Ministerie van Economische Zaken - Kamervragen NRE
Aan
De Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
22 mei 2008 2070818770 ET/EM / 8057141
Onderwerp
Kamervragen NRE
Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax
Bezuidenhoutseweg 30 7812
Behandeld door
Voskuil
Hoofdkantoor
Bezuidenhoutseweg 30
Postbus 20101
2500 EC 's-Gravenhage
Telefoon (070) 379 89 11
Telefax (070) 347 40 81
Email ezpost@minez.nl
Website www.minez.nl Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden
Bijgaand treft u de antwoorden op de kamervragen zoals die onlangs zijn gesteld door het
lid Hessels (CDA). Deze vragen zijn ingezonden op 24 april jl. onder nummer
2070818770.
1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving over dreigende financiële problemen bij
NRE?
Antwoord
Ja.
2
Waar komen de huidige problemen primair vandaan?
Antwoord
De huidige problemen zijn ontstaan door een combinatie van factoren. NRE heeft mijn
Ministerie geïnformeerd dat NRE in 2005 eigen vermogen heeft uitgekeerd ter grootte
van ¤ 275 mln aan de aandeelhouders. Daarnaast is een kredietfaciliteit verkregen van
ruim ¤ 400 mln, waarbinnen ruim ¤ 360 mln schuld is aangegaan. NRE is deze faciliteit
aangegaan onder de verwachting dat de transporttarieven gelijk zouden blijven of licht
zouden dalen. NRE heeft deze transactie destijds mede gebaseerd op haar verwachting dat
in de toekomst een minderheidsprivatisering van de netten en netbeheerders wettelijk
mogelijk zou worden gemaakt. Dat is echter niet gebeurd. In de wet is de mogelijkheid op
een (minderheids)privatisering van de netten en netbeheerders uitgesloten.
2
De NMa heeft onlangs de zogenaamde x-factoren, ofwel de korting ter bevordering van
een doelmatige bedrijfsvoering op de transporttarieven, opnieuw vastgesteld. De x-factor
wordt gebruikt om bedrijven te stimuleren om zo efficiënt mogelijk te opereren. Deze xfactoren
zijn blijkbaar hoger dan waarop NRE destijds heeft geanticipeerd. Dit betekent
dat de inkomsten van NRE in de periode 2008-2010 waarschijnlijk lager zullen zijn dan
NRE vooraf had ingeschat.
Overigens heeft de NMa door een onafhankelijk onderzoeksbureau laten toetsen of de
netbeheerders voldoende financiële middelen hebben om op een normale wijze het net te
beheren. Dit is het geval. Het onderzoeksbureau concludeert ook dat geen enkele
netbeheerder failliet hoeft te gaan.
3
Is het - binnen de kaders van de Wet Onafhankelijk Netbeheer - mogelijk om
vergelijkbare financiële constructies toe te passen bij andere netbeheerders?
4
Zo ja, bent u bereid maatregelen te nemen om dit alsnog onmogelijk te maken?
Antwoord 3 en 4
Het bestuur van de netbeheerder, de Raad van Commissarissen en de aandeelhouders zijn
verantwoordelijk voor het financiële beheer. Dergelijke financiële transacties zijn in
beginsel onderdeel van de normale bedrijfsvoering. Op het moment van het sluiten van de
transacties was er geen solide regelgevend kader.
Sinds de inwerkingtreding van de Wet onafhankelijk netbeheer (Won) in 2007 kunnen
wel nadere eisen worden gesteld aan het financiële beheer. In de Elektriciteitswet 1998
(artikel 18a) en in de Gaswet (artikel 10e) is inmiddels als gevolg van de Wet
onafhankelijk netbeheer de mogelijkheid opgenomen om bij Algemene Maatregel van
Bestuur nadere eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van het netbeheer.
Deze AMvB is thans in voorbereiding en zal binnenkort voor advies aan de Raad van
State worden verzonden. De netbeheerder krijgt de keuze om te voldoen aan een bepaalde
credit rating of bij AMvB vast te stellen financiële ratio's. Indien de netbeheerder hieraan
niet voldoet, kan NMa de netbeheerder rechtstreeks aanspreken op het niet naleven van
de verplichtingen en daar sancties aan verbinden. Daarmee ontstaat een uitgebreid en
krachtig wettelijk instrumentarium om het financiële beheer van de netbeheerder te
borgen.
Overigens wijs ik erop dat op 1 juli 2008 de bepalingen rondom de 'vette netbeheerder' in
werking treden. Daarmee ontstaat een transparante netbeheerder die zelfstandig beschikt
3
over de economische eigendom van het net als financieringsbron voor investeringen. De
Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet bieden daarnaast ook uitgebreide
interventiemogelijkheden indien een netbeheerder niet aan zijn wettelijke taken kan
voldoen. Zo heb ik de mogelijkheid om de netbeheerder op te dragen noodzakelijke
voorzieningen te treffen. Ook kan ik - indien noodzakelijk - een stille curator benoemen.
De netbeheerder moet de opdrachten van de stille curator uitvoeren. Aan de opdrachten
kan ik voorschriften en beperkingen stellen. In het uiterste geval kan ik de aanwijzing van
de betreffende netbeheerder vervallen verklaren en een andere netbeheerder aanwijzen.
5
Heeft de uitbetaling van het superdividend van ¤ 275 miljoen aan de aandeelhouders
binnen de kaders van de wet plaatsgevonden?
Antwoord
De Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet bepalen niet hoeveel dividend een energiebedrijf
uitkeert, maar zien slechts toe op de randvoorwaarden zoals omschreven bij vraag 3. Het
is de bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering om de hoogte van het dividend vast
te stellen.
6
Is het mogelijk - een deel van - het uitgekeerde superdividend terug te vorderen om een
goede en verantwoorde bedrijfswerking te garanderen?
Antwoord
Nee, het vaststellen van de hoogte van het dividend is een aangelegenheid van de
aandeelhouders. Ik kan me echter voorstellen in het licht van het uitgekeerde dividend in
2005, dat ook de publieke aandeelhouders nu hun verantwoordelijkheid nemen om het
netbeheer financieel gezond te houden.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Ministerie van Economische Zaken