Talent allochtone leerlingen wordt niet altijd herkend
dinsdag 13 mei 2008
Uit onderzoek blijkt dat de talenten van veel kinderen op de basisschool
worden onderschat. Eerder werd al bekend dat ook autochtone leerlingen vaak
een te laag advies krijgen.
De talenten van veel kinderen van de tweede generatie Turken en
Marokkanen worden onderschat en niet herkend op de basisschool. Dat
blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Daardoor
moeten allochtonen een langere weg afleggen dan hun autochtone
leeftijdgenoten om het hoger onderwijs te bereiken. Inmiddels is een
kwart van de Turkse en Marokkaanse jongeren die in Nederland zijn
geboren hoog opgeleid.
Staatssecretaris Sharon Dijksma stuurde vorige herfst al een rapport
van de Inspectie aan de Tweede Kamer waarin werd geconcludeerd dat er
sprake is van onderbenut talent bij kinderen op de basisschool, van
zowel allochtone als autochtone afkomst. De belangrijkste factor die
van invloed is bij een te laag advies, is vooral het opleidingsniveau
van de ouders. Door een te laag advies wordt bij zowel autochtone als
allochtone leerlingen hierdoor niet het onderste uit de kan gehaald.
Met extra aandacht voor taal en rekenen kunnen de prestaties voor
beide groepen worden verhoogd.
Een rapport van de Onderwijsraad dat eind vorig jaar aan de Tweede
Kamer is gestuurd ziet wel dat kinderen soms onder hun eigen kunnen
presteren, waardoor talent verloren gaat. Het gaat dan om ongeveer
tien procent van de kinderen, meestal van lager opgeleide ouders, bij
wie etniciteit geen rol speelt.
Wanneer extra aandacht wordt besteed aan deze kinderen, vooral met
taal en rekenen, is het niveau te verbeteren. Om dat bereiken komt er
bijvoorbeeld voor- en vroegschoolse educatie voor iedereen die dat
nodig heeft, krijgen scholen straks eerder extra geld voor leerlingen
van laag opgeleide ouders, en is er extra geld gekomen voor
taalprogrammas in de grote steden en regios als Oost-Groningen en
Zuid-Limburg. Tot slot is samen met leraren, schoolleiders en andere
deskundigen in het onderwijs de kwaliteitsagenda opgesteld, waarin
opbrengstgericht werken en taal en rekenen een prominente plaats
hebben.