Universiteit van Tilburg 22 mei 2008
'Nederland draagt deel kosten vergrijzing andere EU-landen'
Promotie Yvonne Adema over internationale effecten vergrijzing
Landen in de Europese Unie met pensioenstelsels die kapitaalgedekt
zijn, zoals Nederland, krijgen als gevolg van vergrijzing op termijn
last van EU-landen die een omslagstelsel hanteren. Vooral als de
'omslaglanden' overheidsschuld gebruiken om de kosten van vergrijzing
op te vangen, zullen de 'kapitaalgedekte' landen voor een deel van de
kosten opdraaien. Dat concludeert de econome Yvonne Adema in het
proefschrift dat ze op 30 mei verdedigt aan de Universiteit van
Tilburg. Daarnaast pleit ze ervoor besluiten over pensioenhervormingen
gezamenlijk op Europees niveau te nemen.
Veel westerse landen krijgen de komende decennia te maken met
vergrijzing. De economische effecten daarvan verschillen echter van
land tot land. Yvonne Adema onderzocht voor het eerst op
wetenschappelijke wijze hoe landen met verschillende pensioenstelsels
die in reactie op de vergrijzing ook verschillend spaargedrag zullen
vertonen, elkaar beïnvloeden via kapitaalmarkten. Zeker in Europa,
waar de landen met de euro hun kapitaalmarkt volledig hebben
geïntegreerd, zullen de verschillende lidstaten merkbaar de gevolgen
ondervinden van de wijze waarop andere lidstaten hun pensioenstelsel
hebben ingericht of van de pensioenhervormingen die in het licht van
de vergrijzing worden uitgevoerd.
Landen met een groot kapitaalgedekt pensioensysteem zoals Nederland,
waarbij mensen sparen voor hun oude dag, krijgen op termijn last van
landen in de Economische en Monetaire Unie (EMU) die een omslagstelsel
hanteren. Dat komt, analyseert Adema, doordat de besparingen in
'kapitaalgedekte' landen bij vergrijzing sterker stijgen dan in landen
met een omslagstelsel zoals Italië en Duitsland, zodat per saldo een
kapitaalstroom naar deze laatste landen resulteert. Bovendien lopen de
kosten van de pensioenen in 'omslaglanden', waar de werkende
beroepsbevolking de pensioenen van de ouderen betaalt, sterk op als
door vergrijzing het aantal pensioengerechtigden stijgt ten opzichte
van het aantal werkenden. Als deze landen overheidsschuld gebruiken om
de kosten van vergrijzing op te vangen, zullen de 'kapitaalgedekte'
landen voor een deel van de kosten opdraaien. Als de overheidsschuld
erg hoog is, kan dat namelijk tot inflatie leiden, met directe
gevolgen voor de rest van de gemeenschappelijke kapitaalmarkt. Volgens
Adema is het daarom zaak dat alle landen in de EMU zich houden aan het
Stabiliteits- en Groei Pact. Ook dient de Europese Centrale Bank
onafhankelijk, geloofwaardig en transparant te zijn.
Niet zomaar hervormen
Om de houdbaarheid van publieke omslagstelsels te verbeteren, wordt
vaak voorgesteld om deze pensioensystemen te hervormen en naar een
meer kapitaalgedekt stelsel over te stappen. Adema toont in haar
proefschrift echter aan dat dit negatieve gevolgen kan hebben voor
kapitaalgedekte landen binnen de gemeenschappelijke kapitaalmarkt.
Daarom pleit de econome voor enige coördinatie of zelfs centralisatie
van de besluitvorming over pensioenhervormingen.
Yvonne Adema (1979, Meppel) studeerde economie aan de Universiteit van
Groningen (cum laude) en voerde haar promotieonderzoek uit bij de
CentER Graduate School van de Faculteit Economie en
Bedrijfswetenschappen in Tilburg. Ze is gespecialiseerd in public
economics, internationale en monetaire economie. Sinds oktober 2007 is
ze als postdoc onderzoeker verbonden aan het Departement Economie van
de Universiteit van Tilburg en Netspar, het Network for Studies on
Pensions, Aging and Retirement. Daarnaast is ze verbonden aan het
Centraal Planbureau (CPB).
Universiteit van Tilburg