Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
26 mei 2008 DCE/14958 24 april 2008 2070818870
Onderwerp Bijlage(n)
Vragen over instandhouding monumentale kerken 1
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van der Vlies over de instandhouding van
monumentale kerken.
De vragen zijn mij toegezonden met uw bovenvermelde brief d.d. 24 april 2008, kenmerk 2070818870.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/4
Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de
instandhouding van monumentale kerken. (Ingezonden 24 april 2008)
1.
Bent u bekend met het artikel "Overheid respectloos bij kerken"? 1)
Antwoord
Ja.
2.
Erkent u dat de situatie voor de instandhouding van monumentale kerkgebouwen, kerkorgels en
kerkelijk kunstbezit in veel gevallen nijpend is? In welke tegemoetkoming voorziet u voor zulke
gevallen?
Antwoord
De restauratieachterstand bij rijksmonumenten in de categorie kerkelijke gebouwen is inmiddels
teruggebracht tot minder dan 10% (in absolute zin). Hoewel de doelstelling voor wat betreft de
restauratieachterstand in deze categorie monumenten dus gehaald is, is er nog een grote vraag naar
middelen voor instandhouding. Om deze reden zijn kerkelijke gebouwen niet uitgesloten van
subsidiëring in de regelingen voor de verdeling van de extra gelden voor restauratieachterstanden. Zie
voor een nadere toelichting hierop mijn brief over de herstelbehoefte van rijksmonumentale kerken
(Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31 200 VIII, nr. 173).
Kerkorgels verkeren in een relatief slechtere positie omdat de afgelopen jaren voorrang is gegeven aan
de gebouwen, aangezien het wind- en waterdicht houden prioriteit heeft. Voor rijksbeschermde orgels
is daarom zowel in de Regeling rijkssubsidiëring wegwerken restauratieachterstand (Rrwr) 2007 als de
Rrwr 2008 apart budget beschikbaar gesteld. Ik verwacht daarmee reeds in juni 2008 ruim
30 subsidieaanvragen te kunnen honoreren en volgend jaar eenzelfde aantal. Daarmee is de
portefeuille van orgelbouwers de komende jaren fors gevuld.
Kerkelijk kunstbezit kan, indien het onroerend en rijksbeschermd is, worden meegenomen in
restauratie- en instandhoudingsplannen. Hiervoor geldt overigens hetzelfde als voor orgels: gebouwen
hebben de afgelopen jaren voorrang gekregen.
3.
Herkent u het signaal dat gemeenten hun verantwoordelijkheid voor monumentaal erfgoed van zich af
proberen te schuiven? Welke maatregelen neemt u om het behoud van kerkgebouwen op lokaal niveau
te bevorderen?
Antwoord
Nee, ik herken dit signaal niet. Met de invoering van het Brim (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding
monumenten) is de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het prioriteren van restauraties komen te
blad 3/4
vervallen. Dit heeft naar mijn oordeel geen gevolgen gehad voor de aandacht van gemeentelijke
overheden voor monumentaal erfgoed.
Met de invoering van de beperking adviesplicht (zie ook: Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008,
nr. 24 en nr. 25) komt er een zwaardere verantwoordelijkheid bij gemeenten te liggen, die niet alleen
betrekking heeft op kerkelijke monumenten, maar op alle rijksmonumenten.
De RACM (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten) heeft daarnaast met veel
gemeenten regelmatig bestuurlijk en/of ambtelijk overleg waarbij het bevorderen van aandacht voor
het cultureel erfgoed aan de orde is.
4.
Kunt u een inventarisatie geven van het aantal kerkorgels dat cultuurhistorisch van belang is? Op welke
wijze wordt de instandhouding en uitbreiding van de categorie oude instrumenten gegarandeerd?
Antwoord
Onder de rijksbescherming vallen in totaal 1.500 orgels en/of orgelkassen. Uitbreiding van dit aantal is
in het kader van restrictief aanwijzingsbeleid conform de Tijdelijke beleidsregel aanwijzing
beschermde monumenten, momenteel niet aan de orde. In de instandhouding van rijksbeschermde
orgels voorziet het Brim door middel van subsidiëring van instandhoudingsplannen voor kerkelijke
gebouwen. Ik ben mij er inmiddels van bewust dat het niet opnemen van een aparte categorie voor
orgels in het Brim negatieve gevolgen heeft omdat voorrang is gegeven aan de gebouwen. Ik kom
hierop terug nadat de evaluatie van het Brim is afgerond, de resultaten van deze evaluatie worden u in
het najaar van 2008 toegestuurd.
5.
Op welke wijze voorziet u in voldoende ondersteuning voor kerken in het jaar 2008, nu kerken pas
vanaf 2009 in de BRIM instromen terwijl subsidie op grond van oude regelingen al is afgelopen?
Antwoord
Met de invoering van het Brim is nieuwe meerjarige subsidiëring in het kader van het Brom (Besluit
rijkssubsidiëring onderhoud monumenten) komen te vervallen. In de overgangsbepalingen is geregeld
dat monumenten die later in het Brim instromen, zoals de kerken, bij afloop van het meerjarige Brom-
subsidie tot het moment van instroming in het Brim, een beroep kunnen doen op eenjarige subsidies
ten laste van het Brom.
6.
Welke ambitie heeft u om het Jaar van het Religieus Erfgoed tot een werkelijk succes te maken?
Antwoord
Het Jaar van het Religieus Erfgoed 2008 is, evenals eerdere "jaren van", een particulier initiatief. De
stichting 2008 Jaar van het Religieus Erfgoed ontvangt een projectsubsidie van het ministerie van OCW
voor de organisatie en voor een inventarisatie van het roerend en onroerend religieus erfgoed, de
zogenaamde Reliwiki. Voor dit laatste ontvangt de stichting ook bijdragen van andere partijen.
blad 4/4
De RACM is in overleg met de stichting over het beschikbaar stellen van informatie ten behoeve van de
databank en over het blijvend toegankelijk houden van de informatie van de Reliwiki na 2008. De
resultaten van de inventarisatie en de discussies die in het kader van het jaar van het Religieus Erfgoed
gevoerd worden zal ik daarnaast betrekken bij het project modernisering van de monumentenzorg.
1) Reformatorisch Dagblad, 21 april 2008