Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
22 mei 2008 BVE/Stelsel/1620
Onderwerp Bijlage
Overzicht van stichtingen op OCW-terrein Overzicht stichtingen op OCW-terrein 1991-2001
In het algemeen overleg op 1 november 2007 over KCE is door de heer Depla gevraagd naar het soort
en het aantal stichtingen met een (onderwijs-)overheidstaak (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008,
27 451 en 31 200 VIII, nr. 80). Hierbij ontvangt u de gevraagde informatie.
Gelet op het gegeven dat in het algemeen overleg onder meer werd gesproken over de positie van KCE
zal ik uw vraag in die context beantwoorden. Om die reden laat ik de zelfstandige bestuursorganen en
de rechtspersonen met een wettelijke taak buiten beschouwing.
1. Stichtingen die OCW (mede) heeft opgericht of heeft doen oprichten
OCW heeft stichtingen (mede) opgericht of doen oprichten. Bij brief van 22 juni 2005 (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2004-05, 25 268, nr. 21) is aan de Tweede Kamer een overzicht gezonden van de
stichtingen die OCW en andere ministeries tussen 1991 en 2001 (mede) hebben opgericht dan wel
hebben doen oprichten. Nadien is op het terrein van OCW ook de Stichting Kosmopolis opgericht
(Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 28 989, nr. 36), die derhalve aan dit overzicht dient te
worden toegevoegd. Het overzicht voor OCW is als bijlage toegevoegd.
Het gaat hierbij met name om stichtingen die subsidie ontvangen voor het uitvoeren van een bepaalde
specifieke taak. De mogelijkheden om in te grijpen liggen in de subsidierelatie. De Algemene wet
bestuursrecht biedt diverse mogelijkheden om zowel voor als na de verlening de subsidie op te
schorten, te wijzigen of in te trekken.
2. Stichtingen die in een (onderwijs)wet worden genoemd
In een enkel geval wordt een gesubsidieerde stichting concreet in een wet genoemd. In het
overgangsrecht van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet SLOA)
zijn genoemd:
- landelijke pedagogische centra (Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, Christelijk Pedagogisch
Studiecentrum en Stichting KPC-Groep, voorheen Katholiek Pedagogisch Centrum),
- CINOP (Stichting Centrum Innovatie voor Opleidingen, zie ook hieronder),
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
- Stichting voor Leerplanontwikkeling (SLO), en
- Stichting Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO).
Het gaat hier om stichtingen die subsidie ontvangen voor het uitvoeren van algemene begeleidings- en
ontwikkelingsactiviteiten, de ontwikkeling van toetsen, examens en peilingen, de ontwikkeling van
kerndoelen, leerplannen, examenprogramma's en in voorkomend geval leermiddelen, of het doen
verrichten van kortlopend onderzoek ten dienste van het onderwijs. De mogelijkheden om in te grijpen
liggen in de subsidierelatie. Zowel de Wet SLOA als de Algemene wet bestuursrecht bieden diverse
mogelijkheden om zowel voor als na de verlening de subsidie op te schorten, te wijzigen of in te
trekken.
3. Aangewezen of erkende stichtingen
Dan zijn er stichtingen die zijn aangewezen of erkend om een wettelijke of op internationaal recht
gebaseerde taak uit te voeren. Deze stichtingen worden in beginsel gesubsidieerd voor de uitvoering
van hun taak, waarbij de mogelijkheden om in te grijpen liggen in de subsidierelatie. De Algemene wet
bestuursrecht biedt diverse mogelijkheden om zowel voor als na de verlening de subsidie op te
schorten, te wijzigen of in te trekken.
Bovendien is het bij deze stichtingen mogelijk om de aanwijzing of de erkenning in te trekken.
- Stichting Europees Platform verstrekt in mandaat namens de minister van OCW subsidies o.g.v. de
Subsidieregeling nationale programma's voor internationalisering in primair en voortgezet
onderwijs.
- CINOP (Stichting Centrum Innovatie voor Opleidingen) verstrekt in mandaat subsidies o.g.v. de
Regeling Leonardo da Vinci II (implementatie van EU-programma).
- NUFFIC (Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs)
verstrekt in mandaat subsidies o.g.v. de Regelingen stimulering internationale mobiliteit volledige
hoger onderwijsopleidingen (de visieregelingen). De NUFFIC heeft ook een adviserende rol bij
diploma-erkenning van bijvoorbeeld buitenlandse (beroeps)opleidingen door de IB-Groep,
ministeries of andere aangewezen bevoegde autoriteiten. Daarvoor is de Nuffic aangewezen als
zodanig o.g.v. een verdrag inzake ENIC en een EU-notitie inzake NARIC.
- Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (Stichting NOB) is aangewezen voor het
uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot het Nederlands(talig) primair en voortgezet
onderwijs in het buitenland. De Stichting NOB ontvangt subsidie voor een aantal eigen taken en
voor het in mandaat namens de minister uitvoeren van een aantal taken.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart