13-05-2008 |
Samenvatting:
Hierbij bied ik u het verslag aan van de bezoeken van de Nederlandse
mensenrechtenambassadeur, Arjan Hamburger, aan Argentinië en Guatemala. De
bezoeken vonden plaats tussen 31 maart en 8 april jl., voorafgaand aan
respectievelijk na afloop van de regionale conferentie van Nederlandse
ambassadeurs van het Westelijk Halfrond. In beide landen zijn niet alleen de
ontwikkelingen ter plekke besproken, maar is ook ingegaan op het Nederlandse
mensenrechtenbeleid, zoals neergelegd in de mensenrechtenstrategie en het
Nederlandse rapport voor de Universal Periodic Review in de Mensenrechtenraad.
Guatemala
Van 5 tot en met 8 april bezocht de mensenrechtenambassadeur Guatemala.
Hij voerde besprekingen met vertegenwoordigers van de overheid, parlementari
ërs, de Openbaar Aanklager, de Ombudsman voor Mensenrechten, het maatschappelijk
middenveld, de Verenigde Naties, een aantal ambassadeurs, en enkele
Guatemalteekse onafhankelijke deskundigen. Ook bracht hij een bezoek aan twee
projecten die door Nederland worden gefinancierd: het team van forensische
antropologen dat opgravingen verricht van de ongeveer 200.000 slachtoffers van
het interne gewapende conflict (1960 1996) en het politiearchief dat een
aantal jaren geleden bij toeval werd ontdekt en waardevolle informatie bevat
over het politieoptreden en over slachtoffers tijdens het gewapend conflict.
Duidelijk naar voren kwam dat Guatemala formeel weliswaar sedert de
vredesakkoorden in 1996 een democratie is, maar dat de rechtsstaat nog zwak is.
Straffeloosheid
Het belangrijkste onderwerp van gesprek vormde de grote mate van
straffeloosheid in Guatemala. Vrijwel alle gesprekspartners uitten hun zorg over
het geweld in de Guatemalteekse samenleving en het uitblijven van onderzoek en
rechtspraak.
Geweld is omvangrijk en wordt in belangrijke mate veroorzaakt door
clandestiene groepen, georganiseerde misdaad en jeugdbendes, o.a. gerelateerd
aan drugshandel.
Delen van het overheidsapparaat, inclusief politie en rechterlijke macht,
zijn direct of indirect door criminele groepen geïnfiltreerd, hetgeen een
effectieve aanpak belemmert en corruptie of passiviteit bevordert.
De straffeloosheid wordt versterkt door de zwakte van de staat, waaronder het
langs elkaar heen opereren van diensten, gebrek aan financiële middelen en
onvoldoende knowhow. Een geïntegreerd veiligheidsplan ontbreekt, al heeft de
recent aangetreden President Colom aangegeven dat een dergelijk plan er moet
komen, als onderdeel van de begroting voor 2009.
De politiemacht bestaat uit 18.000 functionarissen terwijl er 44.000 nodig
zijn. Slechts 3 procent van de politiemacht is betrokken bij crimineel
onderzoek. Er zijn aanzetten om corrupte politiefunctionarissen aan te pakken,
maar tot een echt kwalitatieve verbetering heeft dat nog niet geleid. In het
gesprek met de Minister van Binnenlandse Zaken meldde deze dat elk jaar 1.600
agenten worden opgeleid, maar dat per jaar 2,000 agenten de politiemacht
verlaten. Er wordt gewerkt aan uitbreiding van opleidingsmogelijkheden, maar de
minister schatte dat eerst over 8 tot 12 jaar een aanvaardbare politiemacht op
de been kan zijn.
Ook het Openbaar Ministerie kampt met gebrek aan menskracht en materiaal. Zo
zijn er geen DNA-laboratoriumfaciliteiten, is er geen systematisch onderzoek
naar vingerafdrukken mogelijk, kan er geen ballistisch onderzoek worden gedaan
en ontbreekt regelgeving om verdachten af te luisteren. Het OM wordt daarnaast
in zijn functioneren gehinderd door het feit dat ook het OM volgens sommigen
door clandestiene groepen geïnfiltreerd is. De Openbare Aanklager vermeldde dat
President Colom vastbesloten is om de noodzakelijke voorzieningen ter
versterking van het OM te treffen.
Uit de gesprekken kwam naar voren dat van alle moorden (circa 6000 per jaar)
niet meer dan tien procent wordt onderzocht en vervolgd. Slechts bij 3 procent
van de moordzaken komt het tot een vorm van rechtsspraak, bij 2 procent tot een
gerechtelijk vonnis en bij 1 procent wordt het vonnis ook daadwerkelijk
uitgevoerd.
De mensenrechtenambassadeur benadrukte het grote belang om het probleem van
straffeloosheid aan te pakken. Een straffeloosheidspercentage van 97 procent
ondermijnt het vertrouwen van de bevolking. Ook wees hij op de schade die het
internationale imago van Guatemala oploopt bij het uitblijven van effectieve
maatregelen. Het zou de moeite waard zijn concrete doelstellingen voor de aanpa
k van straffeloosheid te formuleren.
Door de mensenrechtenambassadeur werd ook een aantal individuele gevallen van
schendingen van mensenrechten en bedreigingen van mensenrechtenverdedigers bij
het Openbaar Ministerie aangekaart. Enkele van deze gevallen zullen in nauw
overleg met de Nederlandse ambassade worden gevolgd, op enkele andere gevallen
zal het OM schriftelijk reageren.
Internationale Commissie tegen straffeloosheid CICIG
Veel wordt verwacht van de, op verzoek van Guatemala tot stand gekomen,
Internationale Commissie tegen de straffeloosheid in Guatemala. Deze CICIG is
opgericht onder auspiciën van de VN. In een gesprek met het hoofd van de
commissie bleek dat personele invulling, met name het aantrekken van
gespecialiseerde staf ten behoeve van recherche en beveiliging, nog een groot
probleem vormt. Slechts eenderde van de staf is gerekruteerd. Een van de
oorzaken is dat de CICIG geen volledige VN-organisatie vormt. Over dit aspect
zal in New York nader worden overlegd. De CICIG beschikt voorlopig wel over
adequate financiële middelen, waaronder een Nederlandse bijdrage van 2 miljoen
euro.
Het onderzoek van CICIG richt zich op een selectie van huidige misdrijven en
op onderzoek naar de clandestiene groepen die daar achter zitten en naar de
infiltratie van deze groepen in de instellingen van de staat. Het is de
bedoeling om zo spoedig mogelijk een eerste concrete zaak, die zich leent voor
vervolging, aan het OM voor te leggen.
Geweld tegen vrouwen
Met enkele parlementariërs, de Ombudsman voor Mensenrechten en de Openbaar
Aanklager werd gesproken over het omvangrijke geweld tegen vrouwen, en meer in
het bijzonder het fenomeen van moorden op vrouwen, de "feminicidio" . De
mensenrechtenambassadeur sprak zijn grote zorg hierover uit en onderstreepte de
wenselijkheid om de op dat moment in behandeling zijnde wetgeving ter
bestrijding van geweld tegen vrouwen aan te nemen. Deze wet is inmiddels door
het Parlement goedgekeurd.
Internationaal Strafhof
In gesprekken met de vice-minister van Buitenlandse Zaken, de Ombudsman voor
de Mensenrechten en enkele Parlementariërs is door de mensenrechtenambassadeur
de hoop uitgesproken dat Guatemala zal toetreden tot het Statuut van Rome inzake
het Internationaal Strafhof (ICC). Het besluit tot toetreding ligt stil in het
Congres, ondanks een eerder positief advies van de parlementscommissie voor
internationale zaken. Er is met name sprake van verzet bij de fractie van de
FRG, de partij van ex-dictator Rios Montt. Eén van de kamerleden wees op de
onbekendheid met het ICC bij de nieuwe Parlementariërs (circa 90 van de 158). De
lokale vertegenwoordiging van het Nederlands Instituut voor Multiparty Democracy
heeft aangeboden om informatiebijeenkomsten te organiseren, een aanbod dat door
de vice-voorzitter van het Parlement direct werd aanvaard.
Doodstraf
In het gesprek met de parlementaire delegatie is ook aandacht gevraagd voor
de doodstraf. Medio maart jl. heeft president Colom zijn veto gebruikt tegen een
recent besluit van het Congres dat de facto tot herinvoering van de doodstraf
zou kunnen leiden in een land dat sedert 2000 een moratorium kende en najaar
2007 de VN-resolutie over een moratorium op de doodstraf steunde. Van Nederla
ndse (en EU) kant is met waardering van dit veto kennis genomen. Volgens de
parlementariërs is het weinig waarschijnlijk dat het veto van de president
ongedaan zal worden gemaakt . Evenmin zal er naar hun mening spoedig een debat
worden gehouden over algehele afschaffing van de doodstraf, gezien de grote mate
van steun voor de doodstraf onder de bevolking.
Milieuproblematiek
Enkele malen is de problematiek van de mijnbouw, in relatie tot
mensenrechten, aan de orde gesteld. De regelgeving met betrekking tot concessies
voor exploratie en exploitatie blijkt gebrekkig en het ontbreekt bovendien aan
capaciteit om naleving van de regelgeving te realiseren. Er is geen adequate
inspraak van de lokale bevolking, en de betreffende regio's zien weinig van de
opbrengsten terug (mijnbouwbedrijven hoeven slechts 1 procent van de winst aan
de regering af te dragen). Van Nederlandse zijde wordt voorts aangedrongen op
grondige milieu-effectrapportages.
Maatschappelijk middenveld
Vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld waren merendeels van
oordeel dat de situatie op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving en
straffeloosheid in de afgelopen tijd was verslechterd. Clandestiene en criminele
groeperingen hebben een enorme macht in alle geledingen van de maatschappij. Men
hoopte dat de nieuwe president hier paal en perk aan kon stellen, maar de
mogelijkheden daartoe leken beperkt.
Buitenlandse vertegenwoordigingen
In een bijeenkomst met ambassadeurs en VN-vertegenwoordigers was sprake van
weinig optimisme over spoedige, substantiële verbeteringen in het land. Het
ontbreken van meetpunten op het gebied van veiligheid, justitie en
rechtshandhaving, en straffeloosheid werd als een gemis beschouwd. De noodzaak
van ondersteuning van Guatemala, met name op deze terreinen, werd door vrijwel
ieder onderstreept.
Overigens bleek dat er op het terrein van veiligheid en justitie weinig geco
ördineerd wordt, noch door Guatemala, noch tussen donoren onderling. Van
Nederlandse kant is er op aangedrongen hier werk van te maken. Een op Nederlands
initiatief ingestelde EU-groep, waar gezamenlijk schendingen van de rechten van
mensenrechtenactivisten worden gemonitord en interventies worden afgestemd bleek
een van de weinige positieve uitzonderingen.
Argentinië
Op 31 maart en 1 april jl. bracht de mensenrechtenambassadeur een kort bezoek
aan Argentinië. Het bezoek richtte zich vooral op identificatie van concrete
mogelijkheden tot gezamenlijke inzet in multilateraal verband, in het bijzonder
de Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Daarnaast is gesproken over ontwikkelingen in Argentinië zelf op het gebied van
de mensenrechten. Daarbij kwamen o.a. de bestrijding van straffeloosheid, de
hervorming van het militaire strafrecht en de stand van de mediavrijheid aan de
orde.
VN- fora
Door de mensenrechtenambassadeur is aangegeven dat de Argentijnse en de
Nederlandse (resp. de EU) standpunten in VN-fora menigmaal parallel lopen, maar
dat feitelijke samenwerking te incidenteel is.
Als een van de terreinen waarop die samenwerking meer gestalte kan krijgen
werd het tegengaan van discriminatie van homoseksuelen besproken, een thema dat
zowel op de Nederlandse als op de Argentijnse mensenrechtenagenda staat. Van de
kant van het Argentijnse Ministerie van Buitenlandse Zaken, o.a. door de
Directeur-Generaal Politieke Zaken, bestond duidelijke belangstelling om dit
onderwerp ook hoger op de internationale agenda te krijgen. Argentinië was
mede-organisator van een bijeenkomst in 2007 tijdens de Algemene Vergadering in
New York om de zogenaamde Yogyakarta-principes binnen de VN bekend te stellen.
Een verder initiatief op dit terrein in de Mensenrechtenraad wordt onderzocht.
Voor wat betreft het functioneren van de Mensenrechtenraad deelde Argentinië
de Nederlandse zorg over de onevenredig grote aandacht in de Raad, via speciale
zittingen, voor het Israëlische optreden in de bezette gebieden, in vergelijking
tot de aandacht voor grove, systematische mensenrechtenschendingen elders in de
wereld. Afgesproken is dat de wederzijdse Permanente Vertegenwoordigingen in Gen
ève nauwer en vroegtijdiger contact met elkaar zullen hebben, zowel met het oog
op individuele landensituaties als met het oog op meer thematische
mensenrechten-onderwerpen, zoals bijvoorbeeld vrouwenrechten, kinderrechten,
non-discriminatie van homoseksuelen, en het recht op water. Wederzijdse
ervaringen met de voorbereidingen van de Universal Periodic Review in de Raad,
waar iedere VN-lidstaat op zijn mensenrechten-prestaties wordt beoordeeld,
werden uitgewisseld. Ook in New York zal in de Derde Commissie van de Algemene
Vergadering nauwer met elkaar worden opgetrokken.
Argentinië drong er op aan dat Nederland de VN-Conventie inzake Gedwongen
Verdwijningen ondertekent. Hiertoe is inmiddels door de Nederlandse Regering
besloten .
Tevens verzocht Argentinië om Nederlandse steun aan de (hernieuwde)
Argentijnse kandidatuur voor een zetel in de Mensenrechtenraad, waar het in 2006
en 2007 lid van was.
Mensenrechtensituatie in Argentinië
Bij het bureau van de ondersecretaris voor Communicatie is overlegd over de
subtiele, maar aanwezige, censuur op mediagebied. Publieke advertentiegelden
worden volgens velen niet transparant en niet evenwichtig verdeeld. Van
Argentijnse kant werd benadrukt dat het budget vooral gaat naar media die '
armen een stem geven'. Een publicatie ('Una censura sutil') van een door
Nederland gesteunde niet-gouvernementele Argentijnse organisatie, waarin een
aantal praktische en constructieve aanbevelingen is vervat, werd door Nederland
overhandigd.
Met het Ministerie van Defensie (de Auditor General) is gesproken over het
nieuwe wetsvoorstel ter afschaffing van het militaire strafrecht. Na de
verwachte goedkeuring door de Senaat in augustus 2008 zullen militairen onder
regulier strafrecht worden berecht. Dat betekent onder meer dat ook voor
militairen doodstraf en strafbaarheid van homoseksualiteit worden afgeschaft.
Met enkele denktanks werd gesproken over ontwikkelingen op het gebied van
burgerlijke en politieke, en sociale, economische en culturele rechten.
Naar voren kwam dat de Argentijnse situatie ten aanzien van de burgerlijke en
civiele rechten in de afgelopen twintig jaar op veel terreinen sterk verbeterd
is, zij het dat de President dikwijls per decreet regeert. Een van de positieve
voorbeelden is een dalende trend van het aantal dodelijke slachtoffers bij
politie-ingrijpen. Belangrijk is ook dat enkele wetten die amnestie gaven voor
tijdens de dictatuur gepleegde mensenrechtenschendingen ongrondwettelijk zijn
verklaard. Het gebrek aan adequate toegang tot rechtspraak voor arme
bevolkingsgroepen is daarentegen problematisch. Punt van zorg vormt ook het
gebrek aan aandacht voor de institutionele tegenstand tegen de heropende
processen rond misdaden begaan tijdens de dictatuur. Enkele belangrijke getuigen
en daders zijn vermist of dood aangetroffen. De sociaal-economische rechten
werden als weinig rooskleurig gekenschetst. De inkomensongelijkheid is sterk
toegenomen. Het federale systeem, dat grote bevoegdheden toekent aan provinciaal
niveau, werpt in de praktijk belemmeringen op voor adequate toegang tot
gezondheidszorg en onderwijs.
Voor het verkrijgen van meer informatie over de stand van bestrijding van
straffeloosheid werden de door Nederland gesteunde Equipo Argentino de
Antropologia Forense en Memoria Abierta bezocht.
Van Argentijnse zijde is trilaterale samenwerking tussen Argentinië
(deskundigheid), Nederland (financiële steun) en een ontwikkelingsland
(ontvanger) als een positieve mogelijkheid genoemd, bijvoorbeeld op terreinen
als onderwijs en landbouw. Op enkele gebieden, zoals identificatie van
vermisten, heeft dergelijke samenwerking goed gefunctioneerd.
Tenslotte signaleerde Argentinië dat het Inter-Amerikaanse rechtssysteem in
teressante aanknopingspunten biedt voor het Europese rechtsstelsel. Argentinië
dacht aan het organiseren van een bijeenkomst en zal hierover nader contact
opnemen.
De minister van Buitenlandse Zaken,'
Drs. M.J.M. Verhagen
Ministerie van Buitenlandse Zaken