toespraak.
Grenzen stellen in een grenzeloze wereld (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/speeches,2008/05/Grenzen-stellen-in-een-grenzeloze-wereld.html) 19-05-2008 | Den Bosch, Junior Kamer | Toespraak: Verhagen - Minister van Buitenlandse Zaken
Samenvatting:
Goedemiddag dames en heren,
Goed om hier te zijn, en goed dat jullie je hebben kunnen vrijmaken om hier
te zijn. Ik zie hier allemaal mensen in de spits van hun leven: qua werk en
carrière, qua gezin, qua sociale contacten, qua maatschappelijke betrokkenheid.
Jullie generatie is gewend te multitasken: jullie combineren dingen,
doen van alles tegelijk. Die vele bezigheden kosten wel allemaal tijd -- als geen
ander moeten jullie in het leven scherpe keuzes maken. Ik waardeer het dan ook
ontzettend dat jullie vanmiddag hier zijn.
We gaan zodadelijk van start met een nieuw programma, een belangrijk
programma. Het is een programma dat de wereld naar Nederland brengt, en ook iets
van Nederland terug geeft aan de wereld. Het is een programma dat jullie, jonge
ondernemers uit Den Bosch en omstreken, en álle Nederlanders, een kijkje zal
geven in de keuken van het Nederlands buitenlands beleid. De Junior Kamer heeft
vanmiddag de primeur van iets waarvan ik hoop dat het een groot succes gaat
worden!
Maar eerst wil ik iets met jullie delen. Ik wil jullie laten zien, wààrom het
buitenland zo belangrijk is voor Nederland, en op welke manier deze regering
zich inzet om de Nederlandse belangen over de grenzen te behartigen. Op een
actieve, positieve manier. Soms met kleine stapjes, maar altijd met hetzelfde
doel voor ogen: een welvarend en stabiel Nederland in een welvarende en stabiele
wereld. Of het nu gaat om mensenrechten, Europa, ontwikkelingssamenwerking of
veiligheid: dát doel staat voorop.
Dames en heren,
Globalisering biedt ons land veel kansen, dat hoef ik jullie als jonge
ondernemers niet te vertellen. Nederland verdient zijn geld voor een groot deel
in het buitenland - om precies te zijn: éénderde van ons inkomen. Kijkt u naar
links, kijkt u naar rechts, en dan weet u dat één van jullie drieën zijn
hypotheek, zijn auto, en zijn skivakantie betaalt met geld dat in het buitenland
is verdiend. Dat is nogal wat. Een goed functionerende interne Europese markt,
een sterke wereldhandelsorganisatie, stabiliteit in de wereld - daaarmee beleggen
wij onze boterham. Om die welvaart op peil te houden, moeten we ervoor zorgen
dat we de kansen van globalisering met beide handen blijven aangrijpen, ook in
gebieden buiten onze traditionele Europese exportmarkt, zoals India, China,
Brazilië en andere opkomende markten.
Maar globalisering heeft ook een keerzijde. Investeringen en handel leveren
banen op, maar we zien ook dat een deel van de Westerse werkgelegenheid, zo'n
20% volgens de OESO, wegvloeit naar lage lonen landen. We hebben weliswaar meer
toegang tot informatie gekregen, maar tegelijkertijd is het veel gemakkelijker
geworden om extremistische propaganda te verspreiden, of, nog een graadje erger,
nucleaire technologieën. Medicijnen zijn gemakkelijker verkrijgbaar, maar
ziektes verspreiden zich met datzelfde gemak, denk aan de vogelgriep en SARS.
Kortom: maakt globalisering de wereld nu welvarender en veiliger, of juist niet?
Op z'n Johan Cruijff's gezegd: elk voordeel hep z'n nadeel, en dat geldt zeker
voor globalisering. Maar één ding is zeker: het is niet een proces waaraan we
ons kunnen onttrekken. Het is niet alsof je een keuze kunt maken vóór of tegen
globalisering. Het is er gewoon.
Ik begrijp heel goed dat globalisering en de migratie die ermee samen hangt,
een gevoel van vervreemding met zich mee kunnen brengen. Dat mensen zich zorgen
maken over hun baan, hun veiligheid op straat en hun identiteit. Dat ze denken:
kan ik me nog wel thuis voelen, in Nederland? Dat soort onzekerheden
zijn de keerzijde van de tijd waarin we leven. Mensen voelen zich ontheemd, los
van hun wortels. Als daar twijfels bij komen over het behoud van je baan, over
het aanzien van je buurt, de betaalbaarheid van je oudedagsvoorziening, noem
maar op, dan ontstaat er al snel een negatief klimaat. Een klimaat waarin angst
voor het onbekende zich gemakkelijk laat aanwakkeren.
En dat is precies wat sommige politici doen. Die spinnen er garen bij door
het buitenland, èn de mensen die er vandaan komen, af te schilderen als een
groot gevaar, dat alles bij ons weg komt halen wat ons lief is. Van het
buitenland hebben we niets dan slechts te verwachten: banenverlies,
milieuschade, migratiestromen, terroristische aanslagen. Fitna is daarvan wel
het uiterste voorbeeld: de film wil ons doen geloven dat de islam gelijk staat
aan de meest gruwelijke terreurdaden. De aan elkaar geplakte beelden dienen om
de angst voor het onbekende aan te wakkeren. Ik vind dat geen recht doen aan de
werkelijkheid. Ook ik ben voor het hard aanpakken van extremisme en terreur en
tegen de aantasting van onze normen en waarden - maar dat is iets aanders dan een
hele geloofsgemeenschap over één kam scheren. Daar kan niets goeds uit
voortkomen.
Mijn grootste bezwaar tegen de PVV, TON, maar ook tegen, aan de linkerzijde
van het spectrum, de SP, is dat deze partijen geen enkel houvast bieden, behalve
tegen de gevestigde orde aan te schoppen - waar ze overigens zelf oook deel van
uitmaken, al sinds jaar en dag. Ze bieden géén alternatieven, géén oplossingen,
alleen schijnzekerheden. We zien Rita Verdonk aan het roer staan, het trotste
rood-wit-blauw op de achtergrond. Een prachtig plaatje, dat de schijn moet
wekken dat iedereen bij TON in goede handen is en rustig kan gaan slapen. Maar
waar koerst haar beweging nu precies op af? Prima om op de bres te springen voor
het oer-Hollandse sinterklaasfeest - wij vieren het thuis ook vol oovergave -
maar wel een beetje een beperkte insteek. Het karakter van Nederland behouden,
wat haar beweging zegt voor te staan, gaat wel wat verder dan een handvol
pepernoten en een wortel voor het paard.
Het karakter van Nederland hangt óók sterk samen met het buitenland. We zijn
met dat buitenland verweven, we zijn ermee opgegroeid, we zijn ermee gróót
geworden. Onze ondernemingszin, onze nieuwsgierigheid, onze koopman èn onze
dominee...dat zijn evengoed dingen die Nederland typeren. Jullie, alss ondern
emers, zijn de zeevaarders en ontdekkingsreizigers van nu. Nederlanders zijn nog
nooit in hun achtertuin onder de parasol blijven zitten. We hebben altijd onze
horizon verlegd, en dat heeft ons geen windeieren gelegd. Nu de wereld steeds
kleiner is geworden bewijzen we onszelf al helemààl geen dienst door de luiken
dicht te gooien. We moeten actief de boer op om onze welvaart en veiligheid te
waarborgen. En waar vinden we die welvaart en veiligheid? Over de dijken heen!
Het buitenland bepaalt mede of Nederland kan floreren of niet.
Dát is mijn benadering. Ik zeg: in plaats van gevoelens van
onbehagen aan te wakkeren, moeten we ons best doen ze weg te nemen. Problemen
los je op door je schouders eronder te zetten, door oplossingen aan te dragen.
Gaat dat gemakkelijk? Nee. Lukt het altijd 100%? Nee. Het is heel vaak een
kwestie van kleine stappen zetten, van hard en geduldig voortploeteren. Maar een
alternatief is er niet. We werken gestaag door aan de toekomst van Nederland. En
die toekomst wordt voor een belangrijk deel in het buitenland bepaald -- juist d
ààr liggen onze kansen.
Een actieve internationale opstelling is van levensbelang voor Nederland, dat
staat voor mij als een paal boven water. We zijn als overheid internationaal
actief om Nederlanders maximaal te laten profiteren van de voordelen van
globalisering, door handel, door investeringen, door kennisoverdracht en
uitwisselingen. Wij ploegen het veld, zodat jullie kunnen zaaien, èn oogsten. En
daarbij stuiten we inderdaad op hobbels in het veld. De uitdagingen van onze
tijd - klimaatverandering, terrorisme, migratie, ziekte, armoede - houden we
niet aan onze grens tegen: die problemen vragen om een gezamenlijke aanpak. Ook
daarom zijn we als overheid internationaal actief: om samen met andere landen de
keien uit het zand te halen, zodat wat gezaaid wordt ook kan groeien.
Ik vind dat we pal moeten staan voor onze waarden en normen. In een wereld
waarin grenzen vervagen, moeten we duidelijk grenzen durven stellen. We moeten
onze verworvenheden hooghouden. Dat betekent gelijke rechten voor iedereen, man
of vrouw, donker of licht, homo of hetero. Ik ben de eerste die zal zeggen dat
traditie, cultuur en godsdienst nooit mogen worden opgevoerd als excuus om af te
wijken van universele mensenrechten. Ik spreek daar ook iedereen op aan, zonder
uitzondering. Mensenrechten zijn de spelregels voor hoe we met elkaar omgaan in
een beschaafde samenleving, in een beschaafde wereld. Ze gelden voor iedereen,
altijd en overal. Mensenrechten zijn de sleutel tot integratie binnen Nederland
en ook tussen landen: zó gaan we met elkaar om en niet anders. Ik vind
dit zo belangrijk dat ik mensenrechten een centrale plaats heb gegeven in het
Nederlands buitenlands beleid. Overigens is dat ook weer in ons eigen voordeel:
het is nu eenmaal beter zaken doen in landen waar de mensenrechten worden
gerespecteerd en de regels van de rechtsstaat worden nageleefd.
Natuurlijk zie ik dat er spanningen kunnen ontstaan door het contact met
andere culturen, gewoonten en geloven. Maar opnieuw is de vraag: hoe ga je
daarmee om, hoe overbrug je de verschillen? Ik zie niets in een negatieve
aanpak, in doelloze confrontatie, in beschuldigingen en gescheld. Liever richt
ik me op dialoog, op samenwerking. Met een positieve inslag, en op basis van
gezamenlijk afgesproken normen, zoals 60 jaar geleden neergelegd in de
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Vanuit die gedachte
organiseert Nederland over een paar weken bijvoorbeeld samen met Thailand een
grote interreligieuze bijeenkomst in Amsterdam, waar veel religieuze leiders aan
zullen deelnemen.
Dan Europa. Wat denken de PVV en de SP op te lossen door tegen het Verdrag
van Lissabon te zijn? Dit Verdrag was broodnodig om de EU met 27 lidstaten beter
te laten functioneren - dat wil zeggen effectiever, democratischer,
slagvaardiger. Het zal Europa meer smoel geven in de wereld, en daar heeft
Nederland alleen maar bij te winnen. Vijftig jaar Europese integratie heeft
Nederland ongekende welvaart en stabiliteit gebracht: ons inkomen is er door de
EU aanzienlijk op vooruit gegaan en er is nooit meer oorlog geweest tussen de
lidstaten van de Unie. Van zo'n succesvol project keren we ons toch niet af?
Trouwens, dat willen Nederlanders ook helemaal niet: 80% vindt ons
EU-lidmaatschap een goede zaak. Het is niet zo dat Brussel de dienst uitmaakt in
Nederland. Ook in de toekomst zal dat niet gebeuren. De Europese vlag wappert n
ààst de Nederlandse, niet in plaats van de Nederlandse. Het is wèl zo, dat
Nederland in de wereld meer te zeggen heeft, omdat we deel uitmaken van één
Europa. En neem de euro, waar veel Nederlanders toch maar bitter weinig in zagen
toen hij bijna tien jaar geleden werd ingevoerd. Maar dankzij de sterke euro is
het effect van de financiële crisis in de Verenigde Staten hier gering. Bij ons
geen ingestorte huizenmarkt, geen massaontslagen, geen diep wantrouwen in de
markt. Dat hebben we mede aan de euro te danken.
In ons eigen belang vervolgen we dus het Europese traject. Niet kritiekloos,
maar wel voorop, want alleen wie voorop loopt kan de richting bepalen. Zo heb ik
binnen de EU het initiatief genomen paal en perk te stellen aan kinderarbeid.
Bijvoorbeeld door te laten onderzoeken of het mogelijk is producten die als
gevolg van echte slavenarbeid tot stand komen - ik heb het dan overr de meest
gruwelijke vormen van uitbuiting van dikwijls heel jonge kinderen -" van de
Europese markt te weren. Alleen samen kunnen we een verschil maken. Ook
bedrijven hebben hier een eigen verantwoordelijkheid. En veel bedrijven nemen
die verantwoordelijkheid trouwens ook, bijvoorbeeld door goed na te gaan waar
hun producten vandaan komen. Zo werkt C&A met een eigen gedragscode -- dat
soort dingen vind ik heel goed. Over een maand organiseer ik een ronde tafel
conferentie om verder te praten over hoe we kinderarbeid het best de wereld uit
kunnen helpen - ik ben er van overtuigd dat niemand wil dat deze exxcessen
voortbestaan, maar dan moeten we er samen wel wat aan doen. Ik wil me hier in
ieder geval sterk voor maken.
Een ander voorbeeld. Ontwikkelingssamenwerking. 'Ik schat dat tweederde er af
kan', zegt Verdonk in een zucht. Maar gaat dát meer banen scheppen? Gaat dàà
rdoor de kwaliteit van leven in Nederland er op vooruit? Ik kan jullie
verzekeren dat dat niet het geval is. Zo'n naar binnen gekeerde houding gaat ons
niets opleveren. Het kost ons alleen maar! Het is ondoordacht en kortzichtig.
Ontwikkelingssamenwerking geven we niet alleen uit morele overwegingen, het is
geen feel good show van de Nederlandse regering, die zo nodig het
braafste kind in de klas wil zijn. We hebben zelf ook belang bij die hulp. Als
we niets doen aan armoede, aan voedselschaarste, aan ontbossing, aan onderwijs
en vrouwenrechten, als we Afrika laten doormodderen, als we maar accepteren dat
per dag 27.000 kinderen onder de vijf jaar sterven, dat is dus ELKE DAG een
KWART van de inwoners van Den Bosch, die dood gaan aan simpele ziekten als
malaria of diarree - als we dat allemaal maar over zijn kant laten gaan, dan
garandeer ik jullie dat die ellende ons zal opzoeken. Het is onzin om te denken
dat je het geld in je zak kunt houden, en tegelijkertijd die toestanden buiten
de deur kunt houden. We leven niet op een andere planeet! Armoede is geen
excuus, maar het is wel een belangrijke voedingsbodem voor terrorisme, en het is
ook de oorzaak dat er stromen vluchtelingen onze kant op komen - inn de hoop op
een beter leven hier. Natùùrlijk moet het geld zo effectief mogelijk worden
besteed, natùùrlijk gaan we voorzichtig om met belastinggeld. Maar we moeten de
problemen aanpakken, samen met andere landen, om erger te voorkomen. En dat kost
geld. Dat geld moeten we ervoor over hebben. Zeker handelen we uit solidariteit
met de minder bedeelden op deze aarde, maar daar zit dus ook een flinke portie
eigenbelang bij.
Een laatste voorbeeld. De missie in Uruzgan. PVV, Verdonk en de SP stemden
tegen het besluit tot verlenging van die missie. Wilders heeft wel zijn mond vol
over het tegengaan van radicalisering, en de gevaren van islamitisch
fundamentalisme. Maar áls we dan een verschil kunnen maken, áls we kunnen
bijdragen aan een operatie die onze eigen veiligheid ten goede komt, laat hij
het afweten! Dat vind ik slap. Ik weet welke offers de missie ons kost, en dan
heb ik het niet alleen over geld en materieel. Dan heb ik het vooral over de
inzet van onze militairen, ons menselijk kapitaal. We vragen heel veel van onze
mannen en vrouwen, en hun families en vrienden. Daar ben ik diep van
doordrongen. Ik was twee weken geleden nog in Afghanistan, en dan voel je dat
ook zo, aan den lijve. Maar het is niet voor niets. Ik ben er van overtuigd dat
we daar voortgang boeken, dat we bijdragen aan de goede zaak, voor de Afghanen,
die jarenlange onderdrukking en armoede hebben moeten doorstaan, in de eerste
plaats. Maar ook voor onszelf, en onze veiligheid hier. Als we het laten afweten
daar, laten we de Taliban vrij spel. Die hebben in het verleden laten zien wat
voor samenleving hen voor ogen staat: geen onderwijs voor meisjes, geen enkele
vrijheid, actieve steun aan terroristen van het ergste soort. Zo'n wereld staat
haaks op alles waar wij in geloven. Wij moeten doen wat we kunnen om dat tegen
te gaan. De motivatie en de inzet van onze militairen daar sterkt mij alleen
maar in dat besef. Ook zij zien heel duidelijk de noodzaak èn het nut in van hun
werk.
We doen trouwens ook in Nederland heel veel aan jullie veiligheid. Nederland
wil echt een voortrekkersrol vervullen. Daarom bereiden we ook de oprichting van
een anti-terrorisme instituut voor. De afgelopen jaren is al grote vooruitgang
geboekt op het gebied van informatie-uitwisseling. Dat heeft ons in staat
gesteld een aantal terroristische netwerken op te rollen. De Nederlandse
inlichtingendiensten speelden een rol bij arrestaties die vorig jaar in
Oostenrijk en Duitsland werden verricht. Dan zie je, dat grensoverschrijdende
samenwerking loont! Ik ben dan ook een groot voorstander van dat soort
samenwerking. En we gaan nog een stap verder. We denken vooruit, bijvoorbeeld
over de vraag of het internationaal strafrecht wel is toegerust om de
uitdagingen van onze tijd het hoofd te bieden. Hoe kunnen we terroristen
berechten? We willen geen Guantanamo Bay-achtige toestanden, dat kamp zou zo
snel mogelijk gesloten moeten worden, maar tegelijkertijd kan het niet zo zijn
dat terroristen vrijuit gaan. Het liefst zou ik Osama bin Laden en de zijnen
voor het tribunaal in Den Haag zien verschijnen - er moet een manieer gevonden
worden om deze mensen internationaal strafrechtelijk te vervolgen.
Dames en heren,
Ik heb u willen laten zien op welke manier het buitenland in ons leven
ingrijpt, en hoe wij internationale ontwikkelingen in ons voordeel proberen om
te buigen. Dat doen we door grenzen te stellen in een grenzeloze wereld. En dan
heb ik het niet over fysieke grenzen, die behoren echt tot het verleden. Ik heb
het dan over de handhaving van morele grenzen, de mensenrechten, die bepalen hoe
we met elkaar om dienen te gaan. En ik heb het over het opwerpen van barrières,
daar waar onze veiligheid in het geding is. Op die manier zet ik me in voor een
welvarend en stabiel Nederland, in een welvarende en stabiele wereld.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken is 24 uur per dag in alle uithoeken van
de wereld in touw, juist met dat doel voor ogen. 158 ambassades, consulaten en
vertegenwoordigingen in het buitenland zetten zich in voor de Nederlandse zaak.
Met het programma Rent an Ambassador, dat hier vanavond van start
gaat, willen we laten zien hoe dat werkt. We willen onze ambassadeurs in contact
brengen met een grote, gevarieerde groep Nederlanders, om hen te laten zien wat
we doen in het buitenland, en vooral ook waarom we dat doen. Tegelijkertijd
kunnen die ambassadeurs de ideeën van Nederlanders, en ook hun zorgen, leren
kennen, en daar hun voordeel mee doen. Ik hoop dat veel mensen gebruik zullen
maken van Rent an Ambassador. Als ambassadeurs hun beklag gaan doen,
omdat ze geen vrije minuut meer te besteden hebben tijdens hun verblijf in
Nederland, zal ik dat opvatten als een teken van succes.
Vanmiddag wil ik u voorstellen aan de eerste ambassadeur die in de
spotlights verschijnt. Hij was consul-generaal in New York tijdens
9/11. Hij was ambassadeur in Tel Aviv toen Israël zich terugtrok uit Gaza. Nu
voert hij ons team in India aan. Jullie mogen hem het hemd van de lijf vragen,
met hem in discussie gaan, hem jullie suggesties en ideeën meegeven?
Dames en heren, hier is...Bob Hiensch!
Bob, ik geef je dit estafettestokje. Jij bent vandaag de eerste renner, en je
mag het stokje doorgeven aan je vele collega's die nog zullen volgen. Dit stokje
zal van hand naar hand gaan, van zaal naar zaal, maar jij bijt vanavond de spits
af...veel succes!
Ministerie van Buitenlandse Zaken