abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
26 mei 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGP-2008/4533
Onderwerp
Kamervragen natuurcompensatie A4
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden
toekomen van op 14 april 2008 gestelde vragen door de leden Jacobi en Vermeij over
natuurcompensatie bij het project A4 Dinteloord - Bergen op Zoom.
1. Kent u het bericht "Natuurcompensatie A4 wil maar niet vlotten"?
1. Ja.
2. Is het waar dat u slechts 1/3 van de benodigde gronden voor natuurcompensatie
heeft verworven, welke nodig zijn om de schade door aanleg van de A4 bij Halsteren
te compenseren, terwijl de weg reeds is aangelegd?
2. Op dit moment zijn 12 van de 36 ha verworven en wordt over 5 ha onderhandeld. De
autosnelweg bij Halsteren is al aangelegd en in december 2007 opengesteld voor
verkeer. De noordelijke 1,5 km bij Klutsdorp is nog niet aangelegd. Dit in afwachting
van het verloop van een art.17 procedure (WRO), waarover dit jaar meer duidelijkheid
verwacht wordt.
3. Zou het niet zo moeten zijn dat de natuurcompensatie gereed is voordat aantasting
van de natuur plaatsvindt?
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGP-2008/4533
3. Compensatie voor ecologische hoofdstructuur (EHS) hoeft niet klaar te zijn voordat de
aantasting van de natuur plaatsvindt. Bij Natura 2000 is dit wel het geval. In dit geval
gaat het echter om compensatie van EHS.
Het besluit over het project (in dit geval het Tracébesluit) is ook het tijdstip waarop
wordt besloten over aard, wijze en tijdstip van compensatie. De noodzakelijke
compensatiemaatregelen en het beheer van het compensatiegebied wordt vastgelegd
in het compensatieplan. Lukt fysieke compensatie niet, dan is financiële compensatie
mogelijk door storting in het Nationaal Groenfonds, waarbij de gelden blijven gelabeld
aan de betrokken ingreep.
Deze beleidslijn is vastgelegd in de `Spelregels EHS', die in juni 2007 zijn vastgesteld
en aan de Tweede Kamer verstuurd.
4. Waarom is geen gebruik gemaakt van onteigening, zoals dat ook is gebeurd voor de
aanleg van de weg zelf? De tracéwet staat dit toch toe? Gaat u dit alsnog doen? Zo
neen, waarom niet?
4. De wijze waarop omgegaan wordt met het instrument onteigening is weergeven in de
beleidsregel "Natuurcompensatie en Tracéwet", gepubliceerd in de Staatscourant van
6 juli 1998. Hierin is aangegeven dat dit instrument zeer terughoudend wordt ingezet.
Minnelijke verwerving geniet de voorkeur vanwege draagvlak en kostenbeheersing. In
het geval van de A4 had de basis voor onteigening vastgelegd moeten worden in het
Tracébesluit. Vanwege de alternatieve mogelijkheden die het uitgestrekte landelijk
gebied in deze omgeving biedt is hier bij het opstellen van het Tracébesluit niet voor
gekozen. Het is dus niet meer mogelijk om compensatie alhier op basis van
onteigening uit te voeren.
5. Is het waar dat de financiële middelen nog niet zijn uitgegeven? Is het een idee deze
in ieder geval in het Groenfonds te storten, zodat de rente voor groen beschikbaar
komt?
5. Er is voldoende budget gereserveerd voor de volledige realisatie van de compensatie,
ook als dit nog een aantal jaren duurt.
Storting in het Groenfonds is de laatste mogelijkheid. Vooralsnog wordt voor de A4 bij
Halsteren geprobeerd om de natuurcompensatie in de omgeving van de ingreep te
realiseren. Er is goede hoop dat dit mogelijk is. Als grondverwerving op locatie
redelijkerwijs onmogelijk blijkt kan ook nog het instrument van kavelruil ingezet
worden. Pas als ook dit niet de gewenste resultaten oplevert kan gedacht worden aan
een storting in het Groenfonds.
6. Kunt u een overzicht geven van de plekken waar natuurcompensatie nog te realiseren
is?
6. Momenteel wordt gekeken naar alle mogelijkheden grenzend aan bestaande
natuurgebieden: het noordelijk deel van de Brabantse Wal, het Halsters Laag en het
Oudland.
---
VENW/DGP-2008/4533
7. Bent u bereid het advies van de Algemene Rekenkamer uit juni 2007 "De minister van
VROM zou moeten zorgdragen voor een registratiesysteem waarmee provincies goed
toezicht kunnen houden op de uitvoering van het `nee, tenzij'-principe en het
compensatiebeginsel bij ruimtelijke ingrepen in de natuur" uit te voeren?
7. Om een helder zicht te hebben op de compensatieverplichtingen en de voortgang van
deze verplichtingen is een rapportage verplicht. Rijk en provincie hebben in het kader
van de in juni 2007 uitgebrachte 'Spelregels EHS' afgesproken dat provincies de
voortgang met betrekking tot compensatie registreren en daarover in hun reguliere
verslaglegging rapporteren.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat