Antwoorden op kamervragen van Wiegman-Van Meppelen Scheppink over krapte in de kraamzorgcapaciteit
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2848870
21 mei 2008
Antwoorden van minister Klink Kamervragen van het Kamerlid Wiegman-Van
Meppelen Scheppink (ChristenUnie) over krapte in de
kraamzorgcapaciteit (2070818740).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat in sommige delen van het land
sprake is van (dreigende) krapte in de kraamzorgcapaciteit, waardoor
het soms niet mogelijk is om het standaard aantal uren kraamzorg te
leveren, laat staan de extra uren kraamzorg waarvoor veel vrouwen
extra bijverzekerd zijn?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom is het aantal uren niet altijd terug te vinden in de
verzekeringspolissen van de zorgverzekeraar?
Antwoord 2
In de verzekeringspolissen wordt in nagenoeg alle gevallen verwezen
naar het recht op aanspraak overeenkomstig het Landelijk
Indicatieprotocol (LIP). Het LIP is een door de veldpartijen
ontwikkeld protocol, dat wordt gehanteerd, om de zorgbehoefte in uren
vast te stellen. Daarmee kan het LIP in feite worden opgevat als een
uitwerking van de aanspraak krachtens de Zorgverzekeringswet.
Afhankelijk van de benodigde zorg kan het aantal geïndiceerde uren op
basis van het LIP variëren binnen een bandbreedte van 24 tot 84 uren.
Omdat de daadwerkelijke zorgbehoefte per kraamvrouw kan verschillen,
zijn er geen uren in de polissen opgenomen.
Vraag 3
In hoeverre zijn zorgverzekeraars verantwoordelijk voor restitutie of
compensatie als bijverzekerde uren niet kunnen worden geleverd?
Antwoord 3
Of, en zo ja, de manier waarop de burger zich aanvullend op het
basispakket laat bijverzekeren is uiteraard een persoonlijke afweging.
Indien zorgverzekeraars hun polisverplichtingen niet nakomen, is het
algemene overeenkomstenrecht van toepassing. De rechter zal daaraan
toetsen en kan zonodig specifieke maatregelen afdwingen.
Vraag 4
Wat wordt er op dit moment door u, de kraamzorgorganisaties en de
zorgverzekeraars ondernomen om de krapte weg te nemen en om goed
voorbereid te zijn op de kleine geboortepiek die in de zomerperiode
wordt verwacht?
Antwoord 4
Bij het coalitieakkoord is tussen de regeringspartijen afgesproken om
de aanspraak op kraamzorg te verruimen.
Dat heeft ertoe geleid dat het LIP met gemiddeld vijf uren kraamzorg
per verzorging is verhoogd. Met de extra ter beschikking gekomen uren
wordt volgens zorgverzekeraars en zorgverzekeraars het beroep van
kraamverzorgende aantrekkelijker voor mensen die graag voltijds willen
werken. Dat laatste geldt vooral voor veel pas afgestudeerde, jonge
mensen.
Daarvan verwachten zorgverzekeraars en thuiszorgorganisaties op
termijn een aanmerkelijke aanwas van de kraamzorgcapaciteit. Voorts
melden zij bezig te zijn met een forse inhaalslag om meer te
investeren in opleiding en scholing. Zorgverzekeraars en
kraamzorgorganisaties hebben mij gemeld dat als gevolg van deze
inspanningen de capaciteit op den duur weer op orde zal zijn.
Zorgverzekeraars en kraamzorgorganisaties hebben verklaard dat zij
nochtans alles in het werk zullen stellen om aan de zorgplicht
krachtens de Zorgverzekeringswet te voldoen, ook tijdens de aanstaande
zomerperiode.
Vraag 5
Wat is de betekenis van de werking van het indicatieprotocol in
situaties van onvoldoende kraamzorgcapaciteit?
Antwoord 5
Het Landelijk Indicatieprotol (LIP) is een instrument om per
kraamsituatie de benodigde hoeveelheid zorg vast te stellen. Het heeft
geen functie bij het ondervangen van capaciteitsproblemen. Zie ook
mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Kunt u garanderen dat alle kraamvrouwen het aantal uren kraamzorg
krijgen waar zij recht op hebben?
Antwoord 6
Zorgverzekeraars hebben de plicht om voldoende capaciteit in te kopen
om aan de zorgvraag binnen het basispakket te voldoen. Ik ga er daarom
vanuit dat het huidige capaciteitstekort van tijdelijke aard is en de
zomerpiek met een flexibele inzet van kraamverzorgende kan worden
opgevangen. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.