SGP
27 - 05 - 08 | Doorgaan met JSF
De aanschaf van de JSF heeft voor Nederland meer voor- dan nadelen.
Dat stelt SGP-kamerlid Van der Staaij in het overleg met de regering
over de JSF.
Een serieuze, onbevooroordeelde beoordeling van het JSF-traject leidt
tot de conclusie dat de ontwikkeling van dit megaproject redelijk
volgens schema verloopt. Dat betreft zowel de ontwikkeling van het
toestel als de kostenontwikkeling. Door het uitvergroten van
tegenvallers, met name door de tegenstanders, lijkt het erop dat er
veel mis is.
Het tegendeel is het geval. De baten zijn zelfs positiever dan
verwacht, met name als gekeken wordt naar de inspanningen die het
bedrijfsleven levert en de input van o.a. universiteiten. Er is al 700
miljard euro binnengehaald door het bedrijfsleven. Op de plank ligt
zoals het er nu naar uitziet nog ongeveer drie miljard euro.
________________________________________
AO JSF,
27 mei 2008
Van der Staaij
Info en fijnstof
Voorzitter. Ik dank het ministerie allereerst graag voor de zeer
uitgebreide informatievoorziening over het JSF-project tot nu toe. Zo
hoort het bij een dergelijk megaproject. Ik denk overigens wel, dat
wij het enige land ter wereld zijn, dat zijn gevechtsvliegtuigen
beoordeelt op de emissie van fijnstof! Hopelijk willen onze
potentiële vijanden daar ook rekening mee houden.
Vele kanten
Voorzitter. Met de ontwikkeling van het JSF-project kun je vele kanten
op. Je kunt moeiteloos de vinger leggen bij de nodige vertragingen,
bij kostenoverschrijdingen, technische tegenvallers en je kunt je oren
te luister leggen bij de vele kritische JSF-watchers. In de vele
vragenseries is daarvan ook een zeer gretig gebruik gemaakt, zo viel
mij op.
Je kunt je echter ook laat leiden door de inmiddels zichtbaar
positieve effecten voor het Nederlandse bedrijfsleven; door het
beklemtonen van de hoogwaardige werkgelegenheid die ontstaat en de
positieve vooruitzichten op toekomstige onderhoudscontracten en
dergelijke voor Nederlandse bedrijven. En natuurlijk door het gegeven
â bepaald geen detail - dat het testprogramma van de JSF perfect op
schema ligt.
Voorzitter. Een serieuze beoordeling van de aangereikte stukken brengt
mijn fractie tot de conclusie, dat de ontwikkeling van dit project â
met de enorme omvang van bijna 6 mrd. euro â een weinig schokkend
verloop kent. Dit geldt ook de kostenontwikkeling tot nu toe. We
moeten alert blijven â dat blijkt bijvoorbeeld uit de doorgevoerde
verschuivingen ten aanzien van de invoerreeks - maar er gebeuren geen
werkelijk zorgelijke dingen. Een onzekere kostenpost betreft volgens
mij met name het aantal Kamervragen dat over dit project wordt
gesteld; het is voor mij overigens nieuw dat dit in jaarrapportages
van het ministeries wordt bijgehouden. Als het gaat om de mogelijk
negatieve elementen, ervaar ik op dit moment derhalve geen grote
verrassingen.
Daarentegen moet ik zeggen, dat de baten van dit traject â met name
als ik denk aan de inspanning die het Nederlandse bedrijfsleven, maar
ook kennisinstellingen thans al kunnen leveren â positiever zijn dan
ik verwacht had; er is thans reeds meer dan 700 miljoen euro
binnengehaald door het Nederlandse bedrijfsleven. En de verwachting
is, dat in de toekomst er nog veel meer vruchten geplukt kunnen
worden. Ik las, dat er reeds voor drie miljard euro aan potentiële
orders is binnengehaald.
Kortom: de ontwikkeling tot nu toe geeft mijn fractie geen aanleiding
om negatiever over het JSF-project te gaan denken. Dit traject mag wat
de SGP-fractie verder worden uitgebouwd. Om die reden heb ik dan ook
geen bezwaren tegen de beoogde aankoop van twee trainingstoestellen.
De consequentie daarvan is inderdaad dat onze luchtmacht daarmee met
personeel, opleidingen en gevechtstactieken actief betrokken wordt bij
het Amerikaanse testprogramma. Mijn fractie ziet dit als een logische
vervolgstap binnen de gekozen marsroute, of beter gezegd: binnen het
gekozen vluchtschema.
Vragen
Hoe zit het nu met concurrenten voor de JSF of met alternatieven? Daar
wordt vaak op gehamerd, ook in de vragenseries. Hoe relevant is die
vraag feitelijk nog? Er is immers géén sprake van gelijke
concurrentie of van een gelijk speelveld, om de simpele reden dat
Nederland actief meedoet aan het ontwikkelingsprogramma van de JSF en
Nederland nÃet meedoet aan de ontwikkeling van andere
gevechtsvliegtuigen. Ik ken de afspraken uit het coalitieakkoord, maar
is het inmiddels niet louter theoretisch dat Nederland â na zo
intensief mee te doen aan dit ontwikkelprogramma â voor een ander
vliegtuig kiest? Is dit ook de gedachte van de minister of ziet hij
nog steeds een reële keuze voor zich?
Ondertussen mag het denken over dit project natuurlijk niet stil
staan. Bijvoorbeeld als het gaat over de aantallen aan te schaffen
vliegtuigen. We zien bij de huidige militaire missies â zoals
Afghanistan en Soedan â dat we daar op zichzelf genomen geen 85
supermoderne gevechtsvliegtuigen voor nodig hebben. Hoe worden
dergelijke discussie gevoerd binnen het ministerie? Wordt de
behoeftestelling voortdurend afgestemd op de praktijk? Hoeveel
flexibiliteit is er nog als het gaat om aantallen vliegtuigen?
De financiële consequenties van mogelijke vertragingen zijn fors. Met
de huidige F16âs kunnen we op zichzelf nog lang doorvliegen, maar
tegen bijzonder hoge onderhoudskosten. Welke risicoâs voor vertraging
ziet de minister in het bijzonder als hij het aankomende traject
bekijkt? Waar liggen de kritische punten en hoe worden die zoveel
mogelijk ondervangen?
Dank u wel
Doorgaan met JSF