Antwoorden Wiegman-van Meppelen Scheppink over het Zeeuws Kompas
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
26 mei 2008
DMO-K-U-2849297
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het
Kamerlid Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) over het Zeeuws
Kompas (kenmerk 2070819480).
Vraag 1
Kent u het beleidsdocument Het Zeeuws Kompas. Een visie en een plan
van aanpak voor opvang en het voorkomen van opvang van sociaal
kwetsbare personen in Zeeland. 2008-2015?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Is het bij voorbaat uitsluiten van bepaalde aanbieders, alleen op
grond van levensbeschouwing in de aanbesteding mogelijk?
Antwoord 2
Nee
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het uitgangspunt dat bij financiële ondersteuning van
nieuwe instellingen wordt uitgegaan van organisaties, waarvan de
doelstelling niet levensbeschouwelijk is?
Antwoord 3
In paragraaf 6.5.3. van het Zeeuws Kompas is de volgende passage
opgenomen: "In algemene zin zal als uitgangspunt worden gehanteerd dat
bij de financiele ondersteuning van nieuwe instellingen uitgegaan
wordt van organisaties, waarvan de doelstelling niet
levensbeschouwelijk is en die algemeen toegankelijk zijn."
Ik heb bij de centrumgemeente Vlissingen nagevraagd waarom deze
passage in het Zeeuws Kompas is opgenomen. De uitleg van de gemeente
is als volgt.
Vlissingen wil dat organisaties die de gemeente financieel ondersteunt
algemeen toegankelijk zijn. Dat betekent dat Vlissingen geen
organisaties wil steunen die cliënten uitsluiten als die hun
levensbeschouwing niet delen. Organisaties waarvan het hoofddoel is
dat zij in de activiteiten en relaties met cliënten hun
levensbeschouwing overdragen, komen niet aanmerking voor subsidiëring.
Als een instelling of organisatie zich baseert op een bepaalde
levensbeschouwing, dan kan deze bij de gemeente Vlissingen niettemin
wel voor een subsidie in aanmerking komen als de aanvraag aan volgende
voorwaarden voldoet:
a. dat de instellingen niet als hoofddoel een levensbeschouwing
verspreiden
b. dat de gesubsidieerde activiteiten neutraal worden aangeboden
c. dat de instelling algemeen toegankelijk is (voor met name cliënten)
d. dat de instelling kwalitatief goede zorg biedt.
Deze toelichting van de gemeente Vlissingen over de betreffende
passage is voor mij op dit moment afdoende en geeft geen aanleiding om
verder onderzoek te doen.
Vraag 4
Hoe verhoudt dit uitgangspunt en beleid zich tot: - artikel 3, vierde
lid onder e Wet maatschappelijke ondersteuning (de gemeente moet in
het plan opnemen hoe zij keuzevrijheid denkt te bieden) en artikel 12,
eerste lid Wmo (het college vraagt over het ontwerp-plan advies aan
vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van
vragers van maatschappelijke ondersteuning)?
Antwoord 4
Met de uitleg zoals opgenomen in het antwoord op derde vraag is de
betreffende passage niet op voorhand strijdig met de genoemde
artikelen van de Wmo.
Vraag 5
Hoe verhoudt dit uitgangspunt en beleid zich tot de Algemene wet
gelijke behandeling, in het bijzonder artikel 7?
Antwoord 5
Met de uitleg zoals opgenomen in het antwoord op derde vraag is de
betreffende passage niet op voorhand strijdig met het vermelde artikel
uit de Algemene wet gelijke behandeling.