Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over geheimhouding van
adresgegevens
19 mei 2008
Antwoorden op kamervragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van
Economische Zaken over geheimhouding van adresgegevens. (Ingezonden 28
april 2008)
1. Vraag
Is het mogelijk adresgegevens van mensen in de GBA of de registratie
van de Kamer van Koophandel af te schermen in het kader van de
persoonlijke veiligheid, bijvoorbeeld in het geval van huiselijk
geweld? Zo ja, hoe is dit geregeld? Zo neen, waarom niet?
1. Antwoord
Ja. Een burger kan verzoeken geen gegevens - waaronder adresgegevens
- te verstrekken (geheimhouding). Indien geheimhouding van gegevens
is gevraagd wordt daarvan een indicatie in de GBA geplaatst. Die
indicatie is in beginsel uitsluitend voor de verstrekking uit de GBA
bedoeld en werkt alleen voor het eventueel tegenhouden van
verstrekkingen aan derden. Afnemers met een publiekrechtelijke taak
krijgen de gegevens wel omdat zij in de uitvoering van hun
publiekrechtelijke taken de gegevens uit de GBA nodig hebben. Die
gegevensverstrekking is immers het primaire doel van de GBA. Enkele
jaren geleden is besloten om deze geheimhoudingsindicatie wel, als een
signaal, aan deze groep afnemers van de GBA mee te zenden, zodat deze
er nog eens extra op worden gewezen dat zij zorgvuldig met deze
gegevens moeten omgaan in hun eigen administratie. Op welke wijze
wordt omgegaan met dit signaal is ter beoordeling van de betreffende
afnemer zelf. Op de afnemers rust in beginsel de plicht om conform de
Wet bescherming persoonsgegevens zorgvuldig om te gaan met de gegevens
van de personen in hun registraties genoemd. Sectorregelgeving kan
hierover ook het een en ander specifiek bepalen. Overigens wijs ik u
erop dat in beantwoording van eerdere Kamervragen van de leden Arib,
De Pater-van der Meer en Sterk in september 2006 (nrs. 230 en 233)
specifiek is uiteengezet wat de mogelijkheden zijn voor personen die
in verband met huiselijk geweld en dergelijke verblijven in een
opvanghuis. Die personen kunnen in de regel ervoor kiezen met een
zogenaamd briefadres te worden ingeschreven in de GBA. Dit briefadres
is een ander adres dan het woonadres (het adres van de opvang).
Onder de vigerende Handelsregisterwet 1996 is afscherming van het
woonadres voor bestuurders/commissarissen van NV's en BV's mogelijk.
De Handelsregisterwet 2007, welke waarschijnlijk per 1 juli a.s. in
werking treedt, verruimt dat aanzienlijk: onder die nieuwe wet zal de
afscherming zonder voorafgaand verzoek gelden voor vrijwel alle
bestuurders van rechtspersonen. Slechts de daartoe in het kader van
deze wet genoemde instanties en functionarissen zijn geautoriseerd om
dit gegeven in te zien. Naast eerdergenoemde mogelijkheid voor
bestuurders kan in een bepaald geval ook een ander natuurlijk persoon
om afscherming van het woonadres vragen.
2. Vraag
Welke organisaties hebben recht op inzage in het GBA? Met welk doel?
2. Antwoord
De basisadministratie heeft tot doel alle bestuursorganen te voorzien
van die gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak.
Deze taak moet duidelijk blijken uit regelgeving. Naast deze
verstrekking aan de (semi-)overheid kan verstrekt worden aan
instanties die bij of krachtens de Wet GBA zijn genoemd. Het gaat
daarbij bijvoorbeeld om verstrekking in verband met de uitvoering van
een algemeen verbindend voorschrift zoals aan zorgverzekeraars en
pensioenverzekeraars in verband met de uitvoering van de
Zorgverzekeringswet of de Pensioenwet.
3. Vraag
Is het bovenstaande organisaties toegestaan deze adresgegevens te
delen met derden?
3. Antwoord
Alle instanties die gegevens verwerken - al dan niet verkregen uit de
GBA - moeten zorgvuldig met die gegevens omgaan onder de werking van
de Wet bescherming persoonsgegevens. Gegevens kunnen verstrekt worden
aan derden onder de strikte voorwaarden die daarvoor zijn opgenomen in
de Wet bescherming persoonsgegevens en/of specifieke
sectorregelgeving. Naast de voorwaarde dat een rechtmatige grondslag
voor de verstrekking van de gegevens bestaat, bijvoorbeeld als de
betrokkene ondubbelzinnige toestemming heeft verleend of omdat het
nodig is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak moet
ook worden afgewogen of de verstrekking van gegevens verenigbaar is
met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld en vervolgens worden
verwerkt. Factoren die bij die afweging een rol dienen te spelen, zijn
onder meer de gevolgen van de beoogde verwerking (verstrekking) voor
de betrokkenen, en de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien
in passende waarborgen.
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties