De Voorzitter van de Tweede Kamer der Postbus 90801
Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA1XA
Contactpersoon Uw brief 2070815570
Doorkiesnummer Ons kenmerk AV/CAM/2008/13599
E-mail Datum 15 mei 2008
Onderwerp Kamervragen van het lid Ulenbelt
Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Ulenbelt (SP) over
afvloeiingsregeling voorzitter van het Productschap Vee en Vlees (PVV) en het Productschap
Pluimvee en Eieren (PPE), ingezonden 25 maart 2008.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
nr. 2070815570
Vragen van het lid Ulenbelt (SP) aan de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over afvloeiingsregeling voorzitter van het Productschap Vee en
Vlees (PVV) en het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE).
(Ingezonden 25 maart 2008)
Vraag 1
Wat is uw reactie op het vertrek van de heer Ramekers voorzitter van zowel PVV en
PPE? Wat is de reden van zijn vertrek? Was deze reden niet bekend voor zijn
herbenoeming door de kroon in januari 2008?
Antwoord op vraag 1
Ons kenmerk AV/CAM/2008/13599
De heer Ramekers heeft mij laten weten dat hij voornemens is per 1 september 2008
zijn voorzitterschap te willen beëindigen. Het benoemen en het ontslaan van een
voorzitter vindt plaats bij Koninklijk Besluit. Conform de wettelijke procedure dienen
de besturen van beide schappen mij te berichten over hun oordeel over het ontslag van
hun voorzitter en een voorstel te doen voor de benoeming van een opvolger. Ook
indien het een tussentijds ontslag betreft. Ik heb een dergelijke brief nog niet
ontvangen.
Net als u ben ik met betrekking tot de recente ontwikkelingen alleen via de pers op de
hoogte.
De heer Ramekers is bij KB herbenoemd als voorzitter van PVV en PPE per 1 januari
jl. De herbenoeming heeft plaatsgevonden na de besturen van de betrokken
bedrijfslichamen te hebben geconsulteerd. Hoewel mij toen bleek dat er omtrent de
herbenoeming van de heer Ramekers bij sommige partijen aanvankelijk enige aarzeling
was, bleken uiteindelijk de voltallige besturen achter zijn herbenoeming te staan. Ik heb
hem daarom voorgedragen voor benoeming door de Koningin.
Vraag 2
Is het waar dat het bestuur geen mededeling wil doen over de details van het vertrek en
de afvloeiingsregeling? Hoe verhoudt zich dit tot de Code Goed Bestuur van de
productschappen?
Antwoord op vraag 2
In de pers is inderdaad gemeld dat betrokkenen geen mededelingen willen doen over
afspraken die te maken hebben met het vertrek van de heer Ramekers. Naar ik heb
begrepen is de belangrijkste reden hiervoor dat dit nog onderwerp van bespreking is in
de dagelijks besturen van de beide schappen. Ik heb er begrip voor dat zolang deze
afspraken niet definitief zijn, om reden van zorgvuldigheid daar nog geen uitspraken
over worden gedaan. Ik ga ervan uit dat er nadien wel mededelingen over zullen
worden gedaan en dat daarmee wordt gehandeld in overeenstemming met de Code
Goed Bestuur product- en bedrijfschappen.
Vraag 3
Wilt u de afvloeiingsregeling openbaar maken? Zo neen, waarom niet? Wat zijn de totale
kosten van de regeling? Komen deze voor rekening van de heffing-betalers? Zo nee, wie
betaalt dan?
Antwoord op vraag 3
---
Ons kenmerk AV/CAM/2008/13599
Van de inhoud van de afspraken ben ik niet op de hoogte. Dergelijke afspraken vallen in
beginsel ook niet onder de ministeriële goedkeuringsbevoegdheid. De schappen hebben
ieder een wachtgeldverordening vastgesteld die door de SER dient te worden goedgekeurd.
Afspraken omtrent een afvloeiingsregeling dienen door het bestuur van de schappen
getoetst te worden aan deze verordening.
Verder lijkt hier sprake van een bijzondere situatie nu de voorzitter kort na zijn
herbenoeming zijn vertrek aankondigt. Het is dan aan de dagelijks besturen van de
schappen om te bepalen hoe in de gegeven situatie de eigen verordening ter zake van de
voorzittersvergoeding dient te worden toegepast. Eventuele nadere financiële afspraken
dienen uiteraard te voldoen aan maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Ik ga ervan uit
dat dat zo is. Zoals alle uitgaven van een productschap komen ook deze ten laste van de
begroting, in dit geval die van PVV en PPE. De SER dient volgens de wet deze begroting
al dan niet goed te keuren.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid