ouders hangt volgens de onderzoekers samen met de
manier waarop ouders hun kinderen tegenwoordig opvoeden. Ouders die
dat niet goed doen, komen in de problemen. Daar ligt ook een
verantwoordelijkheid voor de ouders. De meeste jongeren worden
autoritatief opgevoed: ouders geven hun kinderen steun, maar stellen
daarbij ook eisen. Pedagogen zien dit als de beste opvoedingsstijl
omdat ze kinderen opvoedt tot onafhankelijke en zelfbewuste jongeren.
De deugd van tegenwoordig. Onderzoek naar jongeren en hun grenzen, dr.
Maerten Prins, dr. Cor van Halen en studenten cultuur- en
godsdienstpsychologie.
Op de website van de Radboud Universiteit staat een zelftest waarmee
jongeren kunnen vaststellen tot welke type zij horen.Naar de online
zelftest