Woonbond
15-05-2008
Kritisch kijken naar meerwaarde fusies
De Woonbond wil dat corporaties hun huurdersorganisaties tijdig en
volwaardig bij fusievoornemens betrekken. Dit is één van de aanbevelingen
die Woonbonddirecteur Ronald Paping 15 mei heeft ingebracht tijdens het
rondetafelgesprek van de kamercommissie WWI (Wonen, Wijken en Integratie).
Samen met vertegenwoordigers van de vereniging van Alliantiehuurders (AHAA),
de Vereniging van huurders in de Haarlemmermeer (VHH) en huurdersvereniging
Woonbelang uit Maastricht werd duidelijk gemaakt dat fusies ingrijpende
gevolgen kunnen hebben voor huurders en huurdersorganisaties. Daarom is het
nodig is dat zij tijdig en volledig worden geïnformeerd.
Paping gaf aan dat fusies een meerwaarde dienen op te leveren, waarbij
het volgens hem ook heel belangrijk is dat de "menselijke maat"
gegarandeerd wordt. De huidige beleidsregels van het ministerie
bevatten volgens Paping goede criteria om te beoordelen of een fusie
moet worden toegestaan, maar zijn niet scherp genoeg over
huurdersbetrokkenheid en meetbare prestatieafspraken. Hij is van
mening dat fusies moeten worden afgewezen als de meerwaarde voor
huurders en de samenleving niet voldoende kan worden aangetoond.
Als afspraken over fusies achteraf niet worden nagekomen, moet dat
kunnen leiden tot sancties. Voor grote fusies is het mogelijk te
werken met een voorwaardelijke toestemming en een evaluatie na 3 jaar.
Van groot belang is daarbij dat er meer tegenmacht wordt geregeld. Met
name zouden de regionale huurdersoverleggen beter moeten worden
gefaciliteerd. En de overheid zal actiever moeten toezien op het
maatschappelijk presteren van gefuseerde corporaties.