Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2070817770
Vragen van de leden Van Vroonhoven-Kok en Koppejan (beiden CDA) aan de ministers van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over controles van de
Arbeidsinspectie in de muziek- en theaterwereld (Ingezonden 15 april 2008)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Arbeidsinspectie de komende tijd extra
controles uit gaat oefenen in de muziek- en theaterwereld? Waar is deze urgentie op
gebaseerd? 1)
2
Betekent dit dat onder meer wordt gecontroleerd of de blazers in een orkest niet direct
achter de strijkers zitten? Zo ja, acht u het reëel om dergelijke algemene regels op zo een
specifieke sector te projecteren? Acht u het reëel om van de orkesten te verlangen dat de
strijkers áchter de blazers gaan zitten?
Antwoord vraag 1 en 2:
De Arbeidsinspectie inspecteert tot augustus 2008 in de muziek- en theaterwereld. Daarbij
letten de inspecteurs specifiek op die werkzaamheden die onveilig of lichamelijk zwaar zijn
en tot gehoorbeschadiging leiden. Ruim de helft van de musici en dansers heeft al klachten
aan rug, nek en schouders, één op de vijf musici heeft al gehoorschade opgelopen. Dit
inspectieproject volgt op de inspanningen van werkgevers en werknemers in de
podiumkunstensector en de orkestensector om zelf concreet invulling te geven aan de
doelvoorschriften uit de Arbowet. Het uitgangspunt van de herziene Arbowet is immers dat
sociale partners voor hun specifieke situatie zelf invulling geven aan de maatregelen om de
doelen uit de wet na te leven. Werkgevers en werknemers in de orkestensector zijn volledig
doordrongen van het belang van een veilige en duurzame wijze van musiceren. De
maatregelen om de geluidbelasting te verminderen zijn door de podiumkunsten- en
orkestensector daarom vastgelegd in twee arbocatalogi. In deze arbocatalogi zijn maatregelen
opgenomen, die in voorgaande jaren zijn ontwikkeld in het kader van de arboconvenanten die
met deze sectoren werden afgesloten. Maatregelen die genoemd zijn in de arbocatalogi om de
geluidsbelasting te reduceren zijn onder andere het gebruik van geluidsschermen,
rouleringsschema's voor de musici, het aanbrengen van hoogteverschillen op de podia, en de
inzet van gehoorbeschermingsmiddelen. De arbocatalogi voor deze sectoren vormen daarmee
het referentiekader voor de inspecties door de Arbeidsinspectie. Daarbij beoordeelt de
inspecteur of de werkgever de geluidsbelasting voldoende heeft beheerst door de inzet van
(een mix van) de maatregelen zoals die in de arbocatalogi zijn genoemd. Daarbij wordt niet
specifiek geïnspecteerd op de positie van de strijkers ten opzichte van de blazers, maar wel of
met de inzet van de in de catalogus genoemde maatregelen de geluidsbelasting voldoende is
verlaagd om gehoorschade te voorkomen.
3
Bent u bereid om de arbeidsomstandigheden-regels die in algemene zin gelden, voor de
muziek- en theatersector te differentiëren en te nuanceren?
Antwoord:
Zoals in het antwoord op vraag 1 en 2 is aangegeven bevat de Arbowet nog slechts algemene
doelvoorschriften. Werkgevers en werknemers kunnen deze zelf voor hun specifieke situatie
concretiseren, zodat maatwerk mogelijk wordt. Deze sectorspecifieke invulling heeft zijn
weerslag gekregen in twee arbocatalogi voor de podiumkunstensector en de orkestensector.
4
Beseft u dat de muziek- en theatersector het werk met minimale middelen moet doen?
Beseft u dat dergelijke fijnmazige regels de kosten voor deze instellingen opdrijft? Bent
u bereid indien u vasthoudt aan deze strakke regels inzake de arbeidsomstandigheden
de meerkosten voor de sector te dragen? Zo neen, hoe denkt u dat dergelijke
meerkosten opgebracht kunnen worden, zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit
van de voorstellingen?
Antwoord:
Het feit dat de financiële middelen in de muziek- en theatersector beperkt zijn, is voor mij
geen reden om lichtvaardig om te gaan met serieuze risico's. Dat is ook niet wat de sector zelf
zou willen. Veeleer is het de bedoeling om te zoeken naar mogelijkheden om met respect voor
de specifieke kenmerken van de muziek- en theaterpraktijk schadelijke effecten van geluid en
lichamelijke belasting te voorkomen, bijvoorbeeld door goede planning en spreiding van
risicovolle producties en het treffen van voorzieningen. Zoals uit het antwoord op vraag 1 en
2 blijkt, hebben sociale partners concrete afspraken gemaakt over de wijze waarop de risico's
kunnen worden verkleind. Overigens zij hierbij vermeld dat investeringen in risicobeheersing
ook baten opleveren in de vorm van minder uitval van werknemers. Dat laat onverlet dat
reguliere controles nodig zijn om de alertheid van producenten en afnemers (zalen) te toetsen.
5
Ziet u mogelijkheden om op een andere wijze tegemoet te komen aan de fysieke klachten
van musici, zonder dat dit extra administratieve lasten met zich meebrengt of het
werken in de sector onmogelijk maakt.
Antwoord:
De arbocatalogi maken kennis over effectieve, sectorspecifieke manieren van risicobeheersing
toegankelijk voor alle organisaties en werknemers binnen de sector. Dit brengt een
aanmerkelijke beperking van de administratieve lasten met zich mee, en garandeert bovendien
dat toepassing van de maatregelen draagvlak heeft en goed verenigbaar is met de gangbare
werkwijze.
1) Zie persbericht
http://arbeidsinspectie.szw.nl/index.cfm?fuseaction=dsp_document&link_id=141128