Senternovem
22-05-2008 | ICTDelta wijst het ICT-peloton de weg
Op 8 mei 2008 organiseerde nationaal regieorgaan voor ICT-onderzoek en
-innovatie ICTRegie het innovatiecongres ICTDelta. Op de beursvloer
toonden 53 instituten en bedrijven de nieuwste ontwikkelingen op het
gebied van ICT-onderzoek en vonden er diverse workshops plaats. Na de
lunch startte het plenaire programma onder dagvoorzitter Emile Aarts,
vice-president en wetenschappelijk directeur van Philips Research
Laboratories. De sprekers en de leden van het discussiepanel schetsten
een beeld van de ICT-sector in Nederland, technische en
organisatorische ICT-problemen en mogelijke oplossingen. Aarts sloot
de middag af met de treffende conclusie: "De Nederlandse ICT-sector is
als een wielerpeloton. Af en toe gaat iemand die net even iets harder
kan op kop rijden en op die manier zorgen de individuele spelers er
voor dat de gehele sector vaart krijgt."
ICTDelta congres Paul Schnabel is directeur van het Sociaal en
Cultureel Planbureau (SCP). Tijdens zijn voordracht op ICTDelta haalde
hij de eerste televisie-uitzending aan: "Dat was een scène van iemand
die met een ander, voor de kijker onzichtbaar, persoon aan het bellen
was. Eigenlijk was het gewoon een radio-uitzending. De technologie
moest zich nog ontwikkelen, mensen moesten zich nog realiseren wat
televisie allemaal mogelijk maakte. We realiseren ons vaak niet wat
een nieuwe technologie allemaal kan en op welke manier het de
samenleving kan veranderen. In de beginperiode van de mobiele telefoon
was het een apparaat voor rijke zakenmensen. Achteraf lijkt het
misschien logisch dat de GSM zich ontwikkelde tot de
consumentenelektronica die het nu is, maar destijds was dat helemaal
niet zo vanzelfsprekend." Schnabel is ook columnist bij het NRC
handelsblad. Hij vertelde dat hij vroeger zijn teksten telefonisch
citeerde aan een stenograaf, "die vaak een tikje dronken was." Op de
redactie stond één computer. Wie zag destijds aankomen hoe snel en
radicaal dat zou veranderen? "De mensen die als eerste doorhadden wat
er met ICT ging gebeuren, behoren nu tot de rijkste personen ter
wereld." En de veranderingen zullen voorlopig doorgaan, zegt Schnabel:
"Mensen worden steeds meer het centrum van hun eigen, individuele
netwerk. De samenleving zal daardoor blijvend veranderen. Kortom: we
staan nog maar aan het begin van de veranderingen."
Lappendeken
Hoogleraar aan de Technische Universiteit van Darmstadt prof. dr. ing.
Ralf Steinmetz pleitte er tijdens zijn speech voor om het internet
opnieuw te ontwerpen. "Stel je voor dat je de motor van een auto uit
elkaar moet halen om er nieuwe benzine in te doen. Internet bevindt
zich momenteel in deze situatie: om programma's te downloaden en te
installeren, heb je meestal een zekere mate van expertise nodig."
Internet is een lappen-deken van verschillende technologieën. Het
wordt steeds moeilijker om die goed te laten samenwerken, zei
Steinmetz: "De ontwerpers van internet wilden een manier bedenken om
bestaande computernetwerken aan elkaar te koppelen. Dat moest op een
eenvoudige, robuuste en kosteneffectieve manier. Inmiddels heeft het
internet veel toevoegingen. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag niet
in zaken als Quality of Service (QoS) en veiligheid. Het huidige
internet is een lappendeken van technologieën en protocollen. Daardoor
wordt het steeds moeilijker om nieuwe functies te integreren in de
bestaande netwerk-structuur." De Duitse regering lanceerde onlangs IKT
2020, een ambitieus ICT-onderzoeksprogramma. Steinmetz: "We gaan onder
andere onderzoeken hoe we de problemen waar internet mee kampt kunnen
oplossen."
ICT Scan 2008
Patrice Boekholt is directeur van adviesbureau Technopolis Groep, die
in opdracht van ICTRegie de ICT Scan 2008 uitvoerde. Dit
tweejaarlijkse onderzoek inventariseert de stand van zaken in de
Nederlandse ICT-sector. Voor het eerst maakte de scan ook een
schatting van de omvang van ICT-onderzoek door private partijen. "We
lopen internationaal gezien beslist niet voorop als het om
ICT-onderzoek gaat," was Boekholts eerste boodschap. De omvang van
ICT-onderzoek aan universiteiten en onderzoeksinstituten was in 2007
ongeveer 3.000 fte en EUR 168 miljoen. Dit was inclusief aanpalend
onderzoek, zoals bijvoorbeeld informatiekunde, gedragswetenschappen en
medische universitaire centra. Boekholt: "Universiteiten financieren
steeds meer onderzoek uit tijdelijke tweede en derde geldstromen." De
omvang van privaat ICT-onderzoek was in 2007 EUR 1,8 miljard, ruim
tien keer zo veel. Op het gebied van software-ontwikkeling en -export
scoort Nederland wel goed, merkte Boekholt op.
ICT speelt een steeds grotere rol in de samenleving en
ICT-vraagstukken worden complexer. Daarom is er veel behoefte aan
ICT-onderzoek, zei Boekholt: "Er is vooral behoefte aan een koppeling
tussen technische en niet-technische kennisdomeinen. Bedrijven vinden
dat universiteiten vaak te veel aandacht besteden aan fundamenteel
onderzoek, dat te weinig aansluit bij de kennisbehoefte van het
bedrijfsleven." Dagvoorzitter Aarts overhandigde het eerste exemplaar
van de ICT Scan 2008 aan Hans de Groene, plaatsvervangend
directeur-generaal Innovatie bij het Ministerie van Economische Zaken
(EZ). Die kondigde aan dat EZ de mogelijkheden voor een
innovatieprogramma voor ICT-diensten verkent.
Handelsgeest
Op de presentatie en overhandiging van de ICT Scan volgde een
paneldiscussie. Aan tafel zaten Aad Veenman, president-directeur van
de NS, André Vits, Hoofd ICT voor Transport bij de Europese Commissie,
VVD-parlementariër Brigitte van der Burg, voorzitter van
ICT-kennisnetwerk CIO Platform Nederland Peter Hagedoorn en Joop
Sistermans, voorzitter van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en
Technologiebeleid (AWT). Nederland is zich nog onvoldoende bewust van
ICT als innovatiemiddel, zei Hagedoorn: "Printconcern Océ geeft in
zijn eentje net zoveel geld uit aan ICT-onderzoek als Nederland in
zijn geheel." Vlaming Vits zag de Nederlandse handelsgeest terug in de
ICT Scan 2008: "Nederland maakt geen kennis, het verhandelt
ICT-producten." Dat is ook niet no-dig, betoogde Sistermans: "Je kunt
je afvragen of Nederland die kennis wel zelf moet maken. We kunnen het
ook gewoon ergens anders vandaan halen. En als je vraagt wat het
belangrijkste onderzoeksgebied is in Nederland, kom je niet
automatisch uit bij ICT. TomTom is bijvoorbeeld een Nederlands
succesverhaal, maar dat bedrijf creëerde geen kennis. Het paste
bestaande kennis op een slimme manier toe."
De panelleden waren het met elkaar eens dat de beoordeling van
Nederlandse ICT-onderzoeksprojecten meer om bruikbaarheid zou kunnen
draaien dan nu het geval is. "Mensen zeggen wel eens dat Nederland
veel kennis heeft, maar geen benul," zei discussieleider Aarts.
Hagedoorn: "Als je ICT-projecten beoordeelt op hun directe
toepasbaarheid, kun je dingen in beweging zetten." Vits weet het feit
dat ICT-projecten vaak beoordeeld worden op kwaliteit in plaats van
toepasbaarheid aan het gebrek aan overzicht bij de indieners:
"Bedrijven dienen vaak deelprojecten in. De beoordelers zien het hele
plaatje niet en kunnen vaak weinig anders dan de inhoudelijke
kwaliteit beoordelen." Ook de bekostigingsstructuur van universiteiten
speelt hier een rol, zei Veenman: "Als een universiteit zich enkel op
wetenschappelijke kwaliteit richt, dan ontstaat er vanzelf een
onderzoekscultuur waarin toepasbaarheid een kleine rol speelt." Van
der Burg noemde de Eindhovense technologieregio Brainport als
voorbeeld van hoe het wel zou moeten: "De overheid faciliteert, het
bedrijfsleven acteert. Met dat soort samenwerkingsverbanden moeten we
aan de slag." Sistermans maakte een kanttekening bij de stelling:
"Universiteiten leveren niet alleen maar proefschriften af, maar ook
mensen en kennis. De vraag is of je je wel zo sterk moet richten op de
onderzoeksresultaten die ze produceren."
Sistermans was kort over Nederlandse visie op Nederlands ICT-onderzoek
in Europees verband: "Die is onvoldoende." Van den Burg merkte daarbij
op dat veel partijen wel erg makkelijk naar de overheid kijken voor
financiering: "Het is juist zo goed dat de ICT-sector niet aan het
subsidie-infuus hangt. Het is de taak van de overheid om mensen op te
leiden, bedrijven moeten zelf zorgen voor onderzoeksinvesteringen."
Volgens Vits is Nederland niet het enige Europese land met dit
probleem: "Het vertalen van Europese behoeften naar Nederlands
onderzoek is misschien wel een inspanning waard."
Startersprijs
De bezoekers aan ICTDelta hadden bij binnenkomst hun stem kunnen
uitbrengen op de genomineerden voor de ICTDelta Startersprijs. Jan
Piet Barthel reikte de prijs van vijfduizend euro uit aan de winnaar,
Buurtlink.nl. Bezoekers van deze website kunnen er nieuws, informatie
en foto's van en over hun buurt plaatsen. Algemeen directeur van
Stichting Buurtlink Bas van Beek: "Er zijn twee soorten prijzen die ik
graag win: geld-prijzen en publieksprijzen. Deze is allebei."
Na de uitreiking sloot Paul 't Hoen, waarnemend directeur van
ICTRegie, de dag af met de presentatie van de eerste versie van het
Nationaal ICT Innovatie Initiatief (NI3). ICT-Regie maakt zich sterk
voor dit vijfjarige publiek-private samenwerkingsproject ter waarde
van EUR 250 miljoen. 't Hoen noemde de sterke punten van de
Nederlandse ICT-sector: goed onderzoek, een goede ICT-infrastructuur
en een sterke exportpositie voor software. "Maar we hebben ook zwakke
punten." aldus 't Hoen. "De financiering van onderzoek is versnipperd,
de in- en uitstroom van ICT'ers is te laag en ICT-dienstverleners
hebben weinig belangstelling voor onderzoek. De overheid richt zich
vooral op het toepassen van ICT en dat gaat ten korte van onderzoek.
En er zijn bedreigingen voor de sector: de subsidieregeling BSIK ter
waarde van EUR 50 miljoen loopt af. Er is structurele
onderfinanciering voor ICT-onderzoek en onderzoekers worden steeds
afhankelijker van derde geldstromen." Hoewel de versie die 't Hoen
presenteerde niet de definitieve versie was, deed hij wel een
financiële claim: "Voor dit programma is ongeveer EUR 115 miljoen van
de overheid nodig. Maar binnen de Nederlands ICT-sector is draagvlak
voor nationale coördinatie van ICT-onderzoek. Met steun van de
overheid en commitment van het bedrijfsleven kunnen we zorgen voor
onderzoek waar Nederlandse onderzoekers goed in zijn en waar
gebruikers behoefte aan hebben."
Het innovatiecongres ICTDelta