Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
ostbus 20017
P
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
19 mei 2008 PO/12419 6 mei 2008 141.019/u/GJH/EN
Onderwerp
Lijst van vragen
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Ten Hoeve van uw Kamer
inzake taalvaardigheid van jonge kinderen.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 141.019/u/GJH/EN.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 2/2
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Ten Hoeve van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 6 mei
2008, kenmerk 141.019/u/GJH/EN)
1 Vraag: Is het waar dat er door u afspraken worden gemaakt met gemeenten waarbij de
gemeenten de verantwoordelijkheid op zich nemen om kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar die
slecht Nederlands spreken bij te laten spijkeren?
Antwoord: Ik heb op 3 april jl. afspraken met de VNG gemaakt waardoor gemeenten inderdaad
deze verantwoordelijkheid op zich nemen. Ik heb verder nog separate afspraken gemaakt met
negen Oost-Groningse gemeenten en met de G4. Binnenkort maak ik nog afspraken met een
aantal gemeenten in Zuid-Limburg en in Drenthe.
2 Vraag: Als dat waar is, geldt die verantwoordelijkheid dan in alle gevallen dat de betreffende
slecht Nederlands spraken, ook als zij voldoende taalvaardig zijn in een of meer andere
autochtone of allochtone talen of dialecten?
Antwoord: Ja, het gaat om het voorkomen en verminderen van taalachterstand in het
Nederlands.
3 Vraag: Op welke wijze zal dan die verantwoordelijkheid gelden t.a.v. kinderen die niet of weinig
Nederlands spreken, maar Fries als moedertaal hebben? Zal die verantwoordelijkheid van de
gemeente dan inhouden een plicht tot het laten bijspijkeren van de Nederlandse taalbeheersing,
of juist, bij gebleken onvoldoende taalvaardigheid, van de Friese taalbeheersing?
Antwoord: Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid zich in te spannen om ouders te
overtuigen van nut en noodzaak dat hun kinderen deelnemen aan een VVE-programma in het
Nederlands. Er is overigens geen sprake van een verplichting tot het laten bijspijkeren van de
Nederlandse taalbeheersing.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl