Hoge Raad verwerpt het beroep van een apotheker op zijn
verschoningsrecht
Den Haag, 27 mei 2008 - Deze zaak gaat over het verschoningsrecht van
de apotheker. Op verzoek van de FIOD heeft de officier van justitie
beslag gelegd op recepten en medicatielijsten in het kader van de
verdenking van het structureel overtreden van wettelijke bepalingen
over het declareren van medicijnen door een apotheek en het plegen van
valsheid in geschrifte. De apotheker, die van mening was dat deze
stukken onder zijn verschoningsrecht vielen, heeft aan de rechtbank
Leeuwarden om teruggave van de stukken gevraagd. Dat verzoek is door
de rechtbank bij beschikking van 30 augustus 2006 afgewezen.
Procedure bij de Hoge Raad
De apotheker heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze beslissing.
Zijn advocaat, mr. D.V.A. Brouwer in Utrecht, stelt dat de rechtbank
ten onrechte de waarheidsvinding in de strafzaak tegen de apotheker
zwaarder heeft laten wegen dan het verschoningsrecht.
Waarnemend advocaat-generaal mr. Bleichrodt heeft de Hoge Raad op 20
november 2007 geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
De uitspraak
De Hoge Raad stelt allereerst vast dat aan de apotheker een
verschoningsrecht toekomt, dat ertoe dient dat patiënten zich zonder
vrees dat hun persoonlijke gegevens worden geopenbaard tot hem
kunnen wenden. Wel kunnen zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen
waarin het verschoningsrecht moet wijken voor het belang dat de
waarheid aan het licht komt. Dat is hier het geval. De samenleving
moet kunnen vertrouwen op de onkreukbaarheid van de stand van de
apothekers wegens hun prominente rol bij de geneesmiddelenvoorziening.
Ook kunnen de gedragingen waarvan de apotheker wordt verdacht leiden
tot verhoging van verzekeringspremies.
De Hoge Raad vindt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat
bestrijding van deze gedragingen een groot maatschappelijk belang
dient. Het belang van de patiënten kon niet worden geschaad omdat de
recepten slechts steeksproefsgewijs en geanonimiseerd zouden worden
onderzocht. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.
Gevolg van deze uitspraak
De uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 30 augustus 2006 is
definitief geworden.
Dit is een samenvatting van twee uitspraken van de Hoge Raad van 27
mei 2008. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige
uitspraak is laatstgenoemde bindend.
Zie voor de volledige uitspraken:
LJN BC1370 (03398/06)
LJN BC1369 (03397/06)
Den Haag, 27 mei 2008
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummers
BC1370
BC1369
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 27 mei 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie