Antwoorden op kamervragen van Polderman en Poppe over risico's van bestrijdingsmiddelen bij vrouwen en kinderen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2844230
19 mei 2008
Antwoorden van minister Klink op vragen van de Kamerleden Polderman en
Poppe (beiden SP) over risico's van bestrijdingsmiddelen bij vrouwen
en kinderen (2070817010).
Vraag 1
Bent u bekend met de steekproef van maatschappelijke organisaties,
waaruit blijkt dat jonge kinderen in Nederland onvoldoende beschermd
worden door de nieuwe Europese wetgeving die de maximaal toegestane
residugehaltes (MRL's) bepaalt? Bent u bereid alle geharmoniseerde EU
MRL's te toetsen op veiligheid voor jonge kinderen, alvorens deze
nieuwe normen over te nemen?1)
Antwoord 1
De stichting Natuur en Milieu, Goede Waar& Co en Milieudefensie hebben
op internet een steekproef gepubliceerd waaruit zou blijken dat de
wettelijke normen voor residuen van bestrijdingsmiddelen op voedsel
(MRL's) soms niet voldoende bescherming bieden voor jonge kinderen.
Bij het vaststellen van de MRL wordt er echter al rekening gehouden
met bescherming van jonge kinderen. Ook alle nieuwe geharmoniseerde EU
MRL's zijn getoetst op veiligheid voor jonge kinderen door de European
Food Safety Authority (EFSA), en van risico's voor deze groep is dus
geen sprake.
De MRL's worden continu aangepast aan de nieuwste wetenschappelijke
inzichten. Soms duurt het echter even voordat de wetgeving aangepast
is. Daardoor konden de genoemde maatschappelijke organisaties een
aantal problemen identificeren met al oudere bestaande MRL's. Voor
alle gesignaleerde problemen geldt echter dat hetzij de regelgeving al
was aangepast waardoor het probleem opgelost is, hetzij hier aan
gewerkt wordt.
Vraag 2
Is het waar dat in de door u toegezegde Voedingsnota niets komt te
staan over een eventuele aanscherping van de MRL-norm? Deelt u onze
mening dat aanscherping van de MRLs noodzakelijk is wanneer blijkt dat
jonge kinderen onvoldoende worden beschermd?
Vraag 3
Bent u bereid om voor kwetsbare bevolkingsgroepen als zwangere vrouwen
en (ongeboren) kinderen expliciet bescherming te vragen bij
blootstelling aan bestrijdingsmiddelen? Bent u bereid een gezamenlijk
standpunt te ontwikkelen over het voorstel voor een verordening van
het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen
van gewasbeschermingsmiddelen?
Antwoord 2 en 3
Het is niet nodig in de Voedingsnota expliciet te vermelden dat MRL's
aangescherpt worden naar aanleiding van nieuwe wetenschappelijk
inzichten. Als uit nieuw onderzoek blijkt dat de MRL's te hoog zijn om
voldoende bescherming te bieden voor kleine kinderen, zal actie
ondernomen worden. Dit is normaal beleid, aangezien als uitgangspunt
geldt dat de MRL's voor alle consumenten veilig moeten zijn. Er wordt
dus ook al rekening gehouden met kwetsbare groepen zoals ongeboren
kinderen.
Vraag 4
Is het waar dat de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) nu al een deel van
de Europees geharmoniseerde residunormen gebruikt die als "veilig"
zijn aangemerkt, hoewel deze normen nog geen wettelijke status hebben?
Deelt u de mening dat de VWA alleen mag toetsen aan de geldende
wettelijkenormen?
Antwoord 4
De toekomstige geharmoniseerde EU MRL's zijn allen beoordeeld op hun
veiligheid voor de consument. Op dit moment bestaat er een
overgangsperiode tot september 2008. Nationale MRL's zijn tot die tijd
nog toegestaan binnen de EU. De Nederlandse MRL's zijn soms strenger
vastgesteld dan de toekomstige geharmoniseerde MRL's, door gebrek aan
buitenlandse gegevens.
Vanuit het oogpunt van volksgezondheid is er echter geen noodzaak om
de strengere oude nationale MRL's te hanteren. De VWA anticipeert
daarom op het van kracht worden van de nieuwe Europese MRLs, waarvan
het zeker is dat deze veilig zijn.
1) www.weetwatjeeet.nl