Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/ICT-2851961
27 mei 2008
Tijdens het Algemeen Overleg over ICT in de zorg op 9 april
jongstleden heb ik u toegezegd te komen met een ICT agenda voor de
toekomst. Met deze brief kom ik tegemoet aan deze toezegging. Op 29
mei praten wij verder over het onderwerp ICT in de zorg.
ICT-agenda voor de toekomst
Mede naar aanleiding van de diverse voortgangsrapportages waarin u
bent geïnformeerd over de landelijke invoering van het waarneemdossier
huisartsen en het elektronisch medicatiedossier, heeft u mij verzocht
meer inzicht te geven in de EPD- en ICT-agenda voor de komende jaren.
Ook het Platform ICT & Innovatie heeft eerder aangegeven hier behoefte
aan te hebben.
In de bijlage vindt u de lange termijnvisie op het gebruik van ICT in
de zorg met een nationale ICT agenda. De notitie is in overleg met VWS
opgesteld door het Nationaal ICT Instituut in de zorg (Nictiz).
Lange termijn strategie
Bij het ontwerp en de ontwikkeling van het landelijk EPD is
nadrukkelijk gezocht naar een goede balans tussen regie van de
overheid en de eigen verantwoordelijkheid van het veld. Daarbij is
gekozen voor een stapsgewijze ontwikkeling van het EPD, waarbij
nadrukkelijk zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de diverse
regionale ontwikkelingen.
De keuze om de gegevensuitwisseling via de landelijke
basisinfrastructuur in eerste instantie te beperken tot een set van
medicatiegegevens (Elektronisch Medicatie Dossier) en de professionele
samenvatting van een huisartsendossier (Waarneemdossier Huisartsen) is
gemaakt in nauw overleg met de betrokken branche- en
koepelorganisaties van zorgaan-bieders, verzekeraars en
patiëntenorganisaties. De implementatie van deze twee toepas-singen
heeft volgens alle betrokken partijen de hoogste prioriteit vanwege de
grote maat-schappelijke urgentie ervan. Zo worden als gevolg van
vermijdbare medicatiefouten in Nederland jaarlijks zo'n 19.000 mensen
opgenomen in een ziekenhuis en overlijden er zelfs mensen. Zowel de
invoering van het elektronisch medicatiedossier als het
waarneemdossier huisartsen zal de kwaliteit van de zorg aanzienlijk
verbeteren.
De EPD-ontwikkeling verloopt stapsgewijs. Naast de huisartsen,
ziekenhuizen en apothekers die met het EMD en WDH als eerste
beroepsgroepen via het EPD landelijk bepaalde rele-vante gegevens met
elkaar gaan uitwisselen, is het van belang dat ook andere
beroeps-groepen via het EPD op veilige en betrouwbare wijze relevante
informatie met elkaar kunnen uitwisselen. Een voordeel van de manier
waarop de landelijke infrastructuur is ontwikkeld, is dat nieuwe
toepassingen binnen afzienbare tijd op de infrastructuur kunnen worden
aange-sloten, zoals bijvoorbeeld het elektronisch laboratoriumdossier
(e-Lab). Een aantal toepas-singen bevindt zich op dit moment in de
ontwikkelingsfase. Dat wil zeggen dat Nictiz met de betreffende
beroepsgroepen (bij e-Lab gaat het onder andere om de huisartsen,
apothekers, specialisten en paramedici) afspraken maakt op basis van
welke gegevenssets, standaarden en protocollen via het landelijk EPD
informatie-uitwisseling plaats moet gaan vinden. Het is van belang dat
nu al aan nieuwe toepassingen voor het EPD wordt gewerkt. Anders
zullen veel toepassingen voor gegevensuitwisselingen regionaal
parallel ontwikkeld worden en wordt toekomstige interoperabiliteit
tussen regio's niet per definitie gegarandeerd.
Na de ontwikkelingsfase zullen nieuwe toepassingen voor het landelijk
EPD eerst zorgvuldig getest moeten worden voordat tot implementatie
kan worden overgegaan. Deze stapsge-wijze aanpak is bedoeld om de
technische en operationele risico's voor de betreffende beroepsgroepen
tot een minimum te beperken. Daarbij zal dan, net als bij het EMD en
WDH is gebeurd, zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van regionale
samenwerkings-verbanden, die zich steeds vaker als klankbord en
"condensatiekern" voor nieuwe landelijke ontwikkelingen en ook als
aanjager van ICT-toepassingen presenteren. Het is mede dankzij deze
regionale samenwerkingsverbanden dat we belangrijke stappen kunnen
zetten op het gebied van het landelijk EPD.
Prioritering programma's
Voor de realisatie van het landelijk EPD stelt Nictiz een aantal
prioriteiten in de vorm van programma's voor die ik onderschrijf:
1. Landelijke invoering basisinfrastructuur, EMD en WDH;
2. Patiënt en EPD;
3. De verdere ontwikkeling van het Basis-EPD;
4. Multidisciplinaire zorg, diseasemanagement en preventie.
Prioriteit 1: Landelijke invoering basisinfrastructuur, EMD en WDH
Tijdens het genoemde Algemeen Overleg en in de brief waarmee ik het
stappenplan invoering EPD heb aangeboden (27 529, nr. 38) heb ik
aangeven dat ik in september 2008 een start wil maken met de verdere
landelijke invoering van het elektronisch patiënten-dossier. Een
snelle en zorgvuldige invoering van het EMD en WDH heeft voor mij
absoluut de hoogste prioriteit.
Prioriteit 2: Patiënt en EPD
Via verschillende programma's zal gestimuleerd worden dat de
zorgconsument die daaraan behoefte heeft veel gemakkelijker dan
voorheen zelf de regie over zijn eigen zorg kan gaan nemen. Zo zal de
patiënt onder andere toegang krijgen tot zijn eigen medische gegevens,
waardoor hij in staat is te controleren wie wanneer welke gegevens
over hem heeft inge-zien. Daarnaast zal via internet het kennis- en
informatieaanbod over gezondheidszorg beter worden toegesneden op de
individuele behoefte van de patiënt. In het programma telezorg zullen
de voorwaarden worden gecreëerd waardoor zorg op afstand in de
reguliere zorg voor de patiënt wordt geïntegreerd.
Prioriteit 3: De verdere ontwikkeling van het basis-EPD
De derde prioriteit behelst de ontwikkeling van nieuwe toepassingen
die deel gaan uitmaken van het zogenaamde basis-EPD. Met ontwikkeling
wordt bedoeld het vaststellen van de benodigde functionaliteiten van
de toepassing, maar ook afspraken maken over de te hanteren standaard
gegevenssets (zowel qua omvang als inhoud), berichten, protocollen,
implementatiehandleidingen en systeemeisen.
Besluitvorming over deze nieuwe toepassingen vindt plaats in het
Platform en de Stuurgroep ICT & Innovatie. Iedere toepassing kent zijn
eigen specifieke context en betrokken beroeps-groepen. Dit verschil
zal ook tot uiting komen in de te hanteren aanpak en tijdspaden. Op
dit moment wordt er al gewerkt aan onder andere een toepassing ten
behoeve van de gege-vensuitwisseling binnen de keten van de acute
zorgverlening (e-spoed), een toepassing voor laboratoriumgegevens
(e-lab) en paramedische gegevens (e-paramedici).
Prioriteit 4: Multidisciplinaire zorg, diseasemanagement en preventie
Sommige nieuwe vormen van zorg zijn zonder communicatie met ICT niet
mogelijk. Voor multidisciplinaire zorg of ketenzorg is ICT een
noodzakelijke voorwaarde. Betrokken zorg-verleners en ook de patiënt
dienen tijdens de zorgverlening over actuele en complete informatie te
beschikken die relevant is voor hun eigen rol en verantwoordelijkheid
in het proces van zorgverlening. De gestandaardiseerde
ICT-ondersteuning van diabeteszorg kan model staan voor meerdere
toekomstige toepassingen op het gebied van multidisciplinaire zorg of
ketenzorg, zoals voor CVA-zorg en chronische aandoeningen als COPD en
chronisch hartfalen. Onlangs hebben zeven zorgpartijen die betrokken
zijn bij diabeteszorg het manifest "Elektronische gegevensuitwisseling
voor diabeteszorg"getekend. Binnen vijf jaar moeten er beproefde
technische standaarden zijn voor de uitwisseling van diabeteszorg
gerelateerde informatie. In het manifest spreken de zorgpartijen de
intentie uit om hiervoor in onderlinge samenwerking de noodzakelijke
inspanning te leveren.
Overige programma's
Ten slotte zijn er nog programma's die de noodzakelijke
randvoorwaarden voor andere programma's realiseren zoals de
introductie van een standaard terminologiestelsel in de
gezondheidszorg (SNOMED) en de ontwikkeling van standaarden die de
transparantie en de ordening van de ziekenhuis-ICT-markt verbeteren
(Programma Referentie Architectuur).
Tot slot
Met deze brief heb ik u nader inzicht gegeven in de EPD- en ICT-agenda
voor de gezond-heidszorg voor de komende jaren. Ik ben mij er van
bewust dat, net als bij de implementatie van het EMD en WDH, het
ambitieniveau voor de realisatie van de genoemde prioriteiten en
mijlpalen hoog is. Daarbij is de inzet en medewerking van de betrokken
beroepsgroepen, ICT-leveranciers en patiënten(organisatie) een
voorwaarde. Door een stapsgewijze aanpak (ont-wikkelen, uitgebreid
testen en dan pas implementeren) en het feit dat de ontwikkeling van
een nieuwe toepassing in eerste instantie beperkt blijft tot de
relevante beroepsgroepen, maakt dat niet alle zorgaanbieders
tegelijkertijd hier inspanningen voor hoeven te verrichten. De
ontwikkeling van nieuwe toepassingen gaat dus niet ten koste van reeds
lopende implementatietrajecten.
Doorontwikkeling van het EPD is een noodzakelijke voorwaarde voor de
houdbaarheid van ons zorgstelsel. Hiermee kan beter worden ingespeeld
op de toenemende veranderende zorgvraag en het arbeidsmarktvraagstuk.
Verbetering van de informatie-uitwisseling is een belangrijke
voorwaarde voor het verbeteren van de patiëntveiligheid en kwaliteit
van zorg.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink