Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad en Informele Raad 29 en 25-27
mei 2008
09 mei 2008 - kamerstuk
Kamerbrief van de Raad in Brussel en de infomele Raad in Slovenië met
onder meer de volgende onderwerpen: gewasbeschermingsverordening,
WTO-onderhandelingen en de rol van kleine landbouwbedrijven.
Meer informatie
* Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad en Informele Raad 29
en 25-27 mei 2008
Kamerstuk | 09-05-2008 | PDF-Document, 57 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Op 19 mei 2008 vindt in Brussel de volgende vergadering plaats van de Raad van ministers
voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie. In deze brief informeer ik u over de
onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij. Bovendien wil ik u
ook informeren over de informele Landbouwraad die van 25-27 mei 2008 plaatsvindt in
Slovenië.
Belangrijkste onderwerp op de agenda van de Raad van 19 mei is de gewasbeschermingverordening.
Onder diversen zullen de WTO-onderhandelingen worden behandeld.
Daarnaast heeft de Roemeense delegatie de rol van de kleinschalige landbouwbedrijven
aangekaart en zal het Voorzitterschap informatie geven over de marktsituatie voor
landbouwproducten. Het is mogelijk dat er nog meerdere onderwerpen aan de agenda
worden toegevoegd of worden uitgesteld tot een volgende vergadering. Tijdens de
Informele Raad in Slovenië zal de Commissaris haar - nu nog niet beschikbare - wetgevingsvoorstellen
over de health check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
presenteren.
Gewasbeschermingverordening
(Politiek akkoord)
De Raad zal trachten een politiek akkoord te bereiken betreffende de verordening van het
Europees Parlement (EP) en de Raad voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.
De Commissie heeft in juli 2006 een voorstel voor herziening van de gewasbeschermingrichtlijn
91/414/EEG gepresenteerd. De gewasbeschermingrichtlijn wordt vervangen door
een verordening die een classificatie kent van werkzame stoffen in vier klassen (basisstoffen,
laag risicostoffen, normale stoffen en substitutiestoffen). In de verordening
worden op communautair niveau de criteria ter beoordeling van de veiligheid van de
toepasser, consument en milieu vastgelegd. Het gebruik van de stoffen mag geen
schadelijk effect tot gevolg hebben voor mens en dier en geen onaanvaardbare invloed op
het milieu. Voor de criteria ter goedkeuring van stoffen is door het Voorzitterschap een
compromistekst opgesteld, waarmee ik in kan stemmen.
Nieuw is de introductie van een zonale toelating van gewasbeschermingsmiddelen in de
lidstaten en de introductie van alternatieve toets voor toegelaten middelen gebaseerd op
substitutiestoffen. De EU wordt ingedeeld in drie klimaatzones. Nederland is ingedeeld in
de centrale zone (van Verenigd Koninkrijk tot en met Polen). De lidstaten zelf blijven
verantwoordelijk voor nationale toelating van gewasbeschermingsmiddelen, maar voor
middelen gebaseerd op stoffen met een laag en normaal risicoprofiel wordt een zonale
toelating met verplichte wederzijdse erkenning geïntroduceerd, wat inhoudt dat
Nederland een toelating van een ander land in dezelfde zone moet overnemen.
Ik ben verheugd dat de huidige compromistekst van het Voorzitterschap tegemoet komt
aan mijn eerdere bezwaren tegen het oorspronkelijke Commissievoorstel van zonale
toelating. Ik zag toentertijd liever meer ruimte voor lidstaten om hun nationale specifieke
omstandigheden mee te nemen in de besluitvorming over de toelating. Binnen het
systeem van de zonale indeling hebben lidstaten in de huidige compromistekst van het
Voorzitterschap alle ruimte hiervoor gekregen.
De mogelijkheid voor een voorlopige toelating verdwijnt. De terugverdientijd voor de
industrie wordt hiermee ingekort. Ik heb daarom eerder gepleit voor handhaving van de
mogelijkheid van voorlopige toelating en ben blij dat in het huidige compromis die
mogelijkheid weer wordt geïntroduceerd. Ik wil waken voor verlies van de terugverdientijd
voor de industrie en de mogelijke negatieve consequenties in de vorm van verminderde
belangstelling voor de ontwikkeling van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen die
daarvan uitgaat. De huidige compromistekst van het Voorzitterschap komt hieraan
tegemoet. Als de beoordeling voor goedkeuring van de werkzame stof na 30 maanden
nog niet is afgerond mogen lidstaten conform de Voorzitterschaptekst een middel weer
voor maximaal drie jaar voorlopig toelaten.
De regels voor dataprotectie worden vereenvoudigd. Dataprotectie bij herbeoordeling van
het dossier is opnieuw geïntroduceerd. De Commissie en enkele lidstaten hebben hier nog
bezwaren tegen. Nederland heeft steeds gepleit voor extra dataprotectie voor kleine toepassingen.
De huidige compromistekst van het Voorzitterschap komt mede op verzoek
van Nederland volledig tegemoet aan het punt van extra dataprotectie.
Lidstaten krijgen de mogelijkheid om een informatieplicht van buren en waterbeheerders
in te voeren. De coherentie tussen de Verordening en de Kaderrichtlijn over duurzaam
gebruik van pesticiden is, op aandringen van Nederland, nu opgenomen in een
schakelbepaling.
Ik sta positief ten aanzien van het voorstel als het gaat om de poging om wetgeving in de
EU te harmoniseren en de administratieve lastendruk te verlagen. Ik ben van mening dat
de verordening er niet toe mag leiden dat het effectief pakket aan gewasbeschermingsmiddelen
(met name voor gebruik in kleine teelten) onder druk komt te staan, als gevolg
van de introductie van een alternatieven toets voor middelen met hoogrisico stoffen, het
intrekken van de voorlopige toelating en verminderde dataprotectie. Ook coherentie met
de Kaderrichtlijn inzake duurzaam gebruik van pesticiden is een aandachtspunt. De
huidige Voorzitterschaptekst komt tegemoet aan de bovengenoemde Nederlandse standpunten.
Diversen
a) WTO-onderhandelingen
(Stand van zaken)
Commissaris Fischer Boel zal de Raad een overzicht geven van de stand van zaken in de
WTO-onderhandelingen.
De Nederlandse inzet voor een succesvolle WTO-ronde blijft onverminderd. Ik steun de
inzet van de Commissie, die gericht is op een ambitieus en evenwichtig akkoord tussen en
binnen alle drie de WTO-pijlers (landbouw, industriële markttoegang, diensten), dat
rekening houdt met zowel de offensieve als de defensieve belangen en dat ook serieus
werk maakt van de ontwikkelingsdimensie van deze ronde. Zoals recentelijk in de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) is geconcludeerd, zal om tot een
dergelijk akkoord te komen nog het nodige werk in de onderhandelingen over de teksten
verzet moeten worden. Ik ben van mening dat de EU zich moet blijven inzetten op de
behandeling van non-trade concerns als dierenwelzijn en milieu. Bij de EU-keuze van
gevoelige producten moet rekening gehouden worden met een aantal dierenwelzijngevoelige
producten (pluimveevlees, eiproducten en varkensvlees) en uitfasering van
exportrestituties dient plaats te vinden op basis van budget en niet op basis van volume.
Ik steun de inzet van de Commissie om de reikwijdte van de bestaande vrijwaringsclausule
voor ontwikkelde landen te beperken en om de criteria van de groene box, die niet of
nauwelijks handelsverstorende steun vrijstelt van reductiemaatregelen, niet aan te
scherpen.
b) Kleinschalige landbouwbedrijven
(Verzoek van de Roemeense delegatie)
De Roemeense delegatie zal aandacht vragen voor de rol van de kleinschalige landbouwbedrijven
in de Europese landbouw van de toekomst. Op het moment van dit schrijven is
er nog geen verdere inhoud bekend van dit agendapunt.
c) Marktsituatie voor landbouwproducten
(Toelichting van het Sloveens Voorzitterschap)
Het Sloveense Voorzitterschap zal een toelichting geven op de marktsituatie voor landbouwproducten.
De ontwikkeling van landbouw- en voedselprijzen zal daarbij centraal
staan. Door een samenloop van omstandigheden is momenteel sprake van een zeer hoog
prijsniveau op de internationale voedselmarkten. De sterk gestegen voedselprijzen zijn
prominent op de politieke agenda en in de publieke belangstelling komen te staan.
Ik zal aangeven dat het beleid zich onder andere kan richten op drie gebieden om de
negatieve effecten van de prijshausse tegen te gaan: sociale vangnetten en voedselinitiatieven
voor de korte termijnbehoeften van de armen; investeringen in de landbouw,
met name in landbouwkundig onderzoek, infrastructuur en technologie, en in betere
marktwerking op nationaal en wereldschaal ten behoeve van lange termijnstimulering van
de landbouwproductie; verdere vrijmaking van de wereldhandel, waarbij ontwikkelde
landen hun beleid voor de agrarische handel en voor biobrandstoffen zoveel mogelijk
ontdoen van handelsverstorende elementen en ontwikkelingslanden onderlinge handelsbarrières
voor voedselgewassen eveneens verminderen.
Verder zal ik mijn inbreng baseren op de vijf sporen uit de notitie "Landbouw, rurale
bedrijvigheid en voedselzekerheid in ontwikkelingslanden" van 8 mei jl., die ik samen met
minister Koenders naar uw Kamer stuurde. Deze vijf sporen zijn: onderzoek en innovatie
gericht op productiviteitsverbetering; publieke dienstverlening en instituties; duurzame
ketenontwikkeling; verbetering markttoegang en voedselzekerheid en overdrachtsmechanismen.
Sterk gelieerd aan dit onderwerp is de eerder besproken conferentie op hoog niveau die
de FAO zal wijden aan wereldvoedselzekerheid en de uitdagingen van klimaatverandering
en bio-energie, van 3-5 juni 2008 in Rome. De conferentie heeft tot doel om relatie voedselzekerheid,
klimaat en bio-energie beter te begrijpen, stappen te zetten richting een
politieke verklaring en het definiëren van de rol van de FAO. Ik zal de Nederlandse regering
tijdens deze bijeenkomst vertegenwoordigen. Met betrekking tot de marktsituatie
voor landbouwproducten zal ik wederom aangeven dat bij bespreking van het vraagstuk
van productie voor de 'mond' of voor de 'motor' het vinden van een balans tussen enerzijds
de haalbaarheid van kwantitatieve doelstellingen voor bio-energieproductie en
anderzijds het realiseren van een voldoende ambitieus duurzaamheidsniveau, met name
ten aanzien van de gevolgen voor de voedselzekerheid essentieel is. Zoals ik als ik u al
eerder gemeld heb, ben ik van mening dat in het geval van conflict tussen 'mond' of
'motor', de 'mond' prioriteit moet krijgen. Zoals ik u eerder toezegde, zal ik uw Kamer
voorafgaand aan de FAO-conferentie informeren over mijn specifieke inzet aldaar.
Informele Landbouwraad van Brdo (Slovenië), 25-27 mei 2008
Commissaris Fischer Boel zal tijdens de Informele Raad in Brdo de wetgevingsvoorstellen
in het kader van de health check van het GLB presenteren. De Commissie zal deze voorstellen
naar verwachting publiceren op 20 mei, enkele dagen voorafgaand aan de
Informele Raad. De lidstaten zullen tijdens deze informele Raad hun eerste en voorlopige
reactie op de voorstellen kunnen geven. Ik zal mijn inbreng in Brdo baseren op het
kabinetsstandpunt over de Mededeling van de Commissie over de health check, zoals
verwoord in mijn brief aan uw Kamer van 7 december 2007 (TK 28625, nr. 54). Een
kabinetsstandpunt over de op 20 mei verwachte wetgevingsvoorstellen van de Commissie
zal ik u doen toekomen voorafgaand aan het Algemeen Overleg van 19 juni ter voorbereiding
van de Landbouw- en Visserijraad van 24-25 juni, alwaar de voorstellen voor het
eerst formeel zullen worden besproken.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit