Date : 13 May 2008
Sender Name: George Forrest International
Groep FORREST: reactie op commentaren in de media
De Groep FORREST wenst te reageren op de verschillende artikels en commentaren die in de loop van de laatste dagen in de Belgische pers werden gepubliceerd, waarvan de gebruikte termen oneerlijk en weinig vleiend waren.
Betreffende de benoeming van Pierre Chevalier als gedelegeerd bestuurder van een van de vennootschappen van de Groep FORREST, is het ongepast te beweren dat deze laatste "in alle stilte" werd verwezenlijkt. Overeenkomstig de Belgische wet, werd deze benoeming in het Belgische Staatsblad op 31 januari 2008 gepubliceerd. De informatie werd dus openbaar gemaakt. De wijze waarop de term "stilte" door verschillende media wordt gebruikt, in het bijzonder de argwaan die hij doet ontstaan, is bedrieglijk en schaadt onze reputatie. De Groep FORREST heeft nooit geprobeerd dit feit te verbergen. Wordt er ons verweten die informatie niet te hebben gepubliceerd via persmededeling ? Dit is geen gewone werkwijze van ondernemingen, het kan ons dus zeker niet verweten worden. Dit gebeurde op een normale en doorzichtige wijze. Tegelijkertijd, verwerpt de Groep FORREST onvoorwaardelijk het begrip van belangenvermenging. Wij hebben nooit gewenst of geprobeerd om op een willekeurige wijze te profiteren van de positie van Pierre Chevalier bij de Verenigde Naties. Wij zijn gewoon gelukkig om opnieuw op zijn bekwaamheden en dynamiek te kunnen rekenen binnen onze Groep. Tenslotte, wat betreft zijn in verdenking stelling, vertrouwen wij hem, net zoals wij de Justitie van ons land vertrouwen, en wij verzoeken u het vermoeden van onschuld te eerbiedigen.
Wij willen ook reageren op de bijvoeglijke naamwoorden die in de pers worden gebruikt om, ter gelegenheid van deze zaak, de Groep FORREST, te kenmerken. Het lijkt inderdaad onvoorstelbaar voor bepaalde waarnemers, de Groep FORREST als een mijnonderneming te vermelden zonder de termen "omstreden" of "veelbesproken" toe te voegen. In het kader van zijn mijnactiviteiten, eerbiedigt de Groep FORREST toch scrupuleus de Congolese wetgeving en de geldende internationale normen. De verschillende kritieken ten aanzien van onze mijnactiviteiten werden altijd ongegrond verklaard ingevolge de zorgvuldige onderzoeken van de bevoegde internationale instellingen, waar wij telkens mee samenwerken. Wij ondersteunen de transparantie in de mijnsector, met name het Extractive Industry Transparency Initiative (EITI), waarvan George Arthur FORREST, de Voorzitter van de Groep, een van de vertegenwoordigers binnen het Congolese "Comité National" is. De Groep FORREST is momenteel de enige mijnonderneming die de fiscaliteit gegenereerd door zijn activiteiten en betaald aan de Congolese Staat publiceert. Dit is ook het geval wat betreft de inkomsten van staatsbedrijven afkomstig uit onze mijn-joint ventures, in overeenstemming met het eerste criterium van de EITI. Waarschijnlijk is het deze zichtbaarheid die de negatieve kritiek ten aanzien van de Groep FORREST bevordert. Dat men, in België, altijd verwijst naar de meeste zichtbare onderneming is doodeenvoudig onbegrijpelijk. Het is onjuist en des te minder constructief omdat het zeker niet de andere mijnondernemingen stimuleert om meer transparantie te vertonen en zet de Belgische ondernemingen niet aan tot nieuwe investeringen in de Democratische Republiek Congo (DRC). De Groep FORREST pleit inderdaad sinds jaren voor de promotie van Europese en Belgische investeringen in de DRC. Zij laten op zich wachten en grotendeels ten gevolge daarvan, is er een massieve komst van Angelsaksische en sinds kort, Chinese investeringen.
Maar waarom en door wie wordt de Groep FORREST "besproken" of "omstreden". De kritieken ten aanzien van de Groep FORREST vinden grotendeels hun oorsprong in een verslag van de VN betreffende de plundering van de natuurlijke rijkdommen in de DRC welke in 2002 werd gepubliceerd. De onderneming werd als een plunderaar van het land beschouwd. In 2002, hebben de auteurs van dit eerste verslag ons nooit gecontacteerd, hoewel wij expliciet en schriftelijk hebben gevraagd hen te ontmoeten. Daarom, overwegend dat het verslag slechts op geruchten zonder enige grondslag gebaseerd was, beklaagde de Groep FORREST zich, net zoals andere ondernemingen of persoonlijkheden die ten onrechte werden beticht, bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om een nieuw onderzoek te eisen. Voor de eerste keer in zijn geschiedenis, stemde de Veiligheidsraad in om dit te doen. Dit onderzoek werd op meer transparante en objectievere wijze ingesteld. Het Panel heeft ons gecontacteerd en kreeg toegang tot alle documenten welke het wilde raadplegen. Het eindverslag werd op 23 oktober 2003 gepubliceerd (S/2003/1027). In dit eindverslag, geeft het Panel van de Verenigde Naties officieel toe dat de beschuldigingen van plundering ten opzichte van de Groep FORREST en zijn Voorzitter, George Arthur Forrest, ongegrond waren. Toch beval dit verslag een "monitoring" van onze activiteiten door de OESO om de naleving van de "Guidelines for Multinational Enterprises" na te kijken. De OESO heeft dit gedaan en kwam op 8 november 2005 tot het besluit dat de Groep FORREST, "tant dans ses investissements directs dans ce pays que dans les investissements indirects, e. a. dans des joint venture avec d'autres entreprises, et dans lesquelles le groupe Forrest a une participation minoritaire, a suivi autant que faire ce peu les Principes directeurs de l'OCDE à l'intention des entreprises multinationales." Jammer genoeg, gebruiken onvolledig geïnformeerde of kwaadwillige mensen het eerste verslag en vermijden zowel het eindverslag van VN als het verslag van de OESO te vermelden. Hetzelfde geldt voor de Commissie van de Grote Meren van de Belgische Senaat die eveneens van 2002 dateert. De debatten betreffende de Groep FORREST leiden tot veel meer commentaren dan het besluit van het onderzoek, dat geen enkel negatief element inhoudt ten laste van de Groep FORREST. Sindsdien lijkt het in België dat bepaalde mensen voldoening vinden in een eeuwige kritiek ten aanzien van ons. Dat het om mijncontracten gaat of overheidsopdrachten die wij in de DRC zouden winnen, elke gelegenheid lijkt goed om ons te bekritiseren. Maar in geen enkel geval treden dezelfde personen in contact met ons om hun informatie te bevestigen, hetgeen in strijd is met de beroepsethiek.
Toch moeten wij vaststellen dat sinds enkele jaren, bepaalde Belgische journalisten (net zoals hun Amerikaanse, Engelse, Zuid-Afrikaanse en Kongolese collega's... gespecialiseerd in dit gebied) zich niet meer beperken to deze oude geruchten maar ons contacteren om hun vragen te stellen en onze installaties in de DRC te bezoeken. Op die manier kunnen zij zich hun eigen mening opmaken, gebaseerd op de feiten die zij hebben vastgesteld. Wij moeten ze hiervoor bedanken. Tegelijkertijd, verzoeken wij hun collega's hetzelfde te doen. Wij zijn overtuigd dat vele misverstanden, en zelfs kritieken, zich zullen oplossen als wij erin slagen een rustige dialoog op te stellen. Ons doel bestaat niet erin de artikels van die journalisten te beïnvloeden, maar te vermijden dat deze artikels alleen maar een eenzijdige aanval worden, wat in se onrechtvaardig is. De rechten op antwoord en de processen die wij, tot onze spijt en in laatste instantie, aanspannen, hoewel zij wettig zijn, dragen zeker niet bij, in België, tot de verbetering van het imago van het zakendoen in de DRC. Wij blijven hopen en geloven dat sterke handelsbetrekkingen tussen België en de Democratische Republiek Congo tot wederzijdse economische belangen zullen leiden en zal bijdragen tot een betere verstandhouding tussen beide landen en volkeren.
Henry de Harenne
Woordvoerder
George Forrest International Afrique
hdh.gfi@forrestgroup.com
www.forrestgroup.com
URL: