Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
26 mei 2008 DK/AZ/18243
Onderwerp Bijlage(n)
adviesaanvraag Raad voor Cultuur
Met het oog op het spoeddebat dat wij donderdag aanstaande voeren naar aanleiding van het advies
Basisinfrastructuur 1.0 licht ik u graag toe waarom ik de Raad gevraagd heb nader advies uit te
brengen over de ingediende subsidieaanvragen binnen de door mij gegeven beleidsmatige en financiële
kaders.
Het is goed voor ogen te houden dat met ingang van 2009 de taakverdeling bij de verstrekking van
cultuursubsidies is gewijzigd. Daarbij is beoogd:
1. een scheiding te maken tussen subsidies die onder de ministeriële verantwoordelijkheid
moeten worden toegekend en subsidies die door de fondsen worden verstrekt;
2. een infrastructuur op basisniveau te garanderen die eerst en vooral goed gespreid is over het
land;
3. flexibiliteit te behouden door die infrastructuur te omschrijven in termen van functies (en dus
niet op naam van instellingen).
In de huidige procedure wordt de basisinfrastructuur voor de eerste maal ingevuld.
In maart 2007 heeft de Raad voor Cultuur een advies uitgebracht over de invulling van de
basisinfrastructuur onder de titel Innoveren, participeren. Ik heb gereageerd met de nota Kunst van
Leven. Aan de hand van het advies heb ik een Ministeriële regeling opgesteld waarin nader is
uitgewerkt welke activiteiten voor subsidiering door het Rijk in aanmerking komen. In mijn
adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur heb ik aangegeven wat het financieel kader is.
De Raad voor Cultuur stelt dat de basisinfrastructuur alleen kan worden ingevoerd als er extra geld
beschikbaar komt. Dat is niet zo. De vraag welke instellingen in aanmerking komen voor subsidie in het
kader van de basisinfrastructuur, welke taken zij vervullen en hoeveel subsidie daarvoor beschikbaar
wordt gesteld, is een beleidsmatige. Die moet worden beantwoord in een afweging van alle ingediende
voorstellen binnen het inhoudelijke, juridische en financiële kader. Het juridische kader wordt daarbij
blad 2/2
gevormd door de Ministeriële Regeling, het inhoudelijk kader door de nota Kunst van Leven en het
financiële kader door de adviesaanvraag van 15 februari 2008, waarvan u een afschrift is toegezonden.
Een van de belangrijkste stappen in dit proces is, dat de Raad over die te maken afweging een advies
uitbrengt. De Raad heeft dat op 15 mei jl. gedaan. De Raad heeft er daarbij voor gekozen een advies uit
te brengen dat aangeeft 'wat nodig is`. Daarbij is het financiële kader ruim overschreden. Daar is op
zichzelf niets op tegen de Raad heeft in het verleden meermaals adviezen uitgebracht die alleen bij
het beschikbaar komen van extra middelen ten volle uitgevoerd konden worden. Verschil is echter dat
de Raad nu geen terugvaloptie heeft gepresenteerd. De Raad heeft niet afgewogen hoe 'wat nodig is'
het beste kan worden ingepast binnen 'wat beschikbaar is'. Ik heb de Raad bij brief van 20 mei jl.
gevraagd dat nu ook alsnog te doen.
Gelet op het bovenstaande is het volgens mij niet aan de orde dat het kabinet nu aanvullende
prioriteiten zou moeten stellen of extra middelen reserveren. Voor de goede orde benadruk ik dat het
uitgebrachte advies hierdoor zijn waarde geenszins verliest. Het advies Basisinfrastructuur 1.0 bevat
gedegen beoordelingen die onmisbaar zijn voor de verdere besluitvorming. De gevraagde aanvulling
heeft het kabinet nodig om een verdelingsplan te maken dat tegelijk met de begroting 2009 aan de
Kamer zal worden voorgelegd.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk