Goed onderzoek, weinig kosten
22 mei 2008
Onderzoek naar de beste opzet van een studie met geneste datastructuur
Dr. ir. Mirjam Moerbeek heeft met een Veni-subsidie onderzocht hoe een
studie met geneste data het beste opgezet kan worden en niet teveel
kosten met zich meebrengt. Als voorbeeld kan gedacht worden aan een
interventiestudie die als doel heeft ongezond leefgedrag onder
jongeren terug te dringen. De vraag is dan hoeveel scholen er in het
onderzoek mee moeten doen en hoeveel leerlingen per school mee moeten
doen.
In de ontwerpfase van een interventiestudie moet eerst bepaald worden
hoe de personen aan de verschillende experimentele groepen worden
toegewezen. In het voorbeeld zijn er twee groepen, namelijk de
interventiegroep en de controlegroep. Er kan voor gekozen worden om
complete scholen aan de groepen toe te wijzen, zodat elke leerling in
dezelfde school dezelfde omstandigheden ontvangt. Een andere
mogelijkheid is om per school de leerlingen toe te wijzen aan
verschillende groepen, zodat elke groep op elke school aanwezig is.
In de volgende fase dient de steekproefgrootte bepaald te worden. Dit
moet zo opgesteld worden dat een verschil tussen de groepen met een
zo'n groot mogelijke kans aangetoond kan worden. In het voorbeeld is
de vraag of er veel scholen moeten worden opgenomen en per school een
kleine steekproef te nemen, of weinig scholen nemen met een grote
steekproef. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat een
proefopzet met veel kleine scholen te prefereren is, als de kosten op
het schoolniveau relatief laag zijn en ook als de mate van onderlinge
beïnvloeding tussen leerlingen binnen dezelfde school hoog is.
Dit onderzoek is uitgevoerd omdat er een aantal jaren geleden weinig
bekend was over het aantal personen in een onderzoek met geneste data.
Een te klein aantal personen betekent meestal dat het effect van een
interventie niet aan te tonen is op basis van statistische
data-analyses. Een te groot aantal personen brengt onnodig hoge kosten
met zich mee. De resultaten van het onderzoek dragen er toe bij om
onderzoek met geneste data beter op te zetten. Dit betekent dat een
onderzoek goede resultaten kan leveren en niet te veel geld kost.
Geneste populaties
In sociaal wetenschappelijk onderzoek worden vaak experimenten
uitgevoerd in geneste populaties. Een geneste populatie betekent dat
personen binnen groepen genest zijn. Ook kan het betekenen dat binnen
personen herhaalde metingen worden gedaan. Het voorbeeld, een
interventie om ongezond gedrag bij jongeren te voorkomen, of terug te
dringen, wordt vaak uitgevoerd op scholen. Hier is dan sprake van
geneste data structuur; de leerlingen zijn genest binnen scholen. De
uitkomsten bij geneste data zijn afhankelijk van de interactie tussen
personen binnen dezelfde groep. In het voorbeeld zijn de uitkomsten,
zoals rook- en drinkgedrag van leerlingen in dezelfde school
afhankelijk van onderlinge beïnvloeding en communicatie, de
schoolregels en het gedrag van docenten.
..............................
Meer informatie:
* dr. ir. Mirjam Moerbeek
* 030-2534438 m.moerbeek@uu.nl
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek