Universiteit Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie

19 mei 2008

'Baseer regeling ouderlijk gezag op concensus ouders'

Kind niet altijd gebaat bij gezamenlijk ouderlijk gezag

In Nederland behouden ouders na een scheiding in principe automatisch het gezamenlijk ouderlijk gezag over hun kinderen. Een situatie waarbij niet altijd het belang van het kind voorop staat, vindt Christina Jeppesen de Boer. Dit geldt vooral voor kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen. De huidige regeling gaat voorbij aan hun primaire behoefte: namelijk een veilige omgeving om in op te groeien. Tot deze conclusie komt de promovenda na bestudering van onder meer de Nederlandse en Deense wetgeving. Jeppesen de Boer promoveert op 23 mei aan de Universiteit Utrecht met het proefschrift "Gezamenlijk gezag".

Sinds 1998 wordt in Nederland het gezamenlijk ouderlijk gezag na een scheiding vrijwel altijd voorgezet, ongeacht de vraag of ouders het hierover eens zijn. Dit geldt voor zowel getrouwde als voor samenwonende stellen. Daarmee blijven beide ouders beslissingsgerechtigd over zaken zoals de verblijfplaats van het kind, schoolkeuze of beslissingen over eventuele medische behandelingen. Het toekennen van eenhoofdig gezag is evenwel aan strikte criteria gebonden. Inmiddels bestaat zelfs een wetsvoorstel dat dit "voortgezet ouderschap" moet bevorderen.

Negatieve keerzijde
Alle mooie bedoelingen ten spijt hebben deze ontwikkelingen ook een negatieve keerzijde, stelt Jeppesen de Boer. Zo zullen kinderen uit gezinssituaties, waarbij ouders niet in staat zijn gezamenlijk gezag uit te oefenen, hierdoor in de knel komen. Dit geldt des te meer voor kinderen uit gezinnen met ook andere, sociale kwetsbaarheidfactoren, zoals verslavingsproblematiek en geweld. Kinderen, kortom, die juist veel behoefte hebben aan bescherming. In het algemeen zijn voor kinderen het ouderschapsvermogen van de inwonende ouder en een gebrek aan ouderlijke conflicten immers belangrijker dan een gezamenlijke gezagsuitoefening, zo blijkt uit sociaalwetenschappelijk onderzoek.

Concensus
Het is niet voor niets dat er veel kritiek bestaat op de huidige situatie en de strikte criteria voor het toekennen van eenhoofdig gezag. Zo gaan er inmiddels stemmen op voor een meer individuele beoordeling van de risico's voor het individuele kind. Kritiek die echter geen rekening houdt met de werking van het recht, dat zich vooral verlaat op concrete bewezen feiten. Een betere, echter vooral ook juridisch haalbare manier is volgens Jeppesen de Boer dan ook om het gezamenlijk gezag na (echt)scheiding te baseren op een consensus tussen de ouders. Daarmee voorkom je een hoop ellende, zoals jarenlange conflicten en procedures over de concrete gezagsuitoefening ­ over het hoofd van het kind heen. In die zin is Jeppesen de Boer dan ook voorstander van een terugkeer naar de regeling van vóór 1998, waarbij de ouders het gezamenlijke gezag bij scheiding expliciet moesten aanvragen.

Coordinating Societal Change

De Universiteit Utrecht heeft haar toponderzoek gebundeld in vijftien focusgebieden. Met deze focusgebieden wil de Universiteit Utrecht hoogwaardig onderzoek stimuleren en bijdragen aan het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken. Het hierboven beschreven onderzoek valt binnen het focusgebied 'Coordinating Societal Change'. Hierin wordt onderzoek gedaan naar de vraag hoe organisaties, families en individuen omgaan met en reageren op maatschappelijke en institutionele veranderingen. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan de globalisering van de economie, de vergrijzing, de individualisering en informatisering van de samenleving en de diversiteitsproblematiek. Meer informatie is te vinden op www.uu.nl/focusgebieden.

Promotie

Christina Jeppesen de Boer (Rechtsgeleerdheid) promoveert op vrijdag 23 mei om 12.45 uur in het Academiegebouw, Domplein 29 te Utrecht. Proefschrift: Gezamenlijk Gezag.

Meer informatie

Erzsó Alföldy, persvoorlichter Rechtsgeleerdheid, (030) 253 7497, e.alfoldy@law.uu.nl.

B.g.g. Peter van der Wilt, persvoorlichting Universiteit Utrecht, (030) 253 3705, p.m.vanderwilt@uu.nl.