Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Uw kenmerk
Uw kenmerk
13 mei 2008 HO/ BS/6177 OCW/0800201
nderwerp
O
Commentaar op illegale mastertitels
Hierbij zend ik u een afschrift van mijn reactie op de brief van de heer xxxxx inzake illegale
mastertitels.
Uw verzoek om een reactie op bovenstaande brief werd mij toegezonden bij bovenaangehaalde brief
met kenmerk OCW/0800201.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
Geachte mijnheer Vandenbroeck,
Op verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap reageer ik op uw brief van
15 februari 2008 over illegale mastertitels.
U vraagt om een toelichting op de procedure voor het opleggen van een geldboete op basis van artikel
15 lid 6 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
In artikel 15 lid 6 is bepaald dat degene die in strijd met de wet een graad of titel verleent wordt
gestraft met een geldboete van de eerste categorie. Deze geldboete is een strafrechtelijke sanctie, die
kan worden opgelegd door de rechter na een strafrechtelijke procedure. Het strafproces start
doorgaans na een aangifte door een slachtoffer/ benadeelde bij het Openbaar Ministerie. Voor zover
mij bekend is dit artikel tot op heden niet toegepast.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is dus niet bevoegd om de geldboete op te leggen,
maar zou slechts over kunnen gaan tot het doen van aangifte. De casus van de Universiteit van
Amsterdam (UVA) geeft daar echter geen aanleiding toe. De mastertitel is in Nederland niet wettelijk
beschermd (zie ook de brief van de Hoofdinspecteur Hoger Onderwijs met kenmerk 08H2644541). Dat
de titel "master" niet als zodanig beschermd wordt, hangt samen met het feit dat deze aanduiding
wereldwijd in gebruik is: de Nederlandse wetgever kan niet bepalen welke buitenlandse instellingen
bevoegd zijn aan iemand de graad van master toe te kennen.
Artikel 15, lid 6 bepaalt- voor zover in deze casus van belang- dat het verboden is graden als genoemd
in artikel 7.10A WHW te verlenen, tenzij accreditatiebesluit van de opleiding van kracht is of de
opleiding met positief gevolg een toets nieuwe opleiding heeft ondergaan. Dit verbod heeft betrekking
op de wettelijk erkende graden. Niet geaccrediteerde opleidingen mogen niet de wettelijk erkende
graden, maar wel andere Mastergraden verlenen. Onder meer door samenwerking met een
buitenlandse instelling kan een in Nederland gevestigde instelling van hoger onderwijs zonder
accreditatie of een positieve uitslag van de toets nieuwe opleiding, aan haar studenten toch een
Mastertitel aanbieden. De UVA is dus niet strafbaar. Dit laat vanzelfsprekend onverlet dat van
instellingen mag worden geëist dat zij (aspirant) studenten volledig en juist informeren over de
juridische status van de opleidingen die zij aanbieden en de graden die zij verlenen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
Contactpersoon: F. ben Salah T +31-70-412 2064 IPC 2250 f.bensalah@minocw.nl
blad 3/2