Kamervragen over overdracht antibioticaresistentie door gebruik varkensmest
19 mei 2008 - kamerstuk
Kamervragen over antibioticaresistentie door varkensmest. Niet de
planten maar de bacteriën in het milieu worden resistent als er
resistente bacteriën en resten van toegediende antibiotica in het
milieu terechtkomen.
Meer informatie
* Kamervragen over overdracht antibioticaresistentie door gebruik
varkensmest
Kamerstuk | 19-05-2008 | PDF-Document, 42 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS),
de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over overdracht antibioticaresistentie
door gebruik varkensmest.
1
Kent u het bericht 'gebruik van dierlijke mest kan factor zijn bij overdracht van antibioticaresistentie'?
1
Ja.
2
Kunt u uiteenzetten welke milieu- en gezondheidsrisico's zijn verbonden aan antibioticaresistentie
bij planten, als gevolg van het gebruik van mest van varkens die antibiotica
krijgen toegediend?
Het is bekend dat door het uitrijden van mest er zowel resistente bacteriën als resten van
toegediende antibiotica in het milieu kunnen komen. Milieubacteriën kunnen daardoor
resistentiegenen verkrijgen. De planten zelf worden niet resistent. De milieubacteriën zijn
voornamelijk in de grond aanwezig, maar kunnen ook op planten voorkomen. Deze
bacteriën vermeerderen zich echter nauwelijks op planten. De planten worden ook niet
ziek van deze bacteriën. Door natuurlijke inactivatie en het treffen van hygiënemaatregelen,
zoals het wassen van groenten, zal een mens bij consumptie van rauwe
groente slechts een zeer klein aantal bacteriën en dus ook resistentiegenen binnen
krijgen.
1 Boerderij, 25 maart 2008
3
Kunt u uiteenzetten of het eten van plantaardige gewassen die resistent zijn geworden
tegen antibiotica vanwege het gebruik van varkensmest, kan leiden tot een verhoogde
kans op antibioticaresistentie? Zo ja, welke maatregelen gaat u hiertegen nemen en
binnen welke termijn? Zo neen, op basis van welk onderzoek is bekend dat het eten van
antibioticaresistente gewassen geen invloed uitoefenen op de mate waarin personen
resistent worden tegen antibiotica?
Het gebruik van varkensmest heeft geen relatie met de antibioticaresistentie van planten,
want de planten worden niet resistent. De resistenties komen bij bacteriën in het milieu
voor. Er is mij geen onderzoek bekend waarin wordt aangetoond in welke mate de
resistentie in het milieu bijdraagt aan resistentie bij mensen, maar ik acht de kans op
resistentieoverdracht van diermest via het milieu naar de mens zeer klein.
In Nederland zijn de resistentieniveaus bij humane pathogene bacteriën doorgaans erg
laag en de huidige MRSA-besmettingen in de gezondheidszorg worden naar de huidige
inzichten niet via het eten van gewassen verspreid, maar via direct contact met dieren die
drager zijn van de MRSA-bacterie. Er zijn momenteel dan ook geen aanwijzingen dat de
resistenties in bodembacteriën bijdragen aan problemen in de gezondheidszorg. De
gezondheidsrisico's van antibioticaresistente bacteriën die voorkomen op de plant als
gevolg van het gebruik van mest van varkens die antibiotica toegediend krijgen, staan in
geen verhouding tot bijvoorbeeld de overdracht van antibioticaresistente bacteriën tijdens
direct contact tussen mens en dier. Daarom kies ik ervoor mijn beleid te richten op het
terugdringen van het ontstaan van de antibioticaresistentie bij dieren door minder gebruik
en meer verantwoord gebruik van antibiotica in de dierhouderij. Voor mijn plannen om
het antibioticagebruik in de dierhouderij terug te dringen, verwijs ik u naar mijn brief aan
de Tweede Kamer over antibioticaresistentie in de dierhouderij van 17 december 2007
(TK 2007-2008, 29 683, nr. 16).
4
Acht u het aanvaardbaar dat door het grote preventieve gebruik van antibiotica bij
varkens, hierdoor antibioticaresistentie bij gewassen op kan treden? Zo ja, waarom en hoe
verhoudt zich dit tot het voorzorgsprincipe? Zo neen, waarom niet en wat gaat u doen om
het antibioticagebruik terug te dringen?
Zoals in de antwoorden op de vorige vragen is uitgelegd, treedt er geen resistentie bij
gewassen op. Het betreft alleen het voorkomen van resistentie bij bacteriën in het milieu.
Voor mijn plannen om het antibioticagebruik in de dierhouderij terug te dringen, verwijs
ik u naar mijn brief over antibioticaresistentie.
5
Bent u voornemens om beleid te ontwikkelen ter voorkoming van het gebruik van mest die
antibioticaresiduen bevat, op landbouwgronden? Zo ja, op welke wijze en binnen welke
termijn? Zo neen, waarom niet en op welke wijze wordt het milieu en de consument dan
beschermd tegen de toenemende risico's van antibioticaresistentie?
Nee, ik ben niet voornemens om op dit gebied specifiek beleid te ontwikkelen, want ik
kies voor een aanpak ter vermindering van het gebruik van antibiotica in de veehouderij.
6
Deelt u de mening dat het grote preventieve gebruik van antibiotica in de veehouderij
hoge maatschappelijke kosten met zich meebrengt en daardoor structureel verminderd
zou moeten worden? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom
niet?
Zoals ik in de eerder vermelde brief al heb uitgelegd, deel ik de zorgen voor het toenemen
van antibioticaresistentie door het gebruik van antibiotica bij dieren. Zoals reeds eerder
vermeld, verwijs ik u voor mijn plannen naar mijn brief over dit onderwerp.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit