Aanvullende brief uitspraak Raad van State over het toetsingskader ammoniak
en over vergunningverlening
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen die de leden van de vaste
Kamercommissie voor LNV, aanvullend op mijn brieven over de uitspraak van de Raad van
State over het toetsingskader ammoniak, hebben gesteld. In deze brief wordt zowel
ingegaan op de vragen over het ammoniakbeleid (08-LNV-B-54) als op de vragen over de
verlening van vergunningen (08-LNV-B-55).
1
Kunt u inzicht geven in het beleid ten aanzien van ammoniak, de rol en de effecten
daarvan op beleid en vergunningverlening in het kader van Natura 2000 in andere EUlidstaten?
Beantwoording van bovenstaande vraag behoort tot de opdracht aan de Taskforce
Stikstof/ammoniak in relatie tot Natura 2000. Over deze Taskforce heb ik u op 24 april
2008 per brief geïnformeerd. De Taskforce wordt gevraagd binnen zes weken na instelling
advies uit te brengen. Als ik dat advies ontvangen heb, zal ik u daarover informeren.
2
Hoe beoordeelt de Europese Commissie het Nederlandse ammoniakbeleid en hoe
beoordeelt zij dit beleid in relatie tot het beleid van andere EU-lidstaten?
Nederland rapporteert periodiek over de voortgang van de implementatie van de NECrichtlijn
en de IPPC-richtlijn1. Daarnaast zijn verschillende onderdelen van het ammoniakbeleid
besproken met ambtenaren van de Europese Commissie.
1 In de NEC-richtlijn worden per EU-lidstaat plafonds toegekend voor de totale emissies van zwaveldioxide (SO2),
stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen (VOS) en ammoniak (NHy). De IPPC-richtlijn verplicht Europese
lidstaten verontreiniging door grote milieuvervuilende bedrijven te reguleren met een integrale vergunning. In
de vergunning moeten regels staan om alle soorten vervuiling van deze bedrijven te beperken met behulp van de
zogenaamde 'beste beschikbare technieken'.
Ook het toetsingskader ammoniak en Natura 2000 is besproken, zoals gemeld aan uw
Kamer bij de aanbieding ervan (Kamerstukken II 2006/2007, 30654, nr. 43). De Europese
Commissie heeft naar aanleiding van deze rapportages en gesprekken geen oordeel
gegeven over het Nederlandse ammoniakbeleid. Ook heeft de Commissie geen oordeel
gegeven over het Nederlandse ammoniakbeleid in relatie tot dat van andere lidstaten.
3
Kunt u een overzicht geven hoeveel vergunningen (per provincie) zijn verleend op basis
van het geschorste toetsingskader?
Het gevraagde overzicht wordt momenteel per provincie opgesteld. Zodra het gereed is,
stuur ik het u toe.
4
Kan er gesteld worden dat deze vergunningen ten onrechte zijn verleend? Als dat het geval
is, wat gaat er dan gebeuren met de vergunningen die onrechtmatig zijn verleend?
Er kan niet in het algemeen worden gesteld dat deze vergunningen ten onrechte zijn
verleend. Voor het gevolg van de uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State over het "toetsingskader ammoniak en Natura 2000"2
voor deze vergunningen, moet onderscheid worden gemaakt tussen twee situaties.
a. Vergunningen waartegen geen beroep meer kan worden ingesteld, omdat de termijn
daarvoor is verstreken.
Deze vergunningen zijn in rechte onaantastbaar geworden. De vergunningen zijn rechtmatig
verleend en de vergunde activiteiten kunnen worden verricht.
b. Vergunningen waartegen nog beroep mogelijk is.
Tegen een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 kan binnen zes
weken bezwaar worden gemaakt bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen
(Gedeputeerde Staten van de betrokken provincie). Gedeputeerde Staten moeten op het
bezwaar beslissen, waarbij zij naar verwachting de uitspraak van de Raad van State van
26 maart 2008 in acht zullen nemen. Tegen de beslissing op bezwaar kan binnen zes
weken beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Tegen vergunningen op grond van de Wet milieubeheer kan direct beroep bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden ingesteld.
Het is uiteindelijk aan de Raad van State om in elk individueel geval te toetsen of de
verleende vergunning significante gevolgen voor het betrokken Natura 2000-gebied
kunnen worden uitgesloten. Daarbij zal alle beschikbare informatie over de effecten van
de vergunde uitbreiding of nieuwvestiging van een veehouderij op het betrokken gebied
een rol spelen.
5
Waarom was voorafgaand aan de vaststelling van het toetsingskader niet duidelijk dat
deze juridisch niet houdbaar was?
Eerst met de uitspraak en het advies van de Raad van State, waarover ik u in mijn brief van
22 april 2008 heb geïnformeerd, is duidelijk geworden dat het toetsingskader ammoniak
in de huidige vorm niet de beoogde duidelijkheid kan bieden aan vergunningverleners en
veehouderijbedrijven over de kaders waarbinnen uitbreiding en nieuwvestiging van
veehouderijen kan worden toegestaan.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit