Kindersterfte in Sub-Sahara Afrika daalt onvoldoende
28 mei 2008, Tokio - Unicef vraagt donoren om grootschalige en
gerichte investeringen in de gezondheidszorg in Sub-Sahara Afrika.
Deze oproep wordt gedaan ter gelegenheid van een internationale
conferentie over de ontwikkeling van Afrika, die voor de vierde keer
in de Japanse hoofdstad Tokio wordt gehouden. Unicef heeft een rapport
opgesteld waarin de redenen voor deze oproep uit de doeken worden
gedaan.
Elk jaar overlijden wereldwijd bijna 10 miljoen kinderen voor hun
vijfde verjaardag. In het rapport The State of Africa's Children 2008,
dat dit jaar voor de eerste keer verschijnt, schrijft Unicef dat de
helft van dit aantal uit Afrika afkomstig is. Om precies te zijn uit
de landen beneden de Sahara, want de landen die er voornamelijk boven
liggen - Algerije, Egypte, Libië, Marokko en Tunesië - doen het wat
het terugdringen van de kindersterfte betreft aanmerkelijk beter. Die
is in deze landen tussen 1990 en 2006 met minstens 45 procent gedaald.
Daarmee liggen de vijf landen op koers om Millenniumdoel nummer 4 te
kunnen halen, dat beoogt dat in 2015 de kindersterfte met tweederde
zal zijn teruggebracht.
In Sub-Sahara Afrika daalde de kindersterfte tussen 1990 en 2006
gemiddeld met slechts 14 procent. Vandaag de dag sterft hier nog
steeds 1 op de 6 kinderen voor de vijfde verjaardag en daardoor blijft
deze regio dé plek waar kinderen de minste overlevingskansen hebben.
In The State of Africa's Children 2008 staan gegevens over de
levensomstandigheden van de kinderen op dit continent, worden recente
successen beschreven en concrete maatregelen voorgesteld die
kinderlevens kunnen redden.
Enkele van deze successen in Sub-Sahara Afrika staan hieronder op een
rij:
* In vier van de minst ontwikkelde landen van de wereld - Eritrea,
Ethiopië, Malawi en Mozambique - is de kindersterfte sinds 1990
met 40 procent of meer gedaald.
* Het aantal doden als gevolg van mazelen is in deze regio tussen
2000 en 2006 met maar liefst 91 procent gedaald.
* In zestien Afrikaanse landen is sinds 2000 het aantal met
insecticiden behandelde muskietennetten ter bescherming tegen de
malariamug verdrievoudigd.
* In heel Sub-Sahara Afrika is het percentage vrouwen dat
uitsluitend borstvoeding geeft gestegen van 22 procent in 1996 tot
30 procent in 2006.
* Het gebruik van voedingssupplementen is gestegen.
* Het aantal hiv-besmette moeders en kinderen dat een behandeling
met aidsremmers krijgt, neemt toe (vanaf een zeer laag startpunt).
* Tussen 2004 en 2006 is het aantal behandelingen om te voorkomen
dat moeders hiv op hun baby's overdragen in Oost- en zuidelijk
Afrika verdrievoudigd.
* Regeringen en andere belangrijke spelers in de Afrikaanse politiek
bereiken in toenemende mate overeenstemming over de juiste
strategieën om de overlevingskansen van kinderen en moeders te
vergroten.
Unicef benadrukt in het rapport dat kinderen verzekerd moeten kunnen
zijn van continue zorg: van (voor) hun geboorte tot aan het moment dat
ze volwassen zijn. Die zorg moet niet alleen thuis en in hun dorp
geboden worden, maar ook in de wijde omtrek daarvan en daarbuiten.
Ann M. Veneman, directeur van Unicef Internationaal: "De noodzakelijke
maatregelen om in Afrika sterfgevallen onder kinderen te voorkomen
zijn er. Het rapport noemt het vaccineren van kinderen en vrouwen, het
uitdelen van met insecticiden behandelde muskiettennetten en het
verstrekken van vitamine A, dat de weerstand verhoogt. Ze hebben de
afgelopen jaren allemaal bijgedragen aan een verlaging van de
kindersterfte."
Rapport 'The State of
Africa's Children 2008' (PDF, 2,50 MB)