Ingezonden persbericht
Open brief aan minister Ronald Plasterk namens de theatersector
Amsterdam, 22 mei 2008
Het ging toch om Kunst van Leven?!
Geachte heer Plasterk,
Wij waren optimistisch gestemd. Gezelschappen, productiehuizen, podia en vakopleidingen op het terrein van het (jeugd)theater sloegen vorig jaar de handen ineen. Ons doel was de inhoudelijke agenda van de basisinfrastructuur tot een succes te maken. Vergroting van de maatschappelijke impact van de theatrale podiumkunsten vormde de inzet. En wij wisten dat wij die inzet deelden met u, onze minister, en met de Raad voor Cultuur, uw adviseur. 'Innoveren, participeren' van de Raad en uw eigen 'Kunst van Leven' spraken duidelijke taal.
Juist daarom zijn wij teleurgesteld en verontwaardigd over uw weigering om inhoudelijk in te gaan op het advies van de Raad van 15 mei. Wij begrijpen heel goed dat u niet onmiddellijk uw portemonnee kan trekken. Maar wat wij niet begrijpen is dat u ineens met geen woord meer rept over de betekenis van de inhoudelijke en maatschappelijke agenda van de basisinfrastructuur, noch over de (financiële) consequenties daarvan. Niet de Raad heeft het publieke debat over kunst en politiek versmald tot de vraag of er wel of niet meer rijkssubsidie moet komen , maar juist uw reactie heeft aan die indruk bijgedragen.
U zou het met de Raad eens moeten zijn.
Wij willen even met u terug. De afgelopen twee tot drie jaar hebben u (en uw voorganger), de Kamer, de Raad voor Cultuur en niet in de laatste plaats wij als sector samen gebouwd aan de basisinfrastructuur. Het ging om een verandering van systematiek, maar vooral ook om inhoud. Gemeenschappelijk vertrekpunt was de overtuiging dat het maatschappelijk draagvlak en de maatschappelijke effectiviteit van de (podium)kunsten groter moest: meer publiek, een duidelijker binding van gezelschappen met de eigen stad en regio, veel aandacht voor educatie, culturele diversiteit en talentontwikkeling en dat alles met de blik op Europa en de wereld. Stuk voor stuk belangrijke cultuurpolitieke doelstellingen, die u concretiseerde in 'Kunst van Leven' en kwantificeerde in uw adviesaanvraag aan de Raad.
De Raad heeft die cultuurpolitieke doelstellingen met inbegrip van de door u aangegeven concretisering (functies) en kwantificering (aantallen gezelschappen, productiehuizen e.a.) op een volgens ons gewetensvolle, kritische en consequente manier gebruikt als basis voor het advies van 15 mei. Wij vinden het treurig dat nu de indruk wordt gewekt dat de Raad een politiek spelletje speelt. Het advies volgt inhoudelijk uw adviesaanvraag en is daarnaast gebaseerd op de - volgens ons ook door u aangehangen - opvatting dat instellingen voor hun al dan niet nieuwe of extra functies adequate financiering moeten krijgen. U zou het dus met de Raad eens moeten zijn en misschien bent u dat eigenlijk ook wel.
Een misverstand: u vraagt en wij draaien
Is dat extra geld nu eigenlijk wel nodig? Hier en daar wordt de suggestie gewekt dat wij alleen aan talentontwikkeling, diversiteit en internationalisering doen omdat u dat vraagt en dan ook nog op voorwaarde dat u extra betaalt. Dat is een kwalijke karikatuur. De praktijk is dat ieder van ons ook nu al op een of meer van deze terreinen actief is. We werken samen in het ontwikkelen van concrete programma's op het gebied van publieksverbreding. En op het terrein van talentontwikkeling worden de eerste successen behaald in praktische samenwerkingsprojecten tussen het onderwijs, productiehuizen en gezelschappen. Wij zijn dus uit eigen overtuiging volop bezig.
Maar wij zeggen u ook in alle eerlijkheid: de ambities die binnen de basisinfrastructuur zijn geformuleerd en de eisen die op grond van die ambities aan onze instellingen worden gesteld zijn eenvoudigweg niet haalbaar zonder de extra middelen die de Raad in haar advies noemt. Natuurlijk kunnen u en de Kamer besluiten de (cultuurpolitieke) ambities te verlagen. Maar daarmee komt het door de Raad zorgvuldig opgebouwde netwerk van goed over het land verspreide toneel- en dansgezelschappen, productiehuizen, gezelschappen voor de jeugd en festivals onherroepelijk in gevaar. Wij kunnen ons eigenlijk niet goed voorstellen dat u dat wilt laten gebeuren.
Kunst van leven
Hoe nu verder? Wij hebben niet de pretentie om op uw stoel te gaan zitten, al vragen wij u dringend om alsnog het door de Raad voor Cultuur geadviseerde (extra) budget voor de basisinfrastructuur beschikbaar te stellen.
Wij kunnen ons voorstellen dat de 100 miljoen intensivering uit het regeerakkoord soulaas kan bieden. Tot nu toe is de besteding daarvan ons niet volledig duidelijk, maar wij gaan er van uit dat het geld bedoeld is voor uw belangrijkste prioriteiten uit 'Kunst van Leven'. Daaronder vallen toch zaken als educatie, regionale spreiding en internationalisering; stuk voor stuk ook belangrijk binnen de basisinfrastructuur. Daar ligt toch een mogelijke dekking? Zoals de HGIS middelen aangewend zouden kunnen worden voor het onderdeel internationalisering.
Bij Kunst van Leven hoort zonder twijfel ook de kunst van dialoog. Wij roepen u op in ieder geval de dialoog met de Raad voor Cultuur op een constructieve manier te heropenen. En wij zijn te allen tijde bereid om met u al het mogelijke te bespreken dat uw en onze basisinfrastructuur tot een (publiek) succes kan maken.
Leve de kunst.
Met vriendelijke groet,
Henk Scholten
Directeur Theater Instituut Nederland
Herengracht 168
1016 BP Amsterdam